‘Voorzichtig met antipsychotica bij dementie’

Verpleeghuisartsen moeten voorzichtig zijn met het voorschrijven van antipsychotica aan verpleeghuisbewoners met dementie.

Dat stelt Sytse Zuidema, verpleeghuisarts in Kalorama in Beek Ubbergen, in het proefschrift waarop hij vorige week promoveerde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ongeveer één op de drie (35%) demente verpleeghuisbewoners gebruikt antipsychotica, zo stelde Zuidema vast. Hij kon echter niet nagaan hoe vaak de middelen worden voorgeschreven bij hallucinaties en wanen, en hoe vaak bij probleemgedrag als agressie en onrust.

Met name bij probleemgedrag zouden verpleeghuisartsen samen met het team naar andere oplossingen moeten zoeken, stelt Zuidema: ‘Dergelijk gedrag kan worden beïnvloed door de manier waarop het team met de patiënten omgaat, en dan kun je dus beter geen antipsychotica voorschrijven.

De middelen zijn weinig effectief en hebben bovendien bijwerkingen waardoor sufheid toeneemt en patiënten een grotere kans hebben om te vallen.’ Schrijven artsen de middelen toch voor, dan doen zij er goed aan om geregeld te proberen het gebruik weer te stoppen: ‘Gedrags­problemen doen zich niet continu voor, ze kunnen ook weer overgaan. Dat moeten verpleeghuisartsen zich realiseren.’

Volgens een nieuwe richtlijn van de beroepsvereniging van verpleeghuisartsen en sociaal geriaters NVVA, die deze zomer verschijnt, zijn antipsychotica bij gedragsproblemen pas geïndiceerd als andere interventies niet hebben geholpen. Zuidema, die als onderzoeker is verbonden aan de afdeling Verpleeghuisgeneeskunde van het UMC St Radboud, zit in de werkgroep die de nieuwe richtlijn voorbereidt. << JV