Laatste nieuws
Achter het nieuws

Vallen onder ouderen neemt toe: tijd voor betere preventie

Nieuwe wereldwijde richtlijn biedt nieuwe inzichten

4 reacties
Flip Franssen/ANP
Flip Franssen/ANP

Met de vergrijzing stijgt ook het aantal overlijdens en ernstige letsels door vallen bij ouderen. Effectieve valpreventie wordt dus steeds belangrijker. Een nieuwe wereldwijde richtlijn toont hiervoor de wetenschappelijke onderbouwing en geeft aanbevelingen. Nathalie van der Velde, hoogleraar ouderengeneeskunde, licht de vijf belangrijkste toe.

Begin oktober was het ‘valpreventieweek’. Het zal dan ook geen toeval zijn geweest dat het Centraal Bureau voor de Statistiek rond die tijd bekendmaakte dat in 2021 twee keer zoveel mensen aan een val overleden dan tien jaar geleden. Dit betekent dat er elke dag zo’n vijftien mensen overlijden aan een val.

Dat zijn vooral ouderen: zo’n 43 procent was 80 jaar of ouder. Daarnaast verwacht kennisinstituut VeiligheidNL dat bij gelijkblijvend beleid het aantal opnames op de Spoedeisende Hulp (SEH) de komende tien jaar met 50 procent toeneemt. In 2021 kwamen er al zo’n 105 duizend 65-plussers na een val op de SEH terecht. 80 duizend (76%) van hen liepen ernstig letsel op, waarvan de meestvoorkomende hersenletsel, een heup- of polsfractuur zijn. Zo’n 12 procent van de mensen die op de SEH terechtkomen, wordt daarna tijdelijk of permanent in een verpleeghuis opgenomen. Belangrijkste oorzaak van het toegenomen vallen is de vergrijzing: met de leeftijd nemen onder meer de spierkracht en balans af. Daarnaast is bij ouderen vallen vaak een symptoom van een onderliggende aandoening of medicatiegebruik, en dat terwijl mensen tegenwoordig langer met meer ziektes leven en met meer medicatie.

Wereldwijde richtlijn

Nathalie van der Velde, hoogleraar ouderen­geneeskunde in het bijzonder valpreventie (Amsterdam UMC), maakt zich zorgen over de toename van vallen, omdat het niet alleen tot hoge morbiditeit, mortaliteit en zorgkosten leidt, maar ook van grote invloed is op de kwaliteit van leven en zelfredzaamheid van mensen. ‘Mensen worden bang om te vallen, wat leidt tot een negatieve spiraal met verdere toename van het valrisico. En dat terwijl vallen niet bij het ouder worden zou moeten horen.’ Samen met twee andere hoogleraren ouderengeneeskunde, uit Canada en het Verenigd Koninkrijk, leidde zij een stuurgroep van 96 andere experts uit 39 landen die als doel had een wereldwijde richtlijn Valpreventie op te stellen. Deze verscheen onlangs in het wetenschappelijke tijdschrift Age and Ageing en is gebaseerd op wetenschappelijk bewijs en expertconsensus. Van der Velde: ‘Het is een richtlijn die bedoeld is voor zorgverleners en beleidsmakers. Hiermee hebben we namelijk in handen hoe effectieve valpreventiezorg eruit zou moeten zien. Ook in Nederland kunnen we namelijk veel dingen nog beter doen.’ Van der Velde pikt de belangrijkste vijf aanbevelingen eruit en licht toe hoe we die in de Nederlandse praktijk kunnen toepassen.

1. Een laag valrisico betekent niet dat er geen risico is, dus zet altijd in op preventie.

Bij de snelle valrisicotest die iedere zorgverlener kan afnemen worden twee vragen gesteld: ‘Bent u in de afgelopen twaalf maanden gevallen?’ en ‘Heeft u moeite met bewegen, lopen of balans houden?’. Als op beide ‘nee’ wordt geantwoord valt iemand onder ‘geen verhoogd risico’, ofwel laag risico. ‘Een oudere met een laag risico heeft desondanks nog steeds een risico om te vallen, namelijk 30 procent kans per jaar. De nieuwe richtlijn maakt duidelijk dat een dergelijke ‘laag risico’-groep niet gelijkgesteld moet worden met ‘geen risico’, vertelt Van der Velde. ‘En dat betekent dat de nieuwe richtlijn adviseert om bij deze groep primaire preventie in te zetten door middel van voorlichting over val­preventie en het belang van bewegen en gezonde voeding. In Nederland kunnen we dat nog veel actiever doen.’

2. Tussen laag en hoog risico bestaat een tussencategorie: matig risico.

‘In de wereldwijde richtlijn staat een stroomdiagram over valrisicoschatting, waarbij drie groepen worden onderscheiden: laag, matig en hoog risico’, zegt Van der Velde. De ‘matig risico’-groep is de groep van mensen die in het afgelopen jaar zijn gevallen en die een slecht evenwicht hebben of van wie het lopen gestoord is. Van der Velde: ‘In Nederland onderscheiden we deze groep nog niet, terwijl deze mensen er baat bij hebben te trainen in kracht, balans en lopen. De literatuur laat zien dat een valtraining onder leiding van gecertificeerde trainers zoals fysiotherapeuten, bewezen effectief is, in tegenstelling tot ouderengym of algemene beweegadviezen. Dat kost wat, maar het levert uiteindelijk geld en kwaliteit van leven op. Het zou mooi zijn als deze bevinding meegenomen wordt in het landelijke programmaplan Valpreventie dat in opdracht van het ministerie van VWS momenteel wordt uitgewerkt en in 2023 van start gaat.’

3. Houd bij het opstellen van het behandelplan rekening met de overtuigingen en houding van de oudere ten aanzien van vallen.

‘We zijn vaak geneigd om bij ouderen die een valrisicobeoordeling hebben gekregen een vast behandelplan te volgen, terwijl het effectiever is dit te personaliseren. Door beter aan te sluiten op de doelen van de oudere zelf, zoals het behouden van zelfredzaamheid, kunnen we veel meer bereiken.’ Daarnaast merkt Van der Velde op dat een valrisico­beoordeling in de eerste en tweede lijn nog te weinig wordt gedaan. ‘Dat komt deels doordat mensen zich na een val niet altijd melden bij de huisarts of andere zorgverleners. En als ze zich wel melden, dan is er niet altijd de tijd en de kennis om een dergelijke analyse te doen. Ook zou het goed zijn als disciplines zoals thuiszorg, apothekers en podo-, ergo- en fysiotherapeuten, structureel de valrisicotest en een eventuele valrisicobeoordeling doen.’

Vallen is vaak een medicatiebijwerking

4. Beoordeel het valrisico vóórdat een valrisicoverhogend medicijn wordt voorgeschreven.

‘Te weinig artsen en ouderen beseffen dat vallen een belangrijke medicatiebijwerking is. Bij mensen met polyfarmacie en mensen die al gevallen zijn is het dan ook belangrijk om minstens één keer per jaar te bekijken of bepaalde medicatie gestaakt of afgebouwd kan worden.’ Van der Velde geeft aan dat de nieuwe richtlijn nog een stapje verder gaat: ‘Een arts zou, voordat hij start met een medicijn, moeten beoordelen of het een valrisicoverhogend middel is. Indien dat zo is, zou hij met de patiënt dienen te besluiten of de indicatie opweegt tegen de bijwerkingen, zeker als iemand al een verhoogd valrisico heeft. Meerdere studies laten bijvoorbeeld zien dat de meeste ouderen het voorkomen van valincidenten en behouden van zelfredzaamheid verkiezen boven het voorkomen van andere negatieve uitkomsten zoals overlijden of een cardiovasculair event.’ Omdat het afbouwen van medicatie in de praktijk lastig blijkt, is recentelijk door Europese experts onder leiding van Van der Velde een digitale screeningstool (STOPPFall) ontwikkeld. Hiermee kunnen artsen stapsgewijs beoordelen of een medicament het valrisico verhoogt en welke overwegingen meegenomen kunnen worden om een medicijn wel of niet af te bouwen.

5. Houd er bij een acute val rekening mee dat er mogelijk een onder­liggende (acute) aandoening/probleem speelt.

Van der Velde: ‘Wat ook nieuw is, is dat we expliciet gemaakt hebben dat bij plots, herhaaldelijk of onbegrepen vallen moet worden gedacht aan atypische ziektepresentatie, dus aan een onderliggende ziekte zoals een acuut cardiovasculair event, een long­ontsteking of een medicatiebijwerking. Te vaak komen mensen met een verhaal van struikelen dat ze wijten aan hun omgeving, een losliggende stoeptegel bijvoorbeeld. En dat terwijl ouderen in de helft van de gevallen zich geen wegraking kunnen herinneren. In Nederland schrijft de richtlijn al voor dat de SEH na een val een gedeeltelijke valrisico­beoordeling doet en ervoor zorgt dat de analyse elders wordt afgerond. Maar het is nog te onduidelijk voor SEH’s aan welke aandoeningen zij precies moeten denken en welk onderzoek zij al direct moeten inzetten. Hierover volgen binnenkort in de Nederlandse richtlijn specifiekere aanbevelingen. Want juist in deze groep is de valanalyse heel belangrijk, aangezien we weten dat ongeveer 20 procent van de mensen die vallen binnen een maand weer terug is op de SEH met een val.’  

Lees ook:

Achter het nieuws ouderenzorg
  • Sophie Niemansburg

    Sophie Niemansburg is arts maatschappij + gezondheid met profiel infectieziektebestrijding. Daarnaast promoveerde zij binnen de medische ethiek. Na een stage bij Medisch Contact sloeg ze het journalistieke pad in. Ze schrijft voor Medisch Contact onder andere over wetenschap, tuchtzaken en medische-ethische onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • I.E. Ullmann

    Huisarts, Oosterbeek

    Er was een tijd, dat je in de huisartsenpraktijk tijd had die je vrij kon inroosteren om visites aan te bieden aan mensen die extra aandacht nodig hadden. Dan keek je hoe de woonsituatie was, of er spullen over de datum in de ijskast stonden, of de m...edicatiestripjes voor de patiënt duidelijk waren, beetje zo. Je keek waar er behoefte aan was en leverde zorg op maat, omdat een protocol je net zo min in staat stelt een mensenleven risicoloos en steriel in te richten, en de vraag is in hoeverre er dan nog wordt geleefd. En vooral besprak je hoe het ging sinds overlijden van ega, mat je eens een bloeddruk en besprak je problemen waar mensen tegenaan liepen in een vroeg stadium, voordat het leidde tot letsels waar mensen zich mee moesten melden. Die tijd is weg gesubstitueerd en sociale visites worden niet meer vergoed.

    Niet alles was beter vroeger. Veel dingen zijn nu veel beter, maar dit missen mensen. Mensen vinden het niet fijn dat er buiten de protocollen om steeds minder ruimte is voor zorg op maat, waar ook een sterke preventieve werking vanuit gaat. Dat dit soort zaken eruit worden bezuinigd, terwijl er met lobby doorspekte niet werkzame preventieprogramma's worden opgestart, en de vaste huisarts om zeep wordt geholpen door de financieringsstructuur, daar ligt een verbeterpunt. Zo langzamerhand mogen we ons gaan afvragen wat deze aanpak ons kost, materieel en niet-materieel, tav wat het ons oplevert.

    [Reactie gewijzigd door Hövell tot Westervlier - Ullmann, Isabel van op 21-10-2022 21:38]

  • P.J.M. van Loon

    Orthopeed / houdingsdeskundige, Oosterbeek

    Meer systematische aandacht voor valpreventie bij ouderen is zeker zeer waardevol. Maar in een medisch vaktijdschrift hadden we naast zinvolle zaken als comorbiditeit toch wat meer aandacht voor specifieke medische aspecten verwacht. En ondertussen e...en acceptatie, dat het niet zomaar de "vergrijzing" is, die de snelle stijging kan verklaren. Het problemencomplex moet veel vroeger in het leven al zijn aanvang nemen.
    In de statistieken zien we al jarenlang hoge aantallen en een stijging van ernstige kwetsuren door vallen aangeboden op SEH’s, en nu al 5400 doden per jaar.
    Het CBS telt deze sterfte als doden door een accidentele val. Meest oudere mensen die breuken oplopen en daardoor binnen 4 weken aan de gevolgen overlijden. Hoe kan het dat zoveel vallen gepaard gaan met botbreuken? Meest plausibele kandidaat is zwak bot door osteoporose. Maar dan is er iets vreemds aan hand met de officiële cijfers. Volgens dezelfde statistieken waren er in 2020 slechts 102 indirecte doden door osteoporose. Ra, ra, hoe kan dat?

    Osteoporose kent hetzelfde meetprobleem als het registreren van sterfte door Covid-19 ( CPR-meting). Bij osteoporose registreert men een sterfte als osteoporose als er osteoporose is vastgesteld/gemeten. Osteoporose wordt gemeten door middel van een zgn. Dexa – meting. Maar die wordt pas gedaan- bij meestal ouderen- nadat patiënt een breuk heeft opgelopen. Dus mensen die nog niet eerder een breuk hebben gehad, en bij wie daarom nog geen Dexa-meting is gedaan, en overlijden door vallen zonder dat de diagnose alsnog is gemaakt, worden niet gekoppeld aan osteoporose.

    Wat we kennelijk missen in de eerste lijn is goed instrumentarium om een toename van het risico op botzwakte objectief en eenvoudig vast te stellen. Hetzelfde kan gelden voor de degeneratieve neuropathie door de steeds vaker en vroeger voorkomende lumbosacrale stenose, waardoor het lopen steeds moeilijker wordt en de balans afneemt.

    Goede preventie van de snel stijgende ziektelast verdient nl. niet alleen objectiveren en mitigeren van valrisico’s, maar ook van kunnen meten van (toename van) het risico op (ernstige) botzwakte. En daar in een vroeg stadium gerichte preventie op zetten. Anders blijft het dweilen met de kraan open.

  • H. van der Pol

    psychiater, Heerenveen

    'Vallen onder ouderen...', ik heb de zin een paar keer moeten lezen om de betekenis te vatten. Maar misschien ligt dat aan mijn leeftijd, ik val tenslotte ook bijna onder de ouderen.

  • F.B. van de Weg

    Revalidatiearts. b.vandeweg@revant.nl, F.B. van de Weg, Goes

    Hoe je het wendt of keert, er wacht ons door de dubbele vergrijzing een tsunami aan complicaties door vallen - in mijn praktijk vooral mensen met hersenletsel. En een collumfractuur (18.000 per jaar in Nederland) is ook geen pretje.Een generieke rich...tlijn met praktische aanbevelingen is dan ook zeer welkom.
    Om te beginnen moeten we de hand diep in iatrogene boezem steken. Minder pillen, meer preventie. Stimuleren van gezond gedrag. Ik heb nog nooit een patiënt gehad die door het eten van een bak fruitsalade is gevallen. Maar wel aardig wat die door neuropathie onveilig liepen, en voor de neuropathie klachten pregabaline (Lyrica) voorgeschreven kregen. Daarvan hartstikke duizelig en, u raadt het al…Heel toepasselijk dus, die bespreking van het boek over verantwoord psychofarmaca afbouwen in hetzelfde nummer.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.