Tijdens cardiologiecongres minder hartdoden

Hoogrisicopatiënten met acute hartaandoeningen lopen minder kans om te overlijden als ze worden opgenomen als er een groot cardiologiecongres plaatsvindt. Dat gaat op voor Amerikaanse opleidingsziekenhuizen. Anupam Jena e.a. kwamen tot deze opvallende conclusie en schreven erover in JAMA Internal Medicine.

Zij beschikten over gegevens over de sterfte en het verrichten van bepaalde handelingen bij patiënten die met een hartinfarct, acuut hartfalen of een hartstilstand werden opgenomen. Zij vergeleken deze uitkomsten van dagen dat er een groot congres bezig was, met dezelfde weekdagen, maar dan in de drie weken voor en de drie weken na de congressen. Zij voerden dit voor tien jaren uit en maakten onderscheid tussen opleidings- en niet-opleidingsziekenhuizen, en tussen hoog- en laagrisicopatiënten.

Voor laagrisicopatiënten (waarbij het natuurlijk niet om een hartstilstand ging) was er geen verschil in sterfte. In niet-opleidingsziekenhuizen waren er geen significante verschillen. Voor hoogrisicopatiënten in opleidingsziekenhuizen wel: de (gecorrigeerde) kans om binnen een maand te overlijden was bij hartfalen 18 procent tijdens congresdagen, 25 procent tijdens de controleperiode. Bij hartstilstand ging het om respectievelijk 59 versus 69 procent. De sterfte bij een hartinfarct verschilde niet, terwijl er minder vaak werd gedotterd (21 versus 28%).

Mogelijk hadden de cardiologen die op de congressen waren eerder risicovolle interventies geprobeerd bij patiënten die al een hoge kans hadden om te overlijden. Zoals de auteurs het zeggen: voor deze patiënten zou intensieve behandeling wel eens meer schade kunnen opleveren dan gezondheidswinst. Rita Redberg houdt het er in haar commentaar op dat het in ieder geval geruststellend is dat de ziekenhuiszorg niet te lijden heeft van congressen. En dat er zelfs iets van te leren valt.

Sophie Broersen

JAMA Intern Med. Doi: 10.1001/jamainternmed.2014.6781

Lees ook:

• Meer nieuws