Laatste nieuws
Mensje Melchior
8 minuten leestijd
ouderen

'Waarom heb ik zo'n pijn?'

Plaats een reactie

Hulp aan slachtoffers van loverboys

In opvangtehuis Asja in Leeuwarden wonen slachtoffers van loverboys. Met behulp van medische en psychologische hulpverlening proberen de meisjes hun leven weer op te pakken. Om problemen voor te zijn zouden huisartsen de alarmerende signalen moeten kennen.

'De huisarts zegt dat ik niet beschadigd ben van binnen. Maar waarom heb ik dan zo'n pijn in mijn onderbuik? Het zou toch heel goed kunnen? Ze zijn soms zo ruw tekeer gegaan.'


Aan het woord is de 19-jarige Sara. Vanaf haar vijftiende werd zij gedwongen geprostitueerd door haar twee jaar oudere vriend Remco. Zij ontmoetten elkaar voor haar school en hij palmde haar in met aandacht die ze thuis tekortkwam. Want haar moeder werd veelvuldig opgenomen in psychiatrische ziekenhuizen en haar vader was nooit thuis. Remco gaf haar dure cadeaus. Toen Sara smoorverliefd was, ging het mis en ontpopte hij zich tot een loverboy.



'Remco stopte me drugs toe. Pillen en coke', vertelt Sara. 'Als je onder de coke zit, maakt het je niet meer uit wat er met je gebeurt. Hij nam me mee naar het huis van vrienden. Daar moest ik met een of twee van hen naar bed; Remco kreeg daar geld voor. In het begin zei ik nee, maar hij sloeg en schopte me. Vervolgens gebeurde het toch, met geweld en zonder condoom.'



Sara woont sinds drie weken in opvangtehuis Asja, in Leeuwarden. In deze anonieme opvang van de stichting Blijf van m’n Lijf wonen negen meisjes tussen 16 en 23 jaar die zijn gedwongen tot prostitutie. Een deel van hen is slachtoffer van zogenaamde loverboys. Dit zijn voornamelijk Marokkaanse, Turkse of Antilliaanse jongens die met dure cadeaus en snelle wagens indruk maken op jonge meisjes. De meisjes worden verliefd en de loverboys dwingen hen vervolgens de prostitutie in te gaan. Het geld houden de jongens zelf.



Passanten


De meisjes die in Asja worden opgevangen, proberen na jarenlange mishandelingen en gedwongen seks een nieuw leven op te bouwen. Daarbij krijgen zij de nodige medische en psychologische hulp.


Huisarts Janita van der Brug behandelt samen met twee andere huisartsen van haar praktijk de meisjes die in Asja wonen. Van der Brug heeft gemiddeld wekelijks een slachtoffer op haar spreekuur. Zij benadrukt dat het moeilijk is een vertrouwensrelatie met de meisjes op te bouwen: 'Deze meisjes zijn passanten. Zij wonen maximaal een halfjaar in Asja. Als ze daarna in een andere wijk in Leeuwarden gaan wonen, worden ze bij ons uitgeschreven. Anders zou het te belastend worden voor de praktijk. Omdat ik hen slechts af en toe tien minuten zie, laten de meisjes niet het achterste van hun tong zien.'



Dus verleent Van der Brug 'medische hulp waar nodig en mogelijk'. De meisjes die bij haar komen, worden in de eerste plaats getest op seksueel overdraagbare aandoeningen. Omdat zij vaak zonder condoom hebben gewerkt - dat leverde meer geld op -, komen geslachtsziektes veelvuldig voor. Meestal gaat het om chlamydia, een enkele keer is een meisje HIV-positief.



Sara wacht nog op de uitslag van de soa-test, haar grootste angst is dat zij door chlamydia onvruchtbaar is geworden. Sara: 'Mijn droom is later een normaal leven te leiden, met een lieve man en leuke kinderen. Mijn ergste nachtmerrie is dat ik geen kinderen kan krijgen.'



Van der Brug: 'De patiënten die chlamydia hebben, willen vaak een vruchtbaarheidsonderzoek. Ze willen al het slechte nieuws in een keer weten, nu ze 'toch in de ellende zitten'. Ik leg dan uit dat ik zo’n onderzoek alleen legitiem vind op het moment dat een vrouw ook echt zwanger wil worden. Maar als ze erg aandringen, verwijs ik ze wel door.'

Somatische klachten


De loverboyslachtoffers hebben veel somatische klachten en slaapproblemen. Dit laatste komt door depressies maar ook doordat hun dag- en nachtritme vaak jarenlang is omgegooid. Veel meer dan slaapmedicatie voorschrijven, kan Van der Brug niet doen. 'Ik heb tien minuten de tijd en ga ook niet een uur met deze patiënten praten om hun verhaal boven water te krijgen. Een paar weken later worden ze weer uitgeschreven en dan denk ik "Waar heb ik nou mijn tijd in gestoken?" Dus bij slaapproblemen leg ik uit dat dit een normale reactie is die weer zal overgaan en dat de tabletten die ik voorschrijf, niet heiligmakend zijn.'



In twee gevallen verwijst Van der Brug de meisjes echter weer terug naar Asja. In principe worden de bewoonsters van Asja bij binnenkomst gescreend. Meisjes met zware verslavingsproblematiek of gevallen die eigenlijk in de psychiatrie thuishoren, komen niet in het tehuis terecht. Maar deze screening is niet altijd succesvol.



Van der Brug: 'De meeste meisjes hebben wel drugs gebruikt, maar soms heb ik toch een meisje op mijn spreekuur die echt junkiegedrag vertoont. Dat voel ik meteen; alles moet gebeuren zoals zij willen en ze zijn erg manipulatief. Ik heb eens een patiënt uit Asja gekregen die ernstige psychiatrische problemen had. In zo’n geval bel ik naar de groepsleiding en zeg ik 'met haar kan ik niet zo veel'. Meestal worden deze bewoonsters uit het huis geplaatst.

Zelfverwonding


Meisjes met depressies, gedragsstoornissen of communicatieproblemen worden doorverwezen naar de praktijk voor psychosociale therapie van Siny Plooij. 'Angstdromen, een doodswens, posttraumatische stressstoornissen', somt Plooij de psychische problemen van de prostitutieslachtoffers op.



Als Sara 's avonds alleen op haar kamer is, bekrast ze met een mes haar benen of haar polsen. Ze schaamt zich ervoor, verbergt de krassen onder haar kleren. 'Ik verlang soms zo naar pijn. Als je elke dag wordt geslagen en geslagen, en dat houdt ineens op, dan mis je die pijn. Met pijn voel je tenminste iets', vertelt zij over haar drang tot zelfverwonding.



Plooij: 'Zelfverwonding komt vaak voor. Ik probeer de meisjes te leren hun boosheid op een andere manier te ontladen. Ik zeg: "Pak een stift en kras de hele bovenkant van de kast onder." Deze meisjes zijn ontzettend beschadigd. Een behandeling van een halfjaar is niet genoeg, het is slechts een opstap. Ik probeer de boel open te breken.'



Openbreken doet zij door directe vragen te stellen. 'Ik heb als aandachtsfunctionaris seksueel geweld bij Maatschappelijk Werk Leeuwarden gewerkt, dus ik weet waar ik over praat. Ik vraag wat er gebeurde toen ze zeiden "Ik kan niet meer". Dan hoor je de ergste dingen. Ze zijn bijvoorbeeld drie dagen lang geboeid en geblinddoekt opgesloten, zonder eten. Tegelijkertijd werden ze mishandeld. Daarna deden ze weer wat ze werd opgedragen.'

Leren nadenken


De meisjes hebben moeite met communiceren, vertonen seksueel wervend gedrag. 'Ze kleden zich vaak alsof ze nog op de tippelzone lopen. De prostitutie heeft deze meisjes vaak ook iets gebracht; aparte kleding, dure lingerie, aandacht. Ze zeggen dan: "In één ding was ik tenminste goed". Ik leg hun gedrag vast op video en laat dit later weer aan hen zien. Daarna leer ik ze na te denken voordat ze iets zeggen of doen.'



Daarbij horen de egoversterkende oefeningen die Plooij met hen doet. Ze vraagt hun bijvoorbeeld een kleuterfoto van zichzelf mee te nemen en het gevoel dat ze in die tijd hadden weer naar boven te halen. Of ze laat de meisjes met de ogen dicht zichzelf tekenen. 'Dan tekenen ze een poppetje zonder handen. Of zonder onderlijf. Ze zeggen dingen als "zonder handen, ja, dat klopt. Ik voel me machteloos". 



De pijn zit dieper dan het recente prostitutieverleden. Uit ervaring weten hulpverleners dat de meisjes die ten prooi vallen aan gedwongen prostitutie, uit een slechte thuissituatie komen. Nancy (20) bijvoorbeeld werd vanaf haar elfde tot haar achttiende door haar broer misbruikt. Daarna ontvluchtte zij het huis en trok in bij een jongen die ze via via kende. Hij dwong haar twee maanden lang in ditzelfde huis tot betaalde seks.



'Over wat er die maanden met me is gebeurd, kan ik goed met Siny praten', vertelt Nancy. 'Ik vind het veel zwaarder om te vertellen over vroeger. Daarom wisselen we het af; de ene week praten we over prostitutie, de volgende week over het verleden.' Plooij heeft Nancy aangeraden een brief aan haar ouders te schrijven en hen te vragen over een tijdje met haar in Plooijs bijzijn in gesprek te gaan. 'Ik probeer altijd de relatie die meisjes met hun ouders hebben te verbeteren. Dat is ontzettend belangrijk voor hun verdere ontwikkeling', aldus Plooij.

Signalen


'Huisartsen en andere hulpverleners die goed op de signalen letten, kunnen voorkomen dat meisjes verder afglijden in gedwongen prostitutie'. Dat vindt Suzanne Kern van Prostitutie Maatschappelijk Werk van Stichting Humanitas in Rotterdam. Deze organisatie probeert de deskundigheid van hulpverleners op het gebied van gedwongen prostitutie te bevorderen. Zo gaan medewerkers bij scholen langs om leraren te informeren hoe zij kunnen herkennen wanneer een meisje in handen van loverboys dreigt te vallen.



Het is lastig specifieke signalen te noemen omdat ze vaak lijken op de signalen bij bijvoorbeeld seksueel misbruik, zo benadrukt Kern. 'Het is de combinatie van klachten en gedrag die kan duiden op gedwongen prostitutie.' Zo zijn er lichamelijke klachten als een veelvuldig voorkomende blaasontsteking, somatische klachten die zich concentreren in de onderbuik, ernstige hoofdpijnen en veelvuldig voorkomende seksueel overdraagbare aandoeningen.



Ook concentratieproblemen op school, slaapproblemen en stemmingswisselingen zijn uitingen die bij gedwongen prostitutie voorkomen. Dan is er nog opvallend gedrag. Kern: 'Meisjes gedragen zich seksueel uitdagend, gaan zich plotseling erg sexy kleden. Wanneer een meisje dit gedrag vertoont, zal ze dit ook in de spreekkamer van de dokter doen.' Dit seksueel wervende gedrag kan samengaan met het feit dat de meisjes er veel jonger uitzien dan ze zijn. 'Het zogenoemde lolitagedrag. De meisjes weten dat ze daarmee scoren', aldus Kern.



Drugsgebruik komt veelvuldig voor bij deze groep. Kern: 'Sommige meisjes moeten cocaïne gebruiken, anders kunnen ze het werk niet doen. Dit kan een huisarts zien als zo’n meisje bij hem langskomt. Maar niet elk meisje dat drugs gebruikt, wordt gedwongen tot de prostitutie. Het gaat om meerdere uitingen tegelijk.'



Als ouders geen grip meer hebben op hun dochter, kán er een loverboy in het spel zijn. Deel van hun tactiek is dat zij de meisjes isoleren van familie en vrienden. Remco eiste bijvoorbeeld van Sara dat zij geld van haar ouders stal; hij zorgde dat ze nachtenlang niet thuiskwam. Kern: 'Als ouders dit aan artsen vertellen, is het zeker goed dat er een lampje gaat branden.'



Huisarts Janita van der Brug noemt ook enkele signalen: 'Bij drugsgebruik of wanneer een huisarts rare verwondingen zoals brandwonden ziet, zou hij zich moeten afvragen: "Kan dit samenhangen met gedwongen prostitutie?" Zo kwam er een meisje bij mij met brandplekken van sigarettenpeuken op haar benen. Dat had een klant gedaan.'



De volgende stap is volgens Suzanne Kern om het onderwerp bespreekbaar te maken. 'Dat kan het best door het te benoemen: "Hoe kom jij toch steeds aan die blauwe plekken. Is dit of dat soms aan de hand?" Als een meisje eenmaal over haar problemen praat, kan zij worden doorverwezen naar hulpinstanties of naar de politie.'

Om veiligheidsredenen zijn de namen van de meisjes veranderd.

Opvangtehuis Asja


Sara en Nancy wonen in opvangtehuis Asja, een huis op een geheim adres. Asja is onderdeel van de stichting Blijf van m'n Lijf en biedt sinds 1998 een veilige plek aan negen meisjes tussen 16 en 23 jaar die gedwongen in de prostitutie hebben gezeten. Het gaat om loverboyslachtoffers, meestal autochtone meisjes, en slachtoffers van gewelddadige pooiers. Zo’n 30 procent van de meisjes verlaat Asja vroegtijdig; veel van hen gaan waarschijnlijk terug naar hun loverboy.


De meisjes verblijven gemiddeld zes maanden in Asja. In het dagelijks leven doen ze vrijwilligerswerk of gaan naar school. Op die manier bouwen zij een vriendenkring op en krijgen ze weer een normaal dag- en nachtritme. Na die periode krijgen de meisjes een woning of ze gaan terug naar hun ouders. Drie maanden krijgen ze nog ondersteuning van de groepsleidsters van Asja.


In Asja worden de slachtoffers gestimuleerd aangifte te doen. Maar bij loverboys is dwang moeilijk te bewijzen en de angst voor gewelddadige pooiers is meestal zo groot, dat de meisjes van aangifte afzien.


Jaarlijks komen Nederlandse instanties in contact met 1000 tot 1500 minderjarige prostituees. Daarnaast is er volgens schattingen een groot aantal net meerderjarige jonge vrouwen die seksueel worden geëxploiteerd. Op dit moment is Asja het enige opvangtehuis voor deze groep. Den Haag en Amsterdam onderzoeken of zij ook zo'n opvang zullen openen.

ouderen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.