Laatste nieuws
Simone Paauw
Simone Paauw
9 minuten leestijd
Op de bres

‘Toegang tot zorg niet onnodig moeilijk maken’

Dokters van de Wereld helpt migranten zonder verblijfspapieren

2 reacties
Dingena Mol
Dingena Mol

Het is voor ongedocumenteerde vreemdelingen vaak moeilijk hun weg te vinden naar de zorg waar ze als onverzekerde tóch recht op hebben. Tijdens een van de spreekuren in de zorgbus van Dokters van de Wereld in Amsterdam probeert vrijwilliger Sanne Jansen hen daarbij te helpen.

Het is bijna acht uur ’s ochtends en nog stil in de straat Walborg in de Amsterdamse wijk Buitenveldert. De zon laat al voelen dat dit een van de warmste dagen zal worden in een verder matige zomer. Achter een geopend raam in wat oogt als een verlaten kantoorpand poetst een man met Afrikaanse roots zijn tanden. Hij is een van de ongeveer zestig bewoners van de tweede bed-, bad- en broodvoorziening van Amsterdam. Een sobere opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers die in april werd geopend. In een ander deel van het gebouw – dat eerder dienst deed als ggz-kliniek – worden tussen de 20 en 25 dakloze gezinnen opgevangen.


Dokters van de Wereld

Dokters van de Wereld is een onderdeel van het internationale Médecins du Monde-netwerk, dat opkomt voor het universele recht op gezondheid. Binnen Nederland bekommert de organisatie zich onder meer om migranten zonder verblijfspapieren door middel van het Zorgrecht-project. Zo’n 25 artsen zijn als vrijwilliger actief bij het Zorgrecht-project. Zij werken minimaal vier uur per twee weken voor de organisatie. In 2015 vonden er 1400 consulten plaats en werden ruim 1600 mensen voorgelicht over het recht op gezondheid, het Nederlands zorgstelsel en gezondheidspreventie. De Nederlandse tak van de organisatie houdt zich ook bezig met projecten in het buitenland.

Uroloog in opleiding Sanne Jansen (29) (OLVG) komt aanfietsen op een oude stadsfiets, een stevige tas over haar schouder. Jansen is nu een klein jaar vrijwilliger op de zorgbus van Dokters van de Wereld en doet een spreekuur voor de bewoners van de bed-, bad- en broodvoorziening. Een spreekuur dat vroeg in de morgen moet plaatsvinden, omdat de bewoners na negen uur niet meer welkom zijn in het gebouw en zich ook niet in de buurt mogen ophouden. Pas laat in de middag mogen ze weer terugkomen. De zorgbus zelf is er nog niet, daarom loopt Jansen eerst naar binnen voor een kopje koffie. Daar wordt ze hartelijk begroet door bewoners die in de gezamenlijke ruimte aan hun ontbijt zitten.

Uroloog in opleiding Sanne Jansen is vrijwilliger bij Dokters van de Wereld.
Uroloog in opleiding Sanne Jansen is vrijwilliger bij Dokters van de Wereld.

Zorg aan onverzekerbare vreemdelingen

Alle huisartsen die te maken krijgen met ongedocumenteerde en dus onverzekerbare vreemdelingen kunnen een bijdrage vragen van het Zorginstituut. Zij krijgen dan 80 procent van de oninbare vordering, waarbij het passantentarief mag worden gerekend. Bij zwangerschap en bevalling is de vergoeding 100 procent. Het Zorginstituut heeft landelijk 32 ziekenhuizen gecontracteerd voor zorg aan ongedocumenteerde vreemdelingen. In Amsterdam zijn dat het AMC en het VUmc. Andere ziekenhuizen kunnen een vergelijkbare vergoeding krijgen als huisartsen, maar alleen als zorg niet in een gecontracteerd ziekenhuis kan plaatsvinden.


Politiek standpunt

Jansen probeert zich verre te houden van een politiek standpunt over de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers en het immigratiebeleid, vertelt ze. ‘Ik ben geen politicus en het immigratiebeleid is lastige materie. Ik vind het ook niet mijn taak me erin te verdiepen. Je kunt denken wat je wilt over deze groep mensen, maar ik zie dat ze vaak maar weinig hebben om voor te leven.’ De jonge dokter van de wereld heeft wél een duidelijke mening over de zorg voor ongedocumenteerden. ‘Op basis van de Rechten van de Mens heeft iedereen recht op zorg. Deze groep mensen is nu eenmaal in Nederland en de toegang tot zorg moet hun niet onnodig moeilijk worden gemaakt. Ik vind het mooi dat Dokters van de Wereld onge-documenteerden helpt hun weg te vinden naar de zorg.’

Na de koffie vertrekt Jansen snel weer naar buiten, waar een grote witte bus met het logo van Dokters van de Wereld op de zijkant is aangekomen. De chauffeur, een verpleegkundige, opent de grote luiken aan de zijkant en de achterkant waar twee kleine spreekkamers achter verscholen gaan. Jansen installeert zich achter de kleine tafel en probeert haar laptop verbinding te laten krijgen. Op straat staan inmiddels zes mannen, van jong tot oud, te wachten tot ze aan de beurt zijn. Aan de chauffeur-verpleegkundige de taak om in de gaten te houden wie er aan de beurt is en zo nodig de gemoederen tot bedaren te brengen, als het wachten te lang duurt.

Weegschaal

Terwijl Jansen nog steeds probeert haar onwillige laptop te verbinden met het wifinetwerk, steekt een man, naar schatting halverwege de dertig, zijn hoofd om de hoek van de glazen schuifdeur van het spreekkamertje. ‘Hallo, ik wil mijn gewicht checken’, zegt hij in gebroken Engels tegen Jansen. Terwijl de jonge dokter opkijkt van haar laptop vraagt ze – ook in eenvoudig Engels: ‘Waarom wil je dat checken? Ben je gewicht verloren?’ De jonge man beaamt dat en de chauffeur gaat op zoek naar een weegschaal, die voor de spreekkamer op de straat wordt neergezet – in de spreekkamer is nauwelijks ruimte om rechtop op een weegschaal te staan.

‘65 kilo’, zegt de man.

‘64 kilo’, zegt Jansen. ‘Wat woog je de vorige keer?’

‘Drie weken geleden woog ik nog 71 kilo’, zegt de patiënt, in zichtbaar te wijd geworden kleding.

beelden: dingena mol
beelden: dingena mol

‘Ik ga je gegevens zo meteen opzoeken’, zegt Jansen. ‘Als mijn laptop het weer doet en ik in het patiëntensysteem kan. Kun je nog even buiten wachten?’ Ze pakt haar mobiele telefoon en belt naar een collega van Dokters van de Wereld. Buiten staan inmiddels zeker twaalf mannen te wachten. De weegschaal is gespot en verschillende wachtenden maken gebruik van de gelegenheid en wegen zichzelf ook even; een grijzende man, een magere muzikant, twee hip geklede twintigers die een beetje lopen te dollen. Ondertussen duurt het wachten op de verbinding met het netwerk voor de eerste patiënt van Jansen te lang. Hij zwaait – onzichtbaar voor de dokter in de bus zelf – en loopt met lange, nonchalante stappen de straat uit, richting de metrohalte verderop.

‘Allemaal pijn

Als eindelijk de inlogproblemen zijn verholpen, dient de volgende patiënt zich aan. Jahi*, de grijzende man die zich zojuist heeft gewogen. Hij komt uit Egypte en leeft al 23 jaar in Nederland, zo vertelt hij in het Nederlands met een zwaar accent, als hij de glazen schuifdeur achter zich dicht heeft getrokken. Jansen vraagt hem of hij al eerder in de zorgbus is geweest en wat er aan de hand is.

Jahi strijkt over zijn borstkas en zijn hals en zegt: ‘Mijn hart.’

‘Wat voor klachten heeft u dan precies?’, vraagt Jansen.

‘Ik rook sigaretten en ik heb allemaal pijn.’

‘Ook als u rustig zit, zoals nu?’

‘Ik ben altijd rustig’, lacht Jahi. Hij vertelt dat hij sinds anderhalve maand last heeft, dat het niet erger wordt als hij loopt en dat hij niet erg hoest en dat hij al zeker twintig jaar 25 sigaretten per dag rookt. Medicijnen gebruikt hij wel, iets voor zijn keel, maar hij heeft ze niet bij zich. Ook heeft een arts hem anderhalf jaar geleden verteld dat zijn cholesterol te hoog was. Jansen pakt uit een van de kastjes in de kleine spreekkamer een elektronische bloeddrukmeter en begint te meten.

‘Uw bloeddruk is goed’, zegt ze.

‘En mijn hart?’, vraagt haar patiënt.

‘Dat kan ik niet zien. Heeft u een huisarts? Dan kunt u daar een afspraak mee maken om verder onderzoek te doen. Kunt u zelf een afspraak maken of heeft u daar hulp bij nodig?’ Ze wendt zich weer tot haar laptop om de gegevens van Jahi in te vullen. ‘Wat is uw geboortedatum?’, vraagt ze.

‘1 juli 1965’, zegt Jahi, die daar, net als Jansen, een beetje om moet lachen.

‘Heel veel mensen hebben 1 januari of 1 juli als geboortedatum, omdat ze de echte niet weten’, licht Jansen toe, terwijl Jahi niet helemaal gerustgesteld de bus verlaat.

Tussenpersoon

‘Als vrijwilliger voor Dokters van de Wereld op de zorgbus of in een van de spreekuren op locatie doe ik geen behandelingen en ik kan geen recepten voorschrijven – alleen maar over the counter-medicijnen meegeven. Ik fungeer meer als een soort tussenpersoon’, vertelt Jansen daarna. De mensen die hier komen, weten vaak de weg naar een huisarts of een medisch specialist niet te vinden, terwijl artsen en andere zorgprofessionals vaak niet weten of ze uitgeprocedeerde vreemdelingen mógen behandelen en of dat wel wordt vergoed. Tegenover de SEH waar ik werk, is een tijdje een groep ongedocumenteerden gehuisvest. Daardoor kwamen zij vaker op de spoed, soms ook met niet-spoedeisende klachten. Hun werd dan zorg ontzegd, óók omdat ze niet verzekerd zijn. Er werd echter nooit een alternatief aangeboden, omdat niemand precies wist hoe het zat. Dat irriteerde me en triggerde me om er wat aan te gaan doen. Zo ben ik bij Dokters van de Wereld terechtgekomen.’

Treinkaartje

Terwijl Jansen in haar kleine spreekkamer twee vrienden te woord staat, staan op de stoep nog steeds bewoners van de bed-, bad- en broodvoorziening, vooral mannen, te wachten. Dan komt Co van Melle aangefietst op een antieke zwarte herenfiets. De gepensioneerde basisarts (voorheen huisarts) houdt zich al sinds begin jaren negentig op activistische wijze bezig met de zorgverlening voor onverzekerden, zowel ongedocumenteerden als daklozen. Hij houdt spreekuren en maakt deel uit van het ‘Goedemorgenteam’ dat elke ochtend klaarstaat bij de daklozenopvang en de bed-, bad- en broodlocaties in Amsterdam. Terwijl Van Melle nog naast zijn fiets staat, lopen twee, drie bewoners naar hem toe. Een van de bewoners zegt: ‘Dokter, ik heb jeuk aan mijn arm. Komt dat doordat ik in het Amsterdamse water heb gezwommen? En heeft u ook een treinkaartje voor mij, zodat ik eens naar het strand kan gaan? Co van Melle lacht die laatste vraag weg: ‘Nee, nee, ik heb geen geld bij me. Heel veel mensen willen treinkaartjes.’ Maar zijn doorleefde gezicht staat zorgelijk als hij zegt: ‘Het loopt storm hier op deze locatie. Maar het is net een jeugdherberg; ze slapen met meerdere bewoners op een kamer en om zeven uur schrikken ze wakker doordat iemand op hun deur bonst. Er zijn veel, véél mensen met klachten.’

Jeuk

De volgende patiënt van Jansen is een jonge vrouw Nabulungi afkomstig uit Uganda. Ze vertelt in gebroken Engels dat ze van haar huisarts een middel tegen jeuk heeft gekregen. Dat is nu op, maar ze heeft nog steeds veel last en pas na het weekend heeft ze weer een afspraak bij de huisarts. Nabulungi: ‘Kun jij me nu misschien wat geven?’

Jansen: ‘Waar zit de jeuk?’

‘Down under’, zegt Nabulungi een beetje besmuikt.

‘Zit de jeuk aan de binnenkant of aan de buitenkant’, vraagt Jansen.

‘Allebei, maar meer aan de buitenkant. En er zitten ook wondjes.’

Jansen bekijkt de verpakking van het medicijn tegen huidirritatie dat Nabulungi kreeg van haar huisarts, zoekt in een van de kastjes in de spreekkamer en haalt dan een pot Sudocrem tevoorschijn. ‘Jouw medicijn heb ik niet, dus volgende week moet je je afspraak met de huisarts gewoon laten doorgaan. Maar je kunt proberen of deze zalf helpt tegen de huidirritatie. Het is een grote pot, dus wees aardig en deel het met andere mensen. Gooi het in ieder geval niet weg.’

Steentje bijdragen

Het is vijf over negen als Nabulungi de zorgbus verlaat; de straat is leeg. Alle wachtenden zijn verdwenen. De straat is leeg. ‘Misschien waren ze niet allemaal aan het wachten’, zegt Jansen. ‘Soms blijven ze ook hangen, zolang er reuring is op straat. Vaak hebben ze niet veel te doen de hele dag, al heeft een enkeling zwart werk.’ Dan komt er toch nog één bewoner, afkomstig uit Colombia, een praatje maken. Hij heeft net de andere spreekkamer verlaten, met een grote pot vitaminepillen. Op zijn rug een tas waar de hals van een mandoline uitsteekt. Verder draagt hij nog een klarinet en een viool bij zich. Maar op straat spelen mag niet, probeert hij in het Spaans – en een heel klein beetje Engels en Nederlands – duidelijk te maken. Hij heeft geen ‘permisso’ en zal er als ongeducumenteerde ook nooit een krijgen. En dan is het oppassen voor de ‘policio’. Hij gaat daarom naar de bibliotheek, waar hij tot 14.00 uur kan blijven. En terwijl hij Jansen aankijkt, zingt hij: ‘No money, no papier, no working, no women.’

‘Het is ook gewoon een leuke doelgroep’, zegt Jansen. ‘Ik heb altijd affiniteit gehad met ontwikkelingshulp, heb zelf ook in Afrika gewerkt. Maar hier in Amsterdam is ook veel te doen, er zijn zoveel schrijnende gevallen. Terwijl ik focus op mijn opleiding tot uroloog, draag ik zo toch mijn steentje bij. Ik krijg er energie van en ik probeer er niet te zwaar aan te tillen. De wereld is gewoon superongelijk verdeeld.’ * De namen van de bewoners zijn gefingeerd. Degenen op de foto’s hebben daar toestemming voor gegeven.

Lees ook: pdf

  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Edwin Gordijn

    huisarts n.p., Woerden

    In Amsterdam kunnen ongedocumenteerden voor medische behandeling en medisch-maatschappelijke zorg gratis terecht op de Kruispost, Oudezijds Voorburgwal 129, Amsterdam. Spreekuur zonder afspraak van maandag tot en met vrijdag: 10.00-12.30 uur en 19.00...-21.30 uur. www.oudezijds100.nl, e-mail: kruispost@oudezijds100.nl.
    Op de Kruispost werken op vrijwillige basis (huis)artsen, maatschappelijk werkers, psychologen, tandartsen. Een aantal specialismen komt met regelmaat in consult. Voor klinische zorg is er een samenwerkingsverband met het VUmc en het AMC.??

  • A.Blok

    radioloog n.p, Arnhem

    Illegalen heten nu plotseling ongedocumenteerden, net zoals slechte scholen zwak worden genoemd en randfiguren kwetsbaar zijn.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.