VPH wil af van huisartsen-cao

De Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen wil af van de cao voor huisartsenzorg die is afgesloten tussen de LHV, eerstelijnsorganisatie InEen en de vakbonden. De cao zou alleen moeten gelden voor leden van de LHV.

Dat stelt de VPH aan de vooravond van onderhandelingen over de nieuwe cao, die per maart 2017 van kracht moet gaan, zo schrijft HuisartsVandaag.

Volgens de VPH is een kwart van de praktijkhouders in Nederland geen lid van de LHV, waaronder 15 procent die noch lid is van de LHV noch van de VPH. De VPH vindt het ‘onverteerbaar’ dat haar leden toch moeten opdraaien voor financiële gevolgen van een cao waarop zij geen invloed hebben. Zo moeten praktijkhouders volgens de VPH bijvoorbeeld opdraaien voor loonstijgingen die niet worden gecompenseerd door hogere huisartsentarieven. Volgens VPH-bestuurslid Hans Nobel is het niet meer van deze tijd dat een substantiële groep werkgevers door een andere partij een dictaat opgelegd krijgt, zo citeert HuisartsVandaag.

De VPH zou geen plaats hebben aan de onderhandelingstafel, omdat een verzoek daartoe in het verleden werd afgewezen door de LHV. ‘Dat is nou eenmaal een historisch gegroeide situatie, maar wellicht dat er bij een volgende cao-ronde mogelijkheden zijn’, stelt de LHV-woordvoerder in een bericht van HuisartsVandaag. De LHV heeft daar bij navraag vandaag niets aan toe te voegen. Bij de VPH zijn 850 praktijkhouders aangesloten. 6020 zelfstandige praktijkhouders zijn aangesloten bij de LHV.

Simone Paauw