Verdubbeling prevalentie diabetes type 1 bij kinderen

Dat praktijkvragen aanleiding kunnen zijn voor een promotieonderzoek bewijst kinderarts Angelien Spaans-Hummelink met haar proefschrift. Zij had de indruk dat steeds meer kinderen de diagnose diabetes type 1 kregen, wat bleek te kloppen.

De laatste gegevens van de incidentie en prevalentie van diabetes type 1 stamden uit 1996-1999. Spaans-Hummelink verkreeg nieuwe cijfers vanuit gedeclareerde zorgdata in Nederland. Hieruit bleek een verdubbeling van de prevalentie van 11.1 per 100 duizend kinderen in 1978-1980 naar 21.4 per 100 duizend in 2010-2011. Dit is een van de bevindingen die leidden tot haar promotie, op 15 mei aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Spaans-Hummelink onderzocht ook de incidentie van diabetes type 1 bij kinderen. Opvallend was dat er in de periode 2009-2011 sprake was van een piekincidentie in de herfst en winter. Eerdere onderzoeken suggereren dat bijvoorbeeld een verlaagd vitamine D, verschil in temperatuur, blootstelling aan antigenen (virussen) en veranderde voeding daar een oorzaak van kunnen zijn. Een sluitende verklaring vindt Spaans-Hummelink echter ook niet.

De onderzoekster vroeg zich verder af in hoeverre pubers zelf in staat zijn hun bloedsuikerspiegel te regelen. Uit de studie blijkt dat hoe ouder de puber is, hoe slechter de therapietrouw voor insulinepompbehandeling. Hier valt dus nog veel te winnen door educatie en training aan ouders en kinderen.