Laatste nieuws
4 minuten leestijd
Federatienieuws

Transparantieregister Zorg is geen zwarte lijst

Plaats een reactie

Samenwerking tussen artsen en farmaceutische en hulpmiddelenindustrie brengt de ontwikkeling van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen verder. Dit is in het belang van de patiënt. In die samenwerking spelen echter ook persoonlijke en financiële belangen een rol.

Toen huisarts Ted van Essen voor de eerste keer als televisiedokter bij Omroep Max zat, verwachtte hij daarna de farmaceutische industrie aan de deur. Hoe aantrekkelijk is het als een televisiedokter praat over bepaalde aandoeningen waarvoor hij specifieke medicijnen of hulpmiddelen kan voorschrijven. Maar dit gebeurde niet. Zijn voornemen om in zo’n situatie een duidelijk ‘nee’ te laten horen, bleek een ijdele gedachte, zegt hij lachend: ‘De farmaceutische industrie weet dat dokters daar niet aan beginnen.’

Sinds Van Essen begin vorig jaar stopte als huisarts, is hij naast bestuurslid van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) onder meer toezichthouder bij het Transparantieregister Zorg. Toezicht door en voor de eigen beroepsgroep is goed, zegt hij, omdat dit door professionals gebeurt die weten wat essentiële vraagstukken zijn.

Verplicht melden van financiële relaties

Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat artsen behandelbeslissingen nemen op integere gronden. Alleen transparant zijn is niet voldoende. Voor financiële relaties tussen artsen en commerciële organisaties gelden regels. Hiervoor zijn twee gedragscodes ontwikkeld: een voor medicijnen, opgesteld door de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en een voor de hulpmiddelenmarkt, opgesteld door de Stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH). De financiële relaties worden vermeld in het Transparantieregister Zorg, waar iedereen die dat wil, kan opzoeken welke financiële relaties een zorgverlener heeft met de farmaceutische en/of medische hulpmiddelenindustrie. Op basis van de cijfers in het transparantieregister kan zonder navraag geen conclusie worden getrokken over de aard van een relatie. Een patiënt kan op basis hiervan het gesprek met zijn arts aangaan over de reden van het voorschrijven van een bepaald merk medicijn of hulpmiddel.

Geen zwarte lijst

Ted van Essen wijst nadrukkelijk van de hand dat het transparantieregister een soort zwarte lijst is. In het transparantieregister staan de financiële relaties die volgens de wet en de gedragscodes zijn toegestaan. Het is juist goed dat tussen dokters en industrie relaties bestaan, benadrukt hij. ‘Dokters kunnen de industrie feedback geven over de werking van en behoefte aan medicijnen. En de industrie wil middelen maken die daadwerkelijk gebruikt worden.’

Ook Ted van Essen staat in het transparantieregister. Van Essen is expert op het gebied van griepvaccinatie en wordt regelmatig gevraagd als spreker. In 2014 gaf hij een lezing in de Baltische staten. Sponsor van die lezing was Sanofi, producent van een griepmedicijn. Hij ontving er 880 euro voor. Mag dat wel? Ja, dat mag, zegt Van Essen. ‘Maar ik moet daarin wel transparant zijn. Duidelijk kunnen maken wat ik voor dat geld heb gedaan. Dat moet vastliggen in een contract. Zo was de afspraak dat Sanofi geen enkele invloed op de inhoud van mijn lezing mocht uitoefenen.’ Als relaties in het transparantieregister vragen oproepen, gaat het meestal om onwetendheid, zegt hij. ‘Artsen moet leren om contracten goed te lezen. Je moet goed weten wat je afspreekt, kunnen verantwoorden waarom je bepaalde dingen doet en of het bedrag dat daar tegenover staat een verdedigbaar bedrag is.’

Hoe weten dokters of ze in het transparantieregister staan?

‘In maart heeft iedere arts die in het register staat, een bericht per mail gehad met het verzoek om na te gaan of de melding klopt. Klik de mail dus niet weg, is mijn advies.’

Om wat voor activiteiten gaat het onder meer?

‘Lezingen, scholing, lid zijn van een adviesraad. Of als je, zoals dit heet, gastvrijheid hebt genoten. Bijvoorbeeld door een overnachting of diner bij een congres.’

Waar ligt de verantwoordelijkheid voor het melden?

‘Bij beide partijen, maar de industrie maakt de eerste melding in het transparantieregister. Als een organisatie het niet meldt, bijvoorbeeld een buitenlandse organisatie waarvoor de Nederlandse wetgeving niet geldt, dan is iedere zorgverlener met een BIG-nummer verplicht zelf opgave te doen.’

Hoe zit het eigenlijk met dokters die geen lid (meer) zijn van de KNMG?

‘Deze verplichte afspraken in de gedragscodes heeft de KNMG met de farmaceutische en hulpmiddelenindustrie gemaakt, waarbij de KNMG optreedt namens alle artsen. Een rechter zal die normen volgen; ze komen voort uit de wet. Je kunt je er dus niet aan onttrekken door het lidmaatschap van de KNMG op te zeggen.’

Wanneer zijn contacten niet verdedigbaar?

‘Artsen moeten op de eerste plaats zelf bepalen of afspraken verdedigbaar zijn. Afwegingen maken, toetsen aan je eigen normen en die van de beroepsgroep, daar gaat het om. Ik zie dus ook een belangrijke taak voor de beroepsverenigingen: normen opstellen en die duidelijk communiceren.’

Een voorbeeld: 5000 euro voor een lezing van een half uur; is dat verdedigbaar?

‘Dat lijkt mij niet, maar daarvoor moet je de inhoud van het contract kennen. Moet je hiervoor de halve wereld over, betaal je de reis en verblijfkosten zelf? Of is het alleen voor die lezing van een half uur?’

Wat vindt u oneigenlijke beïnvloeding?

‘Als de zorg voor patiënten door andere dan inhoudelijke argumenten wordt gestuurd. Als de voorschrijvers van een bepaald medicijn een betaalde relatie hebben met de producenten van dat medicijn, dan kan dat reden zijn voor verder onderzoek.

Er is nu nog verschil tussen de gedragscodes voor medicijnen (CGR) en voor hulpmiddelen (GMH). Wat Van Essen betreft wordt dat onderscheid snel opgeheven. De normen moeten voor beide hetzelfde zijn. De gedragscodes en het transparantieregister gelden niet alleen voor artsen maar ook voor dierenartsen, apothekers, verpleegkundigen en patiëntenverenigingen. Elk jaar in april publiceert het transparantieregister een jaarverslag waarin alle meldingen staan. Het zijn er ieder jaar meer. Een van de verklaringen hiervoor is dat sinds 2016, naast relaties met de farmaceutische industrie, ook relaties met de medische-hulpmiddelenindustrie worden gemeld. Van Essen: ‘Het aantal meldingen neemt toe omdat er een breder gedragen besef is dat zelfregulering en dus melden goed is. Ik juich dat toe. Het geeft patiënten de mogelijkheid om vragen te stellen aan hun arts.’

Wilt u meer informatie over het Transparantieregister Zorg of heeft u de mail over uw eigen financiële relaties gemist? U kunt nog tot 7 april de gemelde relaties uit 2016 controleren. Raadpleeg transparantieregister.nl

pdf federatienieuws

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.