Laatste nieuws

Tuchtrecht reikt ook over de grens

3 reacties

Samenvatting

  • Het Centraal Tuchtcollege heeft de klacht tegen een internist, die in Nepal hulp weigerde aan een Nederlandse vrouw, ongegrond verklaard.
  • Het tuchtrecht is van toepassing over de grens, maar hulp verlenen is alleen verplicht in noodsituaties.
  • Het tuchtcollege gaat ervan uit dat elke arts bekwaam genoeg is om noodhulp te verlenen.
  • Alcoholgebruik kan een reden zijn om niet te helpen, ‘geen zin’ niet.


Klacht ongegrond want Nepal-zaak was geen noodsituatie

Nederlandse artsen in het buitenland zijn tuchtrechtelijk aansprakelijk, ook als ze vakantie vieren. Er zijn echter wel mitsen en maren. Dat blijkt uit de recente uitspraak van het Centraal Tuchtcollege in de veelbesproken Nepal-zaak.

Bijna elke Nederlandse arts heeft het wel eens meegemaakt: ben je net lekker ontspannen op vakantie, wordt er plots een beroep gedaan op je professionele vaardigheden als arts omdat iemand onwel is geworden. De kleurrijke casussen uit de serie Is er een dokter op het strand spreken wat dat betreft boekdelen.

De aanleiding voor de verhalenserie over buitenlandse belevenissen is de Nepal-zaak (zie de uitspraak: Bent u in Nepal ook dokter?). Die betreft een internist die tijdens een wandeltocht in de Himalaya te hulp werd geroepen. Een Nederlandse vrouw in een ander reisgezelschap had bij een val haar pols bezeerd en liet vragen of de internist even wilde kijken. De arts had er toen net een wandeling van acht uur op zitten en was zich aan het opfrissen. Hij hoorde dat de vrouw na de val nog een uur had gelopen en leidde daaruit af dat de ernst meeviel. Hij verklaarde dat hij als internist geen verstand had van botten en adviseerde een andere arts te zoeken. Later hoorde hij dat een Franse arts de vrouw had verzorgd.

Terug in Nederland diende de vrouw een klacht in tegen de internist. Het Regionaal Tuchtcollege in Eindhoven concludeerde vorig jaar dat de arts geen hulp had mogen weigeren en legde een waarschuwing op.

Noodsituatie
Vorige week deed het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg uitspraak in hoger beroep. Anders dan het regionaal tuchtcollege vindt het Centraal Tuchtcollege niet dat de internist zijn plicht heeft verzaakt. Het college stelt wel vast dat het tuchtrecht van toepassing is op Nederlandse zorgverleners in het buitenland. Van een arts kan echter alleen worden geëist dat hij ten minste eerste hulp verleent in noodsituaties en bij calamiteiten. Of hij daarbij tuchtrechtelijk aansprakelijk is, hangt bovendien af van geldende plaatselijke wet- en regelgeving en gebruiken. Een gebroken pols is geen calamiteit of noodsituatie. De klacht tegen de internist is daarom ongegrond.

‘Het is soms spitsroeden
lopen in het recht’

Onduidelijkheid
‘Je hoeft niet altijd dokter te zijn’, concludeert hoogleraar gezondheidsrecht Johan Legemaate ‘Als er geen sprake is van een noodsituatie ben je niet verplicht een patiënt te helpen. In een noodsituatie moet je altijd doen wat je kunt.’ Volgens Legemaate biedt de uitspraak een oplossing voor een ‘ongemakkelijke discussie’: artsen hoeven niet bang te zijn dat ze op vakantie problemen krijgen om hun dokter-zijn.

Dit oordeel wordt niet door iedereen gedeeld. Hein Taminiau, advocaat van de gedaagde internist, vindt bijvoorbeeld dat de uitspraak de onduidelijkheid over aansprakelijkheid in het buitenland niet wegneemt. ‘Het zal van geval tot geval verschillen of een dergelijke klacht uiteindelijk tot een tuchtrechtelijke veroordeling zal leiden.’

Aart Hendriks, hoogleraar Gezondheidsrecht in Leiden en per 1 oktober coördinator Gezondheidsrecht van de KNMG, is om meerdere redenen niet gelukkig met de uitspraak. ‘Ik heb er moeite mee dat de Wet BIG van toepassing wordt verklaard op Nederlandse artsen in het buitenland. Om één bezwaar te noemen: de inspectie voor de gezondheidszorg kan in het buitenland geen toezicht houden.’

Verder vindt Hendriks net als Taminiau dat de uitspraak in praktische zin niet helemaal helder is. ‘Het is lastig aan te geven wanneer iemand wel of niet tuchtrechtelijk aansprakelijk is. De Wet BIG is van toepassing, maar een arts moet ook rekening houden met de lokale wetten, regels en gebruiken. Van een Nederlandse arts die in het buitenland werkt, mag je nog verwachten dat hij de lokale wetten en regels kent, maar voor een arts die als toerist het land bezoekt ligt dat anders. Het wordt dan wel lastig om te voorspellen hoe de tuchtrechter over voorkomende gevallen zal oordelen.’

Spitsroeden
Het was te verwachten dat de uitspraak voor discussie zou zorgen. Dat voorzag het Centraal Tuchtcollege zelf ook al. Hoewel het zeer ongebruikelijk is, geeft voorzitter Auko Scholten van het Centraal Tuchtcollege daarom graag een toelichting. ‘Het is soms spitsroeden lopen in het recht’, zegt Scholten. ‘We hebben in deze zaak vele verschillende posities en situaties onder ogen gezien, maar hebben nu wel een ondergrens gelegd in wat van een Nederlandse arts in het buitenland mag worden verwacht – op vakantie of niet.’

Scholten: ‘Wat we niét wilden is dat een arts weg komt met “ze zoeken het maar uit”. Je moet bij een noodtoestand in principe zelf gaan kijken of anders zeker weten dat je van de inschatting van een ander op aan kunt. Dat was in deze zaak het geval.’

Een arts kan onbekwaam zijn om hulp te verlenen, vindt Scholten. ‘Het gebruik van drank of slaappillen zou je kunnen disculperen. Maar “te moe” of “ik ben op vakantie” niet. Wij gaan ervan uit dat elke arts, ook een psychiater, in beginsel bekwaam genoeg is om in een medische noodsituatie naar vermogen adequaat te handelen, althans een poging kan ondernemen om hulp te bieden.’

Vakantie
Voor tuchtrechtelijke aansprakelijkheid is noch de nationaliteit van de patiënt, noch het grondgebied van belang, zegt Scholten. ‘Maar wél of een arts BIG-geregistreerd is of niet. Die registratie is toch ook een kwaliteitskeurmerk. De Wet BIG geldt dus ook in het buitenland. Voor BIG-geregistreerde artsen die daar werken, maar ook voor hen die vakantie vieren.’

Scholten erkent dat de nu door het Centraal Tuchtcollege geformuleerde norm – die andere landen overigens ook hanteren – niet alle onzekerheid kan wegnemen. Artsen blijven soms voor lastige keuzes staan. ‘Bijvoorbeeld in sommige staten van de VS waar afwijkende regels en een ander aansprakelijkheidsregiem gelden, maar ook in ontwikkelingslanden waar de interventiemogelijkheden onvergelijkbaar zijn met de mogelijkheden die we hier hebben. Naar al die factoren wordt bij een tuchtrechtelijke beoordeling gekeken en nee, je hoeft je zeker niet tevoren op de hoogte te stellen van de lokale wet- en regelgeving op hulpverleningsgebied voordat je als arts op vakantie gaat.’

Dan rest de vraag hoe niet-praktiserend artsen zich moeten opstellen in het buitenland. ‘Daar hebben we niet over nagedacht’, zegt Schouten eerlijk. ‘Maar we zouden er ook geen uitspraak over hebben kunnen doen omdat die kwestie niet voorlag en rechters geen beslissing mogen geven over een onderwerp waarover tussen partijen geen debat is geweest.’

Robert Crommentuyn
Ben Crul
redactie@medischcontact.nl


Interview met CTG-voorzitter Scholten: 'Een rechter is geen dominee'
Uitspraak: Bent u in Nepal ook dokter? 
Rubriek Tucht

<strong>PDF van dit artikel</strong>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • N. van Ruitenburg, architect

    , Krimpen aan den IJssel

    In dit artikel komt de voorzitter van het CTC aan het woord. Hij noemt als uitgangspunt van de zaak een noodsituatie. Het gaat echter om de toepassing van artikel 47 van de Wet BIG waarvan het eerste lid luidt: “degene, met betrekking tot wiens gezon...dheidstoestand …….. zijn bijstand is ingeroepen;” Het gaat niet om noodsituaties.

    Tijdens de zitting van het CTC heeft de voorzitter gemachtigde van verweerder zelfs het woord ontnomen toen deze wilde ingaan op de gedragsregels van de KNMG, die wel praten over noodsituaties. De voorzitter onderbrak verweerder met de woorden dat het uitsluitend ging de Wet BIG.

    In het artikel in Medisch Contact zegt de voorzitter vervolgens dat iemand niet wegkomt met “ze zoeken het maar uit”. Dit is juist wat er wel gebeurd is: De internist heeft tijdens de openbare zitting voor het Regionaal Tuchtcollege in Eindhoven, terugkomend op zijn eerdere schriftelijke verklaringen toegegeven dat hij niet is ingegaan op de hem direct gestelde hulpvraag, dat hij vervolgens was afgeleid door zijn vrouw die hem een armbandje wilde laten zien en dat hij de zaak daarna was vergeten.

    Daar betoont hij tijdens die zitting spijt van. Daarom verlaagt het college de tegenopgelegde sanctie. Het centraal tuchtcollege heeft kennis genomen van deze door klager zelf ingebrachte zienswijze, maar deze in haar eindoordeel niet benoemd of meegewogen.

    Ondanks het feit dat klager schuld heeft bekend is zijn veroordeling teruggedraaid. Ik schrijf deze reactie omdat ik van mening ben dat een tuchtcollege recht moet spreken op basis van waarheidsvinding. Als de voorzitter van het centraal tuchtcollege zich in de openbaarheid uitspreekt dient hij zich er ook rekenschap van te geven dat ook zijn uitspraken op waarheid kunnen worden getoetst.

  • Henrik Jordan, Psychiater

    , Steenwijk

    Volgens het Centraal Tuchtcollege is het Nederlandse tuchtrecht van toepassing voor Nederlandse hulpverleners in het buitenland. Volgens mij hebben ze het helemaal verkeerd.

    Het tuchtrecht in het kader van de wet BIG is daarvoor bedoeld de kwaliteit... van de beroepsuitoefening in Nederland op een bepaald niveau te houden. Het is Nederlands recht en is daarom geldig in Nederland. Het Nederlandse recht is niet overal in de wereld van toepassing.

    Als een Nederlandse arts in zijn vakantie in het buitenland de geneeskunde zonder vergunning van de plaatselijke overheid zou uitoefenen, zou die zich strafbaar maken. Hij mag van zijn kennis gebruik maken in het kader van een noodgeval, dan zou die zoals iedere andere ook onder de wet strafrecht of civielrecht vallen (b.v. als die de hulp zou weigeren). Maar dat is dan niet de taak van de Tuchtcollege, daarover te oordelen.

    Als de collega's van de tuchtcolleges geloven, dat ze voor de hele wereld verantwoordelijk zijn, weten ze blijkbaar niet wat hun taken zijn en brengen ze Nederlandse artsen zonder noodzaak in conflict met de wetgeving in andere landen.

  • E. Braak

    , ZUID-SCHARWOUDE

    Dit artikel roept enkele nieuwe vragen op:
    Hoe staat het met de aansprakelijkheidsverzekering en met de rechtsbijstandverzekering wat betreft de dekking in het buitenland ?
    Zijn we als arts door deze uitspraak nu genoodzaakt om voor beide
    soorten ...verzekeringen werelddekking aan te vragen ?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.