Vaccinatiegegevens adoptiekind weinig betrouwbaar

De vaccinatiegegevens van internationaal geadopteerde kinderen zijn weinig betrouwbaar. Dat concluderen Emaculate Verla-Tebit c.s. in The Archives of Pediatrics van mei. Verla-Tebit c.s. bepaalden van 465 geadopteerde kinderen uit onder andere Rusland, China en Guatemala de titer tegen difterie, tetanus, polio, hepatitis B en mazelen.

Van de kinderen met drie of meer gedocumenteerde difterievaccinaties, had 94,6 procent een volledige immuniteit voor difterie; van degenen die ten minste drie keer tegen tetanus waren ingeënt, was 87,2 procent volledig immuun voor tetanus. Voor polio vonden de onderzoekers een immuniteit van 58,3, 82,4 en 51,9 procent voor respectievelijk polio type 1, 2 en 3. Voor hepatitis B was 94,1 procent immuun. Van de kinderen die minstens één mazelenvaccinatie hebben gehad, was 80,8 procent immuun. Kinderen uit de Verenigde Staten zijn goed beschermd tegen difterie (99,4% immuniteit), tetanus (100%) polio type 1, 2 en 3 (100%) en hepatitis B (98,2%), aldus de onderzoekers.

De lagere titers van de adoptiekinderen zijn vooral te verklaren door de onjuiste behandeling van de vaccins en fouten in de documentatie. De verklaring moet slechts gedeeltelijk worden gezocht in het feit dat de titer na adoptie wordt bepaald, onafhankelijk van het moment van inenting, aldus de auteurs.

Ondervoeding blijkt geen effect te hebben. Geboorteland en de preadoptieve omgeving zijn wel van invloed.

De auteurs bevelen aan de vaccinatiegegevens niet te accepteren als bewijs voor immuniteit en ouders te laten kiezen tussen revaccinatie en vaccinatie gebaseerd op het bepalen van titers. DvD

Arch Pediatri Adolesc Med 2009; 163 (5): 473-9