Laatste nieuws
Verkiezingen

VVD wint de artsenstem

Meeste artsen mild over aanpak coronacrisis door overheid

17 reacties

Onder lezers van Medisch Contact lijkt de VVD de populairste partij te zijn bij de komende Tweede Kamerverkiezingen. Dit blijkt uit een enquête onder 6809 (oud-)artsen en geneeskundestudenten. Vooral onder medisch specialisten is deze partij populair.

De redactie van Medisch Contact wilde weten hoe (oud-)artsen en geneeskundestudenten aankijken tegen de aanpak van de overheid. Of het daarbij uitmaakte hoe oud of jong ze zijn, wat voor functie ze hebben en of ze alternatief angehaucht zijn. We wilden ook graag weten wat onze lezers gaan stemmen. U reageerde in groten getale (zie kader Wie namen er deel aan de enquête?), waarvoor dank. Hierbij de resultaten van onze Verkiezingsenquête.

Wat gaan de medici stemmen?

Bij de mensen die ons vertelden waar ze op gaan stemmen is de VVD de populairste partij, met 21 procent van de stemmen. Dan volgt D66 met 18 procent, GroenLinks (12%), PvdA (8), CDA (5), CU (4) en Partij voor de Dieren (3). De rest haalt 1 procent of minder.

De grafiek geeft een wat vertekend beeld: het lijkt erop alsof de drie populairste partijen er ten opzichte van 2017 op achteruit zijn gegaan. Maar een deel (ongeveer 15%) van de respondenten wist op het moment dat ze de enquête invulden (periode 2 t/m 21 februari) nog niet wat ze zouden gaan stemmen. Het zou goed kunnen dat deze stemmen bij die drie grote terechtkomen. Bij de andere partijen lijkt er minder te worden gewisseld.

Van de grote partijen zijn VVD en CDA populairder bij mannen (61 en 64% van de stemmen komen van mannen), PvdA en GroenLinks bij vrouwen (54 en 62% van de stemmen van vrouwen). Bij D66, CU en de SP is de verdeling zo goed als gelijk. Wat betreft de onder artsen minder populaire rechtse partijen: die zijn duidelijk populairder bij mannen (JA21: 79% van de stemmen komt van mannen, PVV: 78%, Forum voor Democratie: 67%).

Bij psychiaters is de VVD duidelijk minder populair

De VVD heeft haar nummer-1-positie onder artsen vooral te danken aan medisch specialisten: bij geen andere groep is de partij zo populair (28%), en het is ook de grootste groep respondenten (zie kader Wie namen er deel aan de enquête?). Voor de meeste groepen geldt dat in de top drie VVD, D66 en GroenLinks staan. Bij huisartsen en studenten/coassistenten is D66 wat groter, onder aiossen/aniossen GroenLinks. Het CDA is niet populair onder artsen: alleen onder gepensioneerden komt de partij tot 10 procent van de stemmen. Bij hen is de PvdA ook bovengemiddeld populair, net als onder sociaal geneeskundigen en basisartsen. Forum voor Democratie en de afsplitsing JA21 komen vrijwel alleen bij studenten en coassistenten boven de 1 procent uit, maar ook daar blijft het bij 3 procent van de stemmen. Bij deze groep zijn D66 (21%) en GroenLinks (18%) de populairste partijen. 

Stemgedrag en overstappers
Stemgedrag en overstappers

We hebben ook nog naar het stemgedrag van verschillende medisch specialisten gekeken. Zoals gezegd is onder hen de VVD de populairste partij (28% van de stemmen). Maar liefst de helft van de 129 reagerende chirurgen zegt op Rutte en consorten te stemmen. Nog hogere percentages haalt de partij bij de neuro- en cardiothoracaal chirurgen, maar vertekening door kleine aantallen respondenten is hier goed mogelijk. Ook onder kno-artsen is de VVD populair (46%), net als bij dermatologen (44%), en urologen en orthopeden (allebei 40%). Bij psychiaters is de partij duidelijk minder populair, met maar 9 procent van de stemmen. GroenLinks is onder hen juist populairder (met 21 versus 10% van alle specialisten samen).

Stemgedrag per medisch specialisme

Verder is de VVD duidelijk populairder onder de 80-plussers (30% van hen stemt op Rutte), dan onder de 25-minners (13%). Bij GroenLinks is het precies omgekeerd (2% van de 80-plussers, 19% van de 25-minners). Verder valt op dat de PvdA onder de groep 66- tot 80-jarigen populairder is dan onder andere leeftijden en het CDA bij alle 66-plussers in vergelijking met jongere groepen.

We vroegen onze deelnemers ook naar hoe ze tegen alternatieve geneeswijzen aankeken, met vier varianten van ‘superieur aan westerse geneeskunde’ tot ‘geldklopperij’. Er waren maar tien mensen die zich het meest vonden in die eerste opvatting (alternatief is superieur), te weinig iets over hun politieke voorkeur te zeggen. Voor de andere categorieën maakte het eigenlijk niet zo heel veel uit. Artsen die zeiden geen bezwaar te hebben om naar een alternatieve behandelaar te verwijzen, kiezen net wat vaker voor D66 dan voor de VVD, maar het spande erom (17 om 15%). En nog altijd meer dan op de GroenLinks (13%).

Wat vinden medici belangrijk?

We vroegen artsen en studenten welk thema het meest bepalend was voor hun partijkeuze bij de komende Tweede Kamerverkiezingen. Zorg? Nee, die kwam op de tweede plaats, met 24 procent. Met kop en schouders stak ‘Klimaat & duurzaamheid’ boven de andere thema’s uit.

Meest bepalende thema
Meest bepalende thema

We vroegen ook in hoeverre het zorgbeleid een rol speelde bij het stemgedrag, en slechts 3 procent zei dat dit geen enkele invloed had, 46 procent antwoordde ‘enigszins’, 51 procent zegt dat het van grote invloed is. We legden respondenten een aantal hete hangijzers uit de zorg voor, en vroegen welke voor hen op dit moment de meest belangrijke waren, en welke andere thema’s daar nog bij hoorden. Bovenaan eindigden ‘reguliere, non-covidzorg (60%) en ‘covid-19’ (52%).

Belangrijkste zorgthema’s
Belangrijkste zorgthema’s

Thema’s die door artsen zelf werden aangedragen waren opvallend vaak ‘preventie’ (al dan niet in combinatie met publieke gezondheidszorg en of leefstijlgeneeskunde) en bekostiging van de zorg (zoals marktwerking, privatisering en betaalbaarheid). Ook de ggz werd meerdere malen genoemd, net als bureaucratie, toegankelijkheid van de zorg, loondienst dan wel vrije vestiging van medisch specialisten en vrije artsenkeuze.

In het afgelopen jaar zijn we geconfronteerd met krapte aan middelen, mensen en ruimte in de zorg. Ruim driekwart van de respondenten is van mening dat we meer moeten investeren om dit te voorkomen. Deze groep vroegen we hoe dat vervolgens zou moeten worden betaald. Nog geen 10 procent denkt dat de eigen bijdrage van patiënten omhoog moet, nog geen 20 procent zegt dat premies en belastingen omhoog kunnen. De rest vindt dat er meer geld naar de zorg moet. Een deel van hen (1240 mensen) vertelde er ook bij waar minder geld naartoe zou kunnen. Veel genoemde mogelijkheden: (belastingvoordelen van) bedrijven/multinationals, defensie, onnodige/onzinnige/overbodige zorg, bureaucratie, managers, ambtenaren en infrastructuur/wegenbouw. Net wat minder vaak, maar toch nog tientallen keren werden genoemd: Europa, ontwikkelingshulp, klimaat, en de cultuursector.

Hoe vinden ze dat het kabinet het doet?

Rapportcijfers Rutte III
Rapportcijfers Rutte III
Wat is belangrijk voor de volgende minister van VWS?
Wat is belangrijk voor de volgende minister van VWS?

We wilden een indruk krijgen van de mening van de deelnemers over het optreden van het kabinet tijdens de coronacrisis. We legden hun drie opvattingen voor met de vraag in welke ze zich het meest konden vinden. Het overgrote deel (81%) koos voor ‘Niet alles gaat goed, maar ik bewonder hoe ze deze crisis bestrijden.’ 11 procent voelde het meest voor: ‘Ze doen veel te weinig om deze ontwrichtende ziekte in te perken.’ De overige 8 procent koos voor ‘Ze grijpen veel te hard in om een ziekte te bestrijden die niet veel voorstelt.’ Terwijl de extreme ‘Doe meer!’-  en ‘Doe minder!’-stemmen het meest op de voorgrond staan in het publieke debat, blijkt het gros van artsen en medisch studenten daar dus tussenin te zitten. Het maakte daarbij niet meer dan een paar procenten verschil uit wat de leeftijd of het geslacht van de respondent was, of welke functie hij of zij had. Enige opvallende uitbijters onder de specialisten (waarbij we vakgroepen waarvan er minder dan twintig reageerden even buiten beschouwing laten), waren de radiologen, van wie 22 van de 106 invullers vonden dat er te hard wordt ingegrepen.  

Twee derde van de jongste groep vindt dat er te veel nadruk op de zorg ligt

Het maakte ook niet zo veel uit voor het antwoord of iemand wel of geen covidzorg had verleend. De artsen voor wie zorg voor covidpatiënten de hoofdmoot van hun werk was de afgelopen tijd, kozen minder vaak voor ‘er wordt te hard ingegrepen’ (5%) dan de rest.

We legden de deelnemers de volgende stelling voor: ‘De overheid legt tijdens de coronacrisis te veel nadruk op zorg en te weinig op andere maatschappelijke gebieden, zoals economie en onderwijs.’ Oneens won het hier nét van eens (47 versus 44%, rest had geen mening). Daarbij maakte de leeftijd wél duidelijk verschil. Bijna twee derde van de jongste groep vindt dat er te veel nadruk op de zorg ligt, en dat percentage daalt met de leeftijd.

Te veel nadruk op de zorg?
Te veel nadruk op de zorg?

Wie namen er deel aan de enquête?

We stuurden de enquête met vragen naar politieke voorkeur en mening over met name covidgerelateerde onderwerpen naar (oud-)artsen en geneeskundestudenten. Van hen reageerden er 6809 (respons 14%).

Bijna 80 procent van de respondenten was tussen de 26 en 65 jaar oud. Er reageerden ongeveer net zoveel vrouwen (51%) als mannen, waarbij de vrouwen bij de 66-plussers duidelijk ondervertegenwoordigd, en bij 45-minners juist in de meerderheid waren.

Leeftijd
Jonge vrouwen, oude mannen
Jonge vrouwen, oude mannen

40 procent van de respondenten was medisch specialist, nog eens 22 procent huisarts, waarmee ze de andere categorieën in aantal ruim voorbijstreefden. Er reageerden naar rato relatief weinig sociaal geneeskundigen.

Wie reageerden er?
Wie reageerden er?

 Van de medisch specialisten was de grootste groep respondenten de psychiaters, waarna de internisten en anesthesiologen volgden.

Reacties per medisch specialisme
Reacties per medisch specialisme

Twee derde van de respondenten had zorg verleend aan covid-19-patiënten. Voor 616 van hen was dat zelfs de hoofdmoot van hun werk geweest, terwijl 1764 mensen zeiden regelmatig met covidpatiënten te maken hebben gehad. Voor nog eens 1235 man was dat sporadisch het geval geweest.

 

download dit artikel (in pdf)
Lees meer
  • Artsendebat beïnvloedt coronapolitiek

    In de medische wervelvind van het pandemiejaar is de stem van artsen overal te horen. Dokters leveren gevraagd en ­ongevraagd via allerlei podia duiding, advies en mening. Met hun inbreng oefenen ze druk uit op het coronabeleid van het kabinet.

  • Artsen op de kieslijst

    Bij de Tweede Kamer­verkiezingen van 17 maart zijn maar liefst elf artsen verkiesbaar. Wat drijft de dokters om hun spreek­kamer te verlaten en zich in de landelijke politiek te willen mengen?

politiek Verkiezingen

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.