Vaak misclassificatie dementie met korte cognitieve testen

Korte cognitieve testen voor dementie, zoals de MMSE, misclassificeren patiënten vaak. Per test zijn verschillende factoren aan te wijzen die de kans op een verkeerde uitslag voorspellen. Dit schrijven Janice Ranson e.a. in Neurology: Clinical Practice. 

Zij vergeleken de uitslagen van drie korte testen: de MMSE, de Memory Impairment Screen (woorden onthouden en reproduceren) en het opnoemen van zoveel mogelijk dieren in één minuut (animal naming, AN). De ruim achthonderd proefpersonen deden mee aan een langer lopende cohortstudie naar veroudering en geheugen. Zij ondergingen uitgebreid onderzoek om vast te stellen of er sprake was van dementie, van milde cognitieve stoornissen, of geen van beide.  

Misclassificatie op minimaal één test vond plaats bij ruim één op de drie deelnemers, maar nog geen 2 procent van hen liet een verkeerde uitslag op alle drie de korte testen zien. Van de deelnemers zonder dementie die een fout-positieve uitslag hadden op de testen, was bij ruim driekwart sprake van milde cognitieve functiestoornissen. Per test waren er verschillende factoren die voorspelden of een test een fout-positieve dan wel -negatieve uitslag zou opleveren. Eén factor was voorspellend voor misclassificatie op alle testen: namelijk als er heteroanamnestisch geen aanwijzing is voor een slecht geheugen. Enkele factoren waren al bekend, zoals dat de kans op een fout-negatieve uitslag van de MMSE groter is bij hogeropgeleiden.  

Het loont de moeite dergelijke factoren van invloed te onderscheiden, zodat hulpverleners meer gericht dergelijke screeningsinstrumenten kunnen inzetten.  

Neurology: Clinical Practice, 2019. Doi: 10.1212/CPJ.0000000000000566