Toezicht op overdracht Slotervaart-patiënten aangescherpt 

De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) trekken de zorg voor een goede overdracht van MC Slotervaart-patiënten meer naar zich toe. Er is nog altijd onvoldoende beeld over de aantallen patiënten en afspraken die moeten worden overgenomen door andere ziekenhuizen.  

Uit een brief die Amsterdams wethouder zorg Simone Kukenheim deze week naar de Amsterdamse gemeenteraad heeft gestuurd, blijkt dat hiertoe is besloten na een bestuurlijk overleg over de afhandeling van het Slotervaart- en IJsselmeerfaillissementen tussen minister Bruno Bruins (Medische Zorg), de curatoren, de NZa, de IGZ, de betrokken ziekenhuizen en Zilveren Kruis geweest.  

NZa-woordvoerder Sietske Ligtvoet zegt dat bij het Slotervaart-ziekenhuis ‘te lang onduidelijk bleef’ voor hoeveel patiënten een overdracht moet worden geregeld. ‘Zo’n faillissement is een uitzonderlijke situatie. Je hebt patiënten die elke week in zo’n ziekenhuis komen, maar ook die er jaren geleden zijn geweest. Voor al die patiënten moet je een dossier goed overdragen, of een nieuwe afspraak regelen’. IGJ-woordvoerder Diane Bouhuijs zegt dat er bij betrokken partijen ‘zorgen over de voortgang’ van die overdracht waren. 

De curator van het Slotervaart-ziekenhuis blijft zelf verantwoordelijk voor de overdracht en moet er een plan voor opstellen, maar de twee toezichthouders zullen hun toezicht daarop ‘intensiveren’, aldus NZA-zegsvrouw Ligtvoet. ‘We zullen er dichter opzitten en strakkere afspraken maken.’ Volgens Bouhuijs van de IGJ is het zaak dat de overdracht ‘nu daadwerkelijk gaat gebeuren’ door middel van ‘stevigere afspraken’. 

Wethouder Kukenheim spreekt over ‘onzekerheid en gebrek aan sturing’. Volgens haar is er sprake van ‘gebrekkige communicatie’ naar patiënten en ontvangende ziekenhuizen. Zo krijgen 18.000 patiënten pas deze week een brief met algemene informatie over het faillissement, met de toezegging dat er later meer persoonlijke informatie volgt.