Laatste nieuws
3 minuten leestijd

verzuim door COPD

Plaats een reactie

Een 54-jarige vrouw komt voor het eerst op het spreekuur van de bedrijfsarts. Zij heeft onlangs


drie weken verzuimd na een ‘slepende’ griep. Toen zij weer aan de slag ging, bleef ze tijdens haar werk - kantoren schoonmaken - flink kortademig. Nu is zij opnieuw uitgevallen, terwijl ze daarvoor vrijwel nooit verzuimde. Zij maakt zich zorgen, want zij wil graag blijven werken. Volgens haar longarts heeft ze bronchitis. Daarom vindt zij haar werk wel zwaar. Haar baas maakt wel eens een opmerking over haar matige conditie als ze boven aan de trap staat te hijgen.


De bedrijfsarts neemt contact op met de longarts. Sinds vijf jaar is er bij de vrouw sprake van COPD met een ernstige luchtwegvernauwing, het forced expiratory volume (FEV1) is 1,3 l, terwijl 2,8 l normaal is. Zij is gestopt met roken en de medicamenteuze behandeling is goed ingesteld. Patiënte klaagt nooit.


De bedrijfsarts legt deze casus voor tijdens een workshop van het kenniscentrum. Hij vraagt hoe onverwacht dit verzuim is en op welke manier deze patiënte toch haar werk kan blijven doen.


Onderzoek naar de determinanten van ziekteverzuim laat zien dat het verzuim niet zozeer wordt voorspeld door de objectiveerbare ernst van de longaandoening, maar meer door de subjectieve klachten en de angst daarvoor. Werknemers die accepteren dat ze sommige dingen niet meer kunnen en hun gedrag hierop aanpassen, lijken minder klachten te ervaren en verzuimen minder, ongeacht de ernst van de luchtwegvernauwing. De bedrijfsarts kan dit


proces begeleiden door het belang van acceptatie en adaptatie te benoemen en hieraan ook concreet invulling te geven door voorzover nodig aanpassingen in het werk voor te stellen.

De bedrijfsarts paste bovengenoemde aanpak toe. Hij inventariseerde het takenpakket en de arbeidsomstandigheden. Van schoonmaakmiddelen werd mevrouw niet kortademig. Wel waren sommige kantoren erg stoffig. Verder werkte ze onder tijdsdruk, ze kon tussendoor nauwelijks uitrusten.


De bedrijfsarts adviseerde de werkzaamheden gedeeltelijk te hervatten en het aantal uren geleidelijk uit te breiden. Patiënte kreeg meer ruimte om haar werk zelf in te delen en haar tempo aan te passen. Ook zou zij voortaan alleen ruimten met een gladde vloer schoonmaken. Het hoofd van de schoonmaakdienst werd in het plan betrokken. Na enige tijd bleek een volledige werkweek niet meer haalbaar te zijn. Mevrouw is gedeeltelijk arbeidsongeschikt voor de WAO. Nu mevrouw 24 uur werkt, verzuimt ze nauwelijks meer.


Ondanks het heldere, klinische beeld, werd op mevrouws werk geen actie ondernomen totdat zij en haar omgeving werden geconfronteerd met de gevolgen van COPD. Enkele mogelijke oorzaken dringen zich op: de wijze waarop mevrouw omgaat met de beperkingen van haar ernstige longaandoening (dissimuleren), de werkgever die niet bekend is met COPD en daardoor de situatie niet juist inschat, de bedrijfsarts wordt (te) laat om raad gevraagd.


Om verzuim te voorkómen moet er meer gebeuren. De diagnose ‘COPD’ moet vaker en eerder worden gesteld. Bedrijfsarts, huisarts en specialist dienen zich bewust te zijn dat ervaren klachten en beperkingen van belang zijn, ook voor het voorspellen van verzuim. Alert reageren en doorvragen licht daarbij maar al te vaak een sluier op. De huisarts en longarts dienen een patiënt te adviseren om zijn gezondheidsproblematiek bekend te maken bij de bedrijfsarts, ook al is er nog geen sprake van verzuim. Ook de werkgever had zijn zorgen moeten uiten en deze werkneemster eerder naar de arbodienst moeten verwijzen. Dankzij actuele medische informatie kan de bedrijfsarts de belasting en belastbaarheid in kaart brengen, een werkplan opstellen en advies geven aan de leidinggevende van de betrokken werknemer.


Anticiperen op verzuim vereist een gezamenlijke inspanning en benadrukt de noodzaak van informatie uitwisseling en samenwerking. n

Het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen ‘Opgelucht werken’ wordt gedragen door het Universitair


Long Centrum Dekkerswald (ULC) en


de afdeling Sociale Geneeskunde van


het UMC St Radboud in Nijmegen. Correspondentieadres: Postbus 9001, 6560 GB Groesbeek, tel. 024 6859911, e-mail:

opgelucht-werken@kenniscentra.nl


Het is niet altijd gemakkelijk om gezondheidsklachten van patiënten in verband te brengen met het werk dat zij doen. Mede om artsen daarbij te helpen zijn kenniscentra voor arbeidsrelevante aandoeningen (NKAA) opgericht, die de kennis op dit gebied moeten verzamelen, toegankelijk maken en verspreiden. Ook kunnen artsen een beroep doen op de diensten van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB).

In een reeks korte bijdragen beschrijven deze vijf centra met welke vragen artsen bij hen terechtkunnen en wat voor soort antwoorden zij mogen verwachten. Deze week een bijdrage van het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen ‘Opgelucht werken’.

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.