Laatste nieuws
Bernadette de Mol Tom de Leeuw
4 minuten leestijd
kindergeneeskunde

Wat als wrijven of een kus niet helpt?

Behandeling chronische pijn bij kinderen kan veel beter

5 reacties
Getty Images
Getty Images

Aanhoudende pijn bij kinderen komt veel voor, maar wordt dikwijls niet goed behandeld. Het ontbreekt aan kennis, onder andere om het onderliggende pijnmechanisme vast te stellen. Pijndeskundigen Bernadette de Mol en Tom de Leeuw pleiten in dit verband voor het biopsychosociale model.

We spreken van chronische pijn als pijnklachten minimaal drie maanden aanwezig zijn, of als herstel langer duurt dan verwacht. Uit epidemiologische studies bij kinderen met chronische pijnklachten, waaruit blijkt dat dit één op de vijftig kinderen betreft, zijn de volgende prevalentiecijfers bekend: hoofdpijn: 8 tot 83 procent; buikpijn: 4 tot 53 procent; rugpijn: 14 tot 24 procent; musculoskeletale pijn: 4 tot 40 procent; overige pijnklachten: 5 tot 88 procent.

Pijnprevalentiecijfers zijn over het algemeen hoger bij meisjes en nemen voor de meeste soorten pijn toe met de leeftijd. Een lagere sociaaleconomische status is geassocieerd met een hogere pijnprevalentie, vooral voor hoofdpijn.1

Ook is gebleken dat grofweg twee derde van de kinderen die op een pijnpoli worden gezien zich op oudere leeftijd melden op een pijnpoli voor volwassenen met pijnklachten.

Op onze poli voor chronische pijnklachten bij kinderen en adolescenten zien wij dan ook veelal de volgende klachten: spanningshoofdpijn, chronische pijnklachten bij scoliose of na orthopedische ingrepen, complex regionaal pijnsyndroom, buikklachten als mogelijke Acnes (anterior cutaneous nerve entrapment syndrome) of klachten voorheen geduid als functionele buikklachten.

Benader pijn en pijnbeleving bij kinderen met het biopsychosociale model

Biopsychosociaal

Bij aanhoudende pijnklachten bij kinderen zijn oorzaak en gevolg niet altijd eenduidig. Daarom is het nodig pijn en pijnbeleving te benaderen met het biopsychosociale model. Een belangrijk uitgangspunt van dit model is dat het ontstaan, het verloop en de beleving van chronische pijn worden beïnvloed door omgeving, cognities, emoties, verwachtingen, fysieke gesteldheid en gedrag. Chronische pijn beïnvloedt ook het psychologisch welzijn en de sociale relaties.

Cognitief-emotionele factoren die vaak gezien worden bij kinderen met aanhoudende pijnklachten zijn vermijdingsgedrag, depressie, angst voor pijn en het catastroferen van pijn zowel door ouders als het kind, met continue aandacht voor het pijnprobleem. Tevens zien we klachten zoals vermoeidheid, vergeetachtigheid, stoornissen van het kortetermijngeheugen en slaapstoornissen. Kinderen gaan bijvoorbeeld niet naar school, waardoor zij het contact missen met leeftijdgenoten, wat kan leiden tot een emotioneel en/of sociaal isolement. Ook leiden pijnklachten vaak tot angst om te bewegen, wat gepaard gaat met verminderd gebruik van het pijnlijke lichaamsdeel en daardoor juist toename van de pijnklachten. Als niet wordt behandeld vanuit alle aspecten van het biopsychosociale model vermindert het functioneren van het pijnsysteem, waardoor de pijnklachten blijven of toenemen.

Behandeling

Voor een goede behandeling van pijnklachten is het belangrijk om verschillende vormen van pijn te onderscheiden en daarmee het onderliggende pijnmechanisme vast te stellen. Bij aanhoudende pijnklachten moeten we rekening houden met de mogelijkheid van neuropatische pijn (met schade aan het zenuwstelsel) of nociplastische pijn, zonder duidelijke schade aan het zenuwstelsel, maar veroorzaakt door centrale sensitisatie (een versterking van het pijnsignaal in het czs) of verminderde inhibitie (een afname van de natuurlijke rem van pijnprikkels in het czs). Dit veroorzaakt pijn door prikkels die normaliter geen pijn veroorzaken. Het is van groot belang om klinische beelden van centrale sensitisatie te herkennen en zo mogelijk de modulatie van acute naar chronische pijn te voorkomen. Dit gebeurt niet altijd, omdat het pijnmechanismen zijn waar huisartsen en kinderartsen veelal niet mee bekend zijn. Ook leidt dit nogal eens tot zeer uitgebreide, en soms overbodige diagnostiek. Daarom kunnen dergelijke pijnproblemen bij kinderen beter door een multidisciplinair team worden beoordeeld, met daarin een pijnspecialist met bijzondere expertise ten aanzien van kinderen. Verder is voor effectiviteit van invasieve behandelingen, zoals gebruikelijk bij de volwassenenpijnbestrijding, bij kinderen nauwelijks bewijs. Aangezien deze vaak ook onder sedatie moeten plaatsvinden, gebeurt dit slechts bij uitzondering. Wij bevelen bij kinderen met chronische pijn een interdisciplinaire aanpak aan. Daarmee bedoelen we beoordeling en behandeling met behulp van een anesthesioloog-pijnspecialist, fysiotherapeut en psycholoog die ieder vanuit hun eigen expertise pijnklachten verklaren en behandelen aan de hand van het biopsychosociale model.

Verbeteren

Wat valt er te verbeteren aan de huidige behandeling van chronische pijnklachten bij kinderen en adolescenten?

  • Meer aandacht voor pijngeneeskunde in het geneeskundig curriculum.
  • Een landelijke richtlijn of zorgstandaard voor behandeling van chronische pijn bij kinderen.
  • Conform het beleid van minister Kuipers voor centralisatie van zorg: het vaststellen van criteria waaraan kinderpijncentra zouden moeten voldoen. Hieraan wordt al gewerkt door een landelijke werkgroep chronische pijn bij kinderen, geïnitieerd vanuit de Sectie Kinderanesthesiologie van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie.
  • In afwachting hiervan: doorverwijzen van kinderen en adolescenten met chronische pijn naar een kinderpijncentrum dat al interdisciplinair werkt. Het gebeurt nu regelmatig dat een kind eerst wordt doorverwezen naar een centrum voor volwassenen, waar interventies plaatsvinden met een onbevredigend resultaat, waarna ouders en kind te horen krijgen dat ‘het wel tussen de oren zal zitten’. Een misconceptie van de werking van het pijnsysteem.

auteurs

MSc. Bernadette de Mol

physician assistant anesthesiologie-pijngenees­kunde, Erasmus MC Sophia kinderziekenhuis

drs. Tom de Leeuw

(kinder)anesthesioloog-pijnspecialist, Erasmus MC Sophia kinderziekenhuis

contact

b.demol@erasmusmc.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Meer weten?

In Nederland werkt een aantal kinderpijncentra interdisciplinair, zoals het ErasmusMC-Sophia Kinderziekenhuis, het UMCU-Wilhelmina Kinderziekenhuis, het Radboudumc, het Amsterdam UMC en MUMC-Adelante Zorggroep. De volledige IAP-lijst (International Association for the Study of Pain) van kinderpijncentra vindt u bij dit artikel op medischcontact.nl.

Voor verwijzingen, vragen of advies op pijngebied bij kinderen zijn wij laagdrempelig te bereiken via: pijnpoli.sophia@erasmusmc.nl

Beluister ook de podcast Amazing Erasmus MC: Kind met chronische pijn? Zoek op tijd de juiste hulp.

Bekijk hier de IASP-lijst van kinderpijncentra.

Voetnoot

[1] King S et al. The epidemiology of chronic pain in children and adolescents revisited: a systematic review. Pain. 2011;152(12):2729-2738. doi: 10.1016/j.pain.2011.07.016.

Lees ook:

kindergeneeskunde
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • D.M. Broekhuijsen-van Henten

    kinderarts sociale pediatrie, Zwolle

    Wat mooi dat er vanuit de kinderanesthesie zoveel aandacht is voor kinderen en jongeren met chronische pijn.
    Kinderen met pijnklachten zullen zich in eerste instantie richten tot de huisarts en dan bij aanhoudende of ernstige pijnklachten vaak naar... de kinderarts verwezen worden. Binnen de kindergeneeskunde is dan ook ruime expertise met chronische pijn (hoofd-, buik-, bewegingsapparaat) en ook chronische moeheid is een klacht die vaak in relatie met pijn gezien wordt. De benadering van dergelijke klachten gebeurt altijd vanuit biopsychosociaal perspectief. De algemeen kinderarts ziet veel kinderen met pijn en specifieke expertise op dit gebied is te vinden onder de kinderartsen sociale pediatrie.
    In tegenstelling tot wat auteurs schrijven, is er een landelijke richtlijn SOLK bij kinderen (2019) https://www.nvk.nl/themas/kwaliteit/richtlijnen/richtlijn?componentid=6488085&tagtitles=Maag-Darm-Leverziekten%2B(MDL),Neonatologie,Sociale%2Ben%2BPsychosociale%2Bkindergeneeskunde

    In deze richtlijn is aandacht voor effectieve behandelmethoden en samenwerking tussen diverse disciplines waarbij aanpak volgens stepped care wordt aanbevolen. Veel kinderen kunnen met behandeling in eerste lijn voldoende herstellen, bij sommigen is behandeling met combinatie therapie van psychologie en fysiotherapie geindiceerd, of bijvoorbeeld hypnosetherapie bij buikpijn. Voor een klein aantal van kinderen met chronische pijn zal een intensiever traject bij revalidatiegeneeskunde of specifieke pijnpoli nodig zijn.
    Goede samenwerking tussen de diverse disciplines met aandacht voor hetzelfde taalgebruik en vergelijkbare verklaringsmodellen zullen de behandeling van jongeren met chronische pijn verbeteren. De richtlijn doet een handreiking hierin.

  • Bernadette de Mol

    Physicianassistant Anesthesie- Pijngeneeskunde

    Het artikel gaat over de benadering van chronische pijnklachten bij kinderen.
    We hebben het hier niet over acute pijn.
    Bij acute pijn is het van belang om te kijken wat het onderliggende probleem is van de plotseling ontstane pijnklachten.
    Bij aa...nhoudende pijnklachten laat de literatuur zien dat er gekeken moet worden naar pijn mbv het
    Bio Psycho Sociale model.

  • J.W.E. Becks

    Kinderrevalidatiearts , Eindhoven/Tilburg

    Ik mis in het artikel de rol van de kinderrevalidatie. U beveelt bij kinderen met chronische pijn een interdisciplinaire aanpak aan. Daarmee bedoelt u de beoordeling en behandeling met behulp van een anesthesioloog-pijnspecialist, fysiotherapeut en p...sycholoog die ieder vanuit hun eigen expertise pijnklachten verklaren en behandelen aan de hand van het biopsychosociale model. Ik zou zeggen dat dat vanuit de kinderrevalidatie nog veel beter ingeregeld kan worden. Ik mis in uw visie de afstemming met school en het gezin. Een aanpak met kinderrevalidatiearts, fysiotherapeut, ergotherapeut (voor balans en opbouw schoolgang), psycholoog voor het kind en maatschappelijk werkende voor ouders/het systeem is mi vollediger.
    Tav van de voorgestelde verbeteringen:
    - meer aandacht voor pijngeneeskunde in het geneeskundig curriculum, mi vooral gericht op preventie van de sensitiviteit, beginnend bij goede pijneducatie kunnen geven aan kind en ouders.
    - landelijke richtlijn of zorgstandaard voor behandeling van chronische pijn bij kinderen. Ik wijs u graag op het behandelkader chronische pijn van de VRA, waarin ook een kinderaandeel.
    - conform het beleid van minister Kuipers voor de juiste zorg op de juiste plek: zorg dat kinderen en hun ouders dicht bij huis goede pijneducatie krijgen. Beginnend in de ziekenhuizen bij de kinderartsen, en coach de eerste lijn vanuit de tweede lijn zodat deze kinderen juist niet meer doorverwezen hoeven te worden naar een kinderpijncentrum dat interdisciplinair werkt.

    • Bernadette de Mol

      Physicianassistant Anesthesie- Pijngeneeskunde

      Wij waarderen de reactie van collega Becks en wij zijn het helemaal met haar eens dat er bij bestrijding van chronische pijn op de kinderleeftijd zeker ook een plaats is voor de revalidatiearts.
      Er zijn echter wel een paar kanttekeningen te maken: ...
      - Binnen de revalidatie worden met name patiënten gezien met aanhoudende pijnklachten welke uitgaan van het bewegingsapparaat.
      -uit studies uit m.n. de VS en Duitsland blijkt inderdaad dat de resultaten van een intensief intern pijnprogramma van enige weken, dat in een revalidatiekliniek kan worden aangeboden, mogelijk beter werkt dan een programma met bijvoorbeeld fysiotherapie en psychologische ondersteuning in de thuisomgeving met poliklinische controles op een pijnpoli. Echter de Nederlandse gezondheidszorg is veel meer gericht op de eerste lijn met zo mogelijk behandeling aldaar.
      -In de dagelijkse praktijk worden wij regelmatig geconfronteerd met pijn patiënten waar behalve het pijnprobleem ook psychologische factoren een rol spelen, als bijvoorbeeld “vechtscheiding”, PTSS na trauma. Regelmatig worden deze patiënten echter geweigerd voor behandeling in een revalidatiekliniek omdat eerst deze onderliggende problemen, geduid als onderhoudende factoren van de pijnklachten, moeten zijn opgelost en deze patiënten worden beoordeeld als: niet-goed-revalideerbaar.
      -Hoewel het niet centraal staat in de behandeling van chronische pijn bij kinderen en adolescenten is soms ondersteuning met medicamenteuze behandeling nodig teneinde fysiotherapie mogelijk te maken. Een enkele keer kan zelfs een invasieve interventie worden overwogen hoewel het bewijs voor dergelijke interventies niet door de literatuur wordt ondersteund. Deze laatste twee behandelings-modaliteiten behoren typisch tot het domein van de anesthesioloog-pijnspecialist.
      En uiteraard worden door ons ouders en zo nodig school betrokken bij de behandeling, zoals dit past in een biopsychosociale benadering van pijn.
      Waar het uiteindelijk om gaat is de beste zorg voor deze heterogene patiëntengroep met een grote diversiteit aan pijnproblemen. Dit vereist ook een goede samenwerking tussen kinderpijnpoli en revalidatiekliniek.

  • P.J.M. van Loon

    Orthopeed/ houdingsdeskundige, Oosterbeek

    In mijn opleidingstijd als orthopedisch chirurg was het hebben van (rug)pijn bij een kind een alarmsymptoom, waarbij de spondylolysis en spondylolisthesis, bij wegstrepen van andere rode vlaggen, vooraan in de dd stonden. Nu lopen we vlg. dit artikel... aan tegen : " rugpijn: 14 tot 24 procent; musculoskeletale pijn: 4 tot 40 procent" als we ons tot "orthopedische klachten" beperken.
    Hoe lang is het geleden dat iedere ouder, iedere onderwijzer, iedere (heil)gymnast en iedere arts nog leerde en wist, dat te vroeg gaan zitten, te veel gaan zitten en ook nog eens alleen ingezakt of onderuitgezakt ("chillen") een zeer grote kans op latere vervorming van de rug, stijfheid en rugpijn zouden leiden? Geen enkel groeiproces naar gezonde organen (longen, darmen, bloedvatsysteem!) kan op enige optimalisatie hopen, als de beweegsystematiek van zelfs het jongste kind door al dat zitten (vanaf de Maxicosy) wordt afgeremd en het gebrek aan rekken en strekken de lengtegroei van hun spieren, pezen en zenuwen geen pas laat houden met de lengtegroei van het skelet? Het Generation- R onderzoek (ErasmusMC!!) laat bij 550 9-jarige kinderen(!) onder MRI al in 73% een ingezakte zwarte tussenwervelschijf zien (bulging disc)! Het voorstadium van een hernia. Een biomechanisch verklaringsmodel.
    Het "vangen" van al deze pijn bij de nu opgroeiende kinderen in een biopsychosociaal model zal eenzelfde insufficiëntie vertonen als dat we dit bij volwassenen zijn gaan doen. De zeer steile prognoselijn naar 2040 in de VTV van het RIVM is al in 2021 bereikt. Dus dit model werkt niet. Pijn in het musculoskeletale apparaat past bij een doorgeschoten "Zivilizatonskrankheit". Dit omdat we de enige diersoort zijn, die de bewegingsdrang en de natuurlijke optimalisatiedrang om een gezonde anatomie en functionaliteit te bereiken bij hun kroost met voeten ( technologie) treden. Terwijl bij ons bovendien de preventiekracht in de opvoeding en in het onderwijs uit de Gezondheidsleer is verdwenen. We komen, zelfs als kind, niet meer van de technologische verworvenheden af, maar de wijze hoe we hiermee om (laten) gaan is beslissend voor het al dan niet toegroeien naar een duurzame gezondheid. Zonder pijn. De overheid is via 4 ministeries (VWS,OCW, SZW en Defensie) aan zet om het tij van verminderde inzetbaarheid (door pijn) te keren. Het wordt echter ook tijd, dat de versnipperde medische wetenschap eens terugstapt in pre-Pubmed tekstboeken en ogen, oren en handen weer eens op dezelfde manier gebruikt bij onderzoek van kinderen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.