Vaker trombose met nieuwste anticonceptiepillen

De nieuwste orale anticonceptiva verhogen de kans op veneuze trombose meer dan de oudere middelen. Dit bevestigen Yana Vinogradova e.a. in een grote casecontrolstudie waarover ze schrijven in The BMJ.

Ze gebruikten twee grote Britse eerstelijnsdatabanken om 10.500 vrouwen tussen 15 en 49 jaar oud te identificeren die een veneuze trombo-embolie doormaakten. Ze zochten daar 42.000 gematchte controles bij. Na analyse komen de onderzoekers erop uit dat de oudere combinatiepillen (die levonorgestrel of norethisteron bevatten) de kans op trombose 2,5 keer verhogen.

De nieuwere pillen (met desogestrel, gestodeen, cyproteron en drospirenon) verhogen de kans ongeveer 4 keer. De risicoverhoging is nog groter als alleen wordt gekeken naar idiopathische trombose (waarbij geen andere risicofactoren voor trombose spelen, zoals recente chirurgie) of alleen naar de vrouwen die antistolling nodig hebben voor de trombose (waarbij de kans groter is dat de diagnose trombose klopte). Bij hen was het risico op trombose met de nieuwe pillen twee keer hoger dan met de oude pillen.

Vinogradova e.a. vonden geen verschil tussen korte- en langetermijngebruiksters. Eerder werd gedacht dat de verhoogde kans op trombose vooral in de eerste weken van gebruik zou spelen. Dat blijkt niet het geval.

Voor de duidelijkheid: in deze databanken ligt de incidentie van trombose rond de 6/10.000 vrouwen per jaar. Gebruik van een van de oude middelen levert per jaar per 10.000 behandelde vrouwen 6 tot 7 extra trombosegevallen op in vergelijking met geen gebruik. Voor de nieuwe middelen zijn dat er 11 tot 14. Om één extra trombosegeval te bewerkstelligen met levonorgestrelhoudende middelen, moeten er tegen de 1500 vrouwen een jaar lang deze pillen gebruiken. Voor drospirenon zijn dat er 572. Dit zijn cijfers die in de voorlichting aan vrouwen van toepassing kunnen zijn.

Sophie Broersen

Lees ook:

• Leren van Diane-35, 23-10-2013
• Meer trombose door ‘moderne’ anticonceptie, 11 mei 2012