Laatste nieuws
Onno van Rijen Leo Ottes
5 minuten leestijd
bevolkingsonderzoek

Vol verwachting

Plaats een reactie

Zwangere vrouwen willen meer informatie over prenatale testen

Het aanbod aan prenatale testen komt op het spreekuur nauwelijks ter sprake. Dit lijkt niet goed te rijmen met de intentie van de overheid om de zorg meer vraaggestuurd te maken. En het past helemaal niet bij de grote behoefte aan informatie onder zwangeren.


Het overheidsbeleid beoogt de positie van de zorgvrager te versterken. Artsen en andere professionals in de zorg zouden meer rekening moeten houden met de wensen van de zorgvrager. Vanuit de veronderstelling dat de kosten van de zorg hierdoor sterk toenemen, gaan er stemmen op om de omschakeling van aanbodregulering naar vraagsturing op een laag pitje te zetten.


Deze ontwikkeling leidt tot vragen als: ‘Luistert de arts dan zo slecht naar de patiënt? Wil de patiënt zo veel meer dan de arts aanbiedt? En wat is eigenlijk de invloed van de patiënt op het zorggebruik?’


Om meer zicht op deze vraagstukken te krijgen, is aan 254 vrouwen die in het afgelopen jaar een kind hebben gekregen, een aantal vragen voorgelegd die betrekking hebben op hun zwangerschap en de bevalling.1 Het gaat hier om een groep doorgaans gezonde personen die gebruikmaken van zorgvoorzieningen.

Prenatale testen


In het onderzoek is een onderscheid gemaakt tussen zwangere vrouwen jonger dan 36 jaar en 36-plussers. Volgens de Nederlandse wet mogen artsen aan vrouwen onder 36 jaar niet ongevraagd informatie verstrekken over bepaalde prenatale onderzoeken (Wet op het Bevolkingsonderzoek).2 Deze wet beoogt bescherming te bieden tegen potentieel riskant bevolkingsonderzoek. Krachtens deze wet is een vergunning nodig voor bevolkingsonderzoek naar ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is. Zwangerschapsonderbreking wordt door de wetgever niet als een vorm van preventie gezien.


Voor zwangeren van 36 jaar en ouder geldt een aanbod van prenatale kansbepalende testen en diagnostiek. Dit aanbod is gebaseerd op het feit dat zwangeren van 36 jaar en ouder een verhoogd risico hebben op het krijgen van een kind met het syndroom van Down. Daarnaast zijn artsen op basis van de Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) verplicht vrouwen te informeren over de tripeltest en andere testen indien daarom wordt gevraagd.3 In 2001 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd alle zwangere vrouwen een bloedtest aan te bieden. Overwegingen daarbij waren onder meer dat de meeste kinderen met Down-syndroom worden geboren uit jongere zwangeren (vanwege de omvang van de groep) en dat neuralebuisdefecten niet gerelateerd zijn aan de leeftijd van de zwangere.4


Het onderzoek onder zwangere vrouwen ging met name over de mate waarin zij behoefte hebben aan informatie en over hun expliciete wensen tot het uitvoeren van onderzoeken en tot de wijze van bevallen.


Bij de beoordeling van de gegevens is het relevant te weten dat in 72 procent van de gevallen de zwangerschap werd begeleid door de verloskundige, in 34 procent (mede) door de gynaecoloog en in 9 procent door de huisarts.

Beschikbaar


Wat als eerste opvalt, is de grote behoefte van vrouwen aan informatie. Tabel 1 laat zien hoeveel procent van de ondervraagden tijdens de zwangerschap actief naar informatie over zwangerschap en bevalling zocht. Hiertoe maakten zij vooral gebruik van kranten, tijdschriften, tv-programma’s en internet.


Alvorens in te gaan op de verzoeken van vrouwen om onderzoek uit te voeren, is het nodig een beeld te krijgen van hun kennis over de beschikbare onderzoeken. Daarom is gevraagd welke onderzoeken zij vóór de zwangerschap kenden. Zwangeren kennen naast uiteraard de echoscopie met name de vruchtwaterpunctie en de vlokkentest. De tweede trimesterecho en de tripeltest zijn de minst bekende testen, zoals uit tabel 2 blijkt.


Vervolgens is per onderzoek nagegaan wie het initiatief tot een bepaald onderzoek nam en wanneer het werd uitgevoerd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen zwangeren jonger dan 36 jaar en zwangeren van 36 jaar en ouder (zie tabel 3).


Zoals op grond van de ‘overheidsinstructies’ mocht worden verwacht, hebben de behandelaar en de vrouwen onder de 36 jaar doorgaans niet over deze onderzoeken gesproken, met uitzondering van de echoscopie die niet onder het regiem valt. Opvallend is echter dat ook met veel van de 36-plussers niet over deze testen is gesproken.


Geconcludeerd kan worden dat zwangere vrouwen jonger dan 36 jaar nauwelijks wensen hebben over prenataal onderzoek met als uitzondering echoscopieën, maar ook hiervan gebeurde slechts 16 procent op het verzoek van deze groep vrouwen. Met name nekplooimeting en vruchtwaterpunctie worden in 18 respectievelijk 13 procent uitgevoerd op verzoek van vrouwen van 36 jaar en ouder.


We kunnen vaststellen dat beroepsbeoefenaren in gebreke blijven bij het informeren van vrouwen van 36 jaar en ouder: 56 procent van de vrouwen geeft aan dat niet is gesproken over de tripeltest; ook voor de vlokkentest en de nekplooimeting zijn deze percentages hoog (43% respectievelijk 38%). En de percentages voor de HIV-test en de tweede trimesterecho zijn zelfs nog hoger (73% respectievelijk 6%), maar voor deze testen geldt dat ze niet tot de verplichte voorlichting voor zwangeren boven 36 jaar behoren.


Uit deze cijfers blijkt dat het percentage vrouwen in de categorie 36 jaar en ouder dat zich niet laat testen, aanzienlijk groter is dan Detmar c.s. hebben aangegeven; zij hebben het namelijk over ‘ongeveer de helft’ van die vrouwen.5 Overigens komt het vaker voor dat de behandelaar een onderzoek voorstelt en de vrouw weigert, dan dat de vrouw om een onderzoek vraagt en de behandelaar weigert. Uiteraard gaat het hierbij om de categorie vrouwen van 36 jaar en ouder aan wie deze onderzoeken worden voorgesteld.


Zwangere vrouwen vragen relatief gezien het meest om onderzoek als een gewenste zwangerschap uitblijft: 13 procent van de vrouwen onder 36 jaar en 25 procent van de vrouwen van 36 jaar en ouder onderging desgevraagd dergelijk onderzoek.

Zorgconsumptie
De aan zwangerschap en bevalling gerelateerde zorgconsumptie wordt bijgevolg slechts in zeer beperkte mate beïnvloed door de zwangere vrouw. Vooral de behandelaar bepaalt welke onderzoeken worden uitgevoerd. Zwangere vrouwen boven de 36 jaar zouden meer en beter geïnformeerd moeten worden over de beschikbaarheid van bepaalde onderzoeken. Een deel van de zorgverleners blijft in gebreke bij het aanbieden van prenataal onderzoek aan zwangere vrouwen van 36 jaar en ouder.

drs. A.J.G. van Rijen,
projectleider

L. Ottes,
arts

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg

Correspondentieadres: o.vanrijen@rvz.net

SAMENVATTING


l Zwangere vrouwen hebben veel behoefte aan informatie over zwangerschap en bevalling.


l Met uitzondering van echoscopieën en onderzoek omdat een gewenste zwangerschap uitbleef, uiten zij nauwelijks expliciete wensen om onderzoek, zoals een tripeltest.


l Zwangere vrouwen van 36 jaar en ouder worden door beroepsbeoefenaren onvoldoende op de hoogte van de beschikbare onderzoeken gebracht.

Referenties
1. Lems S. Zwangerschap en zorgconsumptie, de invloed van de vrouw op de zorgconsumptie bij zwangerschap en bevalling. TNS NIPO, november 2003. In: De invloed van de consument op de zorgconsumptie, Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, 2004.  2. Wet van 29 oktober 1992, houdende regels betreffende bevolkingsonderzoek.  3. Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst, wet van 17 november 1994, Stb. 1994, 837, tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de opneming van bepalingen omtrent de overeenkomst tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst, zoals gewijzigd en vernummerd bij Beschikking van de Minister van Justitie van 15 december 1994, Stb. 1994, 838.  4. Prenatale screening: Down-syndroom, neuralebuisdefecten, routine-echoscopie, Gezondheidsraad, mei 2001.  5. Detmar SB. Screening bij zwangerschap en geboorte. Medisch Contact, 2003; 58 (49): 1892-6.


zwangerschap bevalling bevolkingsonderzoek
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.