Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
3 minuten leestijd
Wetenschap

Virusremmer stap op weg naar behandeling RS-virus

Plaats een reactie

Amerikaanse onderzoekers boekten positieve resultaten met een virusremmer die de activiteit van het respiratoir syncytieel virus (RSV) remt. Maar of hun bevindingen praktische toepassing zullen vinden, is de vraag.

Het RSV kennen we sinds 1956 als de veroorzaker van neusverkoudheid bij chimpansees. Later bleek dat het ook een rol speelt bij het ontstaan van bronchiolitis en pneumonie bij jonge kinderen.

Wereldwijd is een infectie met het RS-virus na malaria de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen in het eerste levensjaar. Vorig jaar liet kinderarts Louis Bont (UMC Utrecht) in NEJM zien dat er een causaal verband bestaat tussen een eerder doorgemaakte RSV-infectie en aanvallen van piepende benauwdheid. Voorkom je de infectie, dan voorkom je ook die benauwdheidsaanvallen, zo toonde hij aan. Zijn redenering is dat het virus de luchtwegen ernstig beschadigt waardoor kinderen kwetsbaar blijven voor gewone verkoudheidsvirussen, afwisseling van koude en warmte, en sigarettenrook.

In de zes decennia na de ontdekking van het virus is er, aldus kinderarts Peter Wright van het Dartmouth College in Hanover (VS), maar weinig vooruitgang geboekt in de behandeling van de virusinfectie. In NEJM van deze week constateert hij echter een kentering: vooral doordat er op moleculair niveau meer bekend is over de pathogenese van de infectie, hetgeen onder meer heeft geleid tot een virusremmer met de codenaam GS-5806 die aangrijpt op het fusieproces tussen membranen van gastcellen met virale oppervlakte-eiwitten.

Dat middel is nu oraal toegediend bij volwassenen die 2 tot 5 dagen eerder experimenteel waren besmet met het RS-virus. In NEJM rapporteren John DeVincenzo e.a. de resultaten van dit experiment. Toediening van GS-5806 voorkwam het daaropvolgend optreden van hoge viral loads, slijmproductie en luchtwegklachten.

Volgens Bont zijn er momenteel drie lijnen van onderzoek: naar de effectiviteit en werkzaamheid van profylactische antistoffen, zoals palivizumab, naar meerdere vaccins, waarvan nog geen fase-3-trial-uitkomsten beschikbaar zijn en naar antivirale middelen. De studie van DeVincenzo e.a. past in de laatste categorie.

Bont benadrukt dat het niet gaat om een fase-3-‘effectiviteitsstudie’. ‘Bij volwassenen die experimenteel geïnfecteerd waren, ging inderdaad de virale load omlaag, maar dat betekent niet dat dit een klinisch inkoppertje is. Het is een prachtige studie, maar ik acht de kans reëel dat de resultaten niet overeind blijven in een placebogecontroleerde trial bij kinderen met RSV bronchiolitis en met als eindpunten een ziekenhuisopname of een IC-opname. Om twee redenen zal het middel wellicht niet werken.

Ten eerste melden geïnfecteerde kinderen zich doorgaans pas als hun viral load al heel hoog is, dat wil zeggen laat in het ziektebeloop. In de studie van DeVincenzo e.a. werd medicatie toegediend terwijl de viral load nog laag was. Een virusremmer als GS-5806 moet je echter op tijd toedienen wil die effectief zijn, dus nog in het stadium dat het lijkt alsof het kind niet veel meer dan een snotneus heeft. Dat betekent dat de awareness onder ouders en huisartsen dat een snotneus ook een mogelijke RSV-infectie impliceert, hoog moet zijn.

Tweede reden: niet alleen de viral load speelt een rol. Er is ook een immuun gemedieerd effect. Ik bedoel daarmee dat het RS-virus als zodanig schade toebrengt aan de luchtwegen, maar waarschijnlijk doen de afweerreacties die het virus oproept dat ook. Dat laatste mechanisme blijft nu ongemoeid.’
Volgens Bont zullen de komende tijd meer resultaten bekend worden van trials met nieuwe middelen. Welk middel de race gaat winnen weet hij niet, maar er gaat op den duur zeker medicatie komen, verwacht Bont. ‘Er is licht aan de horizon, maar we hebben de horizon nog niet bereikt.’

Henk Maassen

Lees ook:

© iStock
© iStock
Wetenschap
  • Henk Maassen

    Henk Maassen studeerde biologische psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij werkte kortstondig als onderzoeksassistent en daarna als (freelance) journalist/redacteur voor tal van bladen en uitgeverijen en als voorlichter voor de Tweede Kamer. Sinds 1999 is hij redacteur bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Henk stelt wekelijks de Media & cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.