Laatste nieuws
functioneren

Teamtraining van specialisten werkt

Plaats een reactie

FUNCTIONEREN

Complexe zorg vergt vooral veel samenwerking en communicatie

In het VUmc is een ziekenhuisbreed trainingsprogramma opgezet voor alle medisch specialisten. De organisatoren van dit project willen hiermee een cultuuromslag bereiken die de teamprestatie vooropstelt.

De zorg voor patiënten in ziekenhuizen is de afgelopen jaren steeds complexer geworden en multidisciplinaire teams zijn dagelijkse praktijk. Maar de kans op problemen en complicaties kan daarmee gemakkelijk toenemen. Een groot deel daarvan heeft niet zozeer te maken met de medisch-specialistische kennis, maar met samenwerken en communiceren in interdisciplinair en multidisciplinair verband.1 Dat geldt ook voor het VUmc.2 Het is dus noodzaak dat medisch specialisten, ook na afronding van de opleiding, deze vaardigheden blijvend aanscherpen.
Vanuit die gedachte heeft het VUmc, als eerste ziekenhuis in Nederland, voor alle medisch specialisten een trainingsprogramma ontwikkeld waarin de focus ligt op interdisciplinair en multidisciplinair werken. Het programma heet TeAMS (Training & Assessment Medisch Specialisten)-VUmc en richt zich op het trainen van de CanMEDS-competenties communiceren, samenwerken en professionaliteit.
Vernieuwend aan het programma is dat het verplicht is voor alle medisch specialisten en wordt vormgegeven met deelnemers van andere medische disciplines en overige zorgprofessionals (verpleegkundigen, paramedici) die deel uitmaken van een medisch multidisciplinair en multiprofessioneel team. De ervaring heeft uitgewezen dat teamtraining de algemene prestaties van een team kan verhogen en dat het gestructureerd trainen van teams complicaties in patiëntenzorg kan reduceren.3 4

De belangrijkste uitgangspunten van het TeAMS-VUmc zijn:

• Train teams die op de werkvloer daadwerkelijk inter- en intradisciplinair met elkaar samenwerken; elke training bestaat uit minimaal drie disciplines.

• De primaire doelgroep is de medisch specialist, maar ook verplegend personeel, laboranten, coassistenten, aiossen, kortom alle teamleden, worden getraind.

• Elke training bevat: theorie over teamprocessen, een praktisch patiëntgerelateerd element, analyse van en reflectie op casuïstiek en feedback.

• Twee theoretische modellen zijn leidend: de leercyclus van Kolb en de Crew Resource Management
theorie.5-7

• Het sluit nauw aan bij de praktijk: realistische klinische situaties zijn uitgangspunt voor de training.

Modules
Het programma bestaat uit drie modules: 1) acute situaties, 2) complexe situaties die een grote impact hebben op de samenwerking en 3) de reguliere gestructureerde multidisciplinaire overleggen (MDO’s).

1. Acute simulatietraining

Met behulp van een simulatiepop wordt een behandelend multiprofessioneel team in een acute situatie gebracht. In dergelijke simulaties valt een persoon terug op het gedrag van fight, flight or
freeze, zoals dat ook in werkelijkheid gebeurt. Door deze training als team te doen, worden alle deelnemers, onder wie de medisch specialisten, in staat gesteld elkaars gedrag te observeren en daar onder begeleiding feedback op te geven. Met deze vorm van leren worden kennis en vaardigheden ‘voor de eigen praktijk’ opgedaan en is de toepasbaarheid direct duidelijk.8 9

Simulatie-teamtraining heeft bewezen een fundamentele invloed te hebben op foutenreductie en verbetering van menselijk functioneren.10

2. Complexe-situatietraining

Complexe situaties zijn alle niet-acute situaties waarbij meerdere specialismen betrokken zijn waar de samenwerking niet optimaal verloopt, met als mogelijk gevolg verlies van kwaliteit (lagere patiënttevredenheid), doelmatigheid (extra werk, verspilling van energie en tijd), veiligheid (discontinuïteit) en werkplezier (stress en frustratie bij zorgprofessionals). Dit zijn vaak situaties die buiten de routine vallen en waarbij de organisatie, coördinatie en communicatie van de multidisciplinaire zorg zeer veel inspanning vergt.
De opzet van deze training is om een aantal van dit soort situaties uit de praktijk op een open, stimulerende en constructieve manier te analyseren met een groep medisch specialisten en aiossen die regelmatig met elkaar samenwerken. Als basis wordt casuïstiek gebruikt die voor deze groep medici herkenbaar in de dagelijkse praktijk voorkomt. Werkvormen zijn reflectie bevorderende groepsopdrachten, intervisie en rollenspelen.

3. Observatie van reguliere MDO’s

In deze training wordt de besluitvorming in het multidisciplinair overleg (MDO) op een gestructureerde manier geanalyseerd: de zogenaamde MDO-observatietraining. Daarbij wordt een regulier MDO tweemaal geobserveerd door twee onafhankelijke, externe observatoren: niet-medici werkzaam in het VUmc. Daarnaast wordt aan minimaal zes reguliere MDO-deelnemers gevraagd om tijdens het MDO op een gestructureerde manier kritisch naar hun MDO te kijken. In een aparte bijeenkomst worden de bevindingen van de externe observatoren besproken met de interne observatoren, en vervolgens in een regulier MDO teruggekoppeld aan de groep.

Pilots
Na het vaststellen van de uitgangspunten en trainingssituaties, zijn de trainingen ontwikkeld en is 2014 gebruikt als pilotjaar. In die fase hebben zeventien specialismen geparticipeerd in een pilot. In totaal hebben 125 medisch specialisten en 139 overige zorgprofessionals deelgenomen. Hiermee werd een groot gedeelte van de professionals bereikt.
Alle trainingen zijn geëvalueerd volgens de eerste twee niveaus van Kirkpatrick’s model voor evaluatie van trainingen, dus vanuit enerzijds de initiële reactie van deelnemers op de training (hoe vond je het?) en anderzijds vanuit de gestelde doelen van de training (was het nuttig?).11
Zowel inhoud als begeleiding van de trainingen werd positief beoordeeld en het geleerde kon gebruikt worden in de praktijk. Uit de laatste evaluaties werd een gemiddeld cijfer van 8,3 toegekend aan de training.

Evaluatie
Inmiddels is het programma gestart en zijn de trainingen geborgd: logistiek bij de VUmc Academie, het bij- en nascholingsinstituut van het VUmc, en inhoudelijk door een programmacommissie die de inhoud, kwaliteit en effecten van de trainingen bewaakt en hierover rapporteert aan de raad van bestuur en de beleidsraad (divisievoorzitters en directeuren).
Het programma zal in eerste instantie ten minste vijf jaar worden uitgevoerd in het VUmc. Naast de evaluatie op het niveau van de training, zal dit jaar ook worden gestart met het evalueren van het effect van de trainingen op de dagelijkse praktijk. De focus daarbij ligt op het toepassen van inzichten uit de trainingen en het effect op de patiëntenzorg.
Omdat alle medisch specialisten jaarlijks zullen deelnemen aan dit project, wordt op termijn een cultuuromslag verwacht waarin slecht functionerende teams niet meer voorkomen en alle teamleden zaken aan de orde stellen die hun teamprestatie kunnen verbeteren. De patiënt zal merken dat de zorg deskundiger, efficiënter en veiliger wordt.


Saskia Peerdeman
neurochirurg, voorzitter centrale opleidingscommissie, medisch projectleider TeAMS-VUmc

Michelle Hendrikx-van der Linden
programmaleider TeAMS-VUmc en leiderschapsontwikkeling, trainer, coach

René Leemans
kno-arts/hoofd-halschirurg, afdelingshoofd, voorzitter divisie II, lid bestuur stafconvent

Wim Stalman
decaan, vicevoorzitter raad van bestuur VUmc, voorzitter stuurgroep TeAMS-VUmc project


contact: sm.peerdeman@vumc.nl; cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld


Voetnoten

1.  Langelaan, M., Bruijne de, M. C., Baines, R. J., Broekens, M. A., Hammink, K., Schilp, J., Verweij,  L.Asscheman, H., and Wagner, C. Monitor Zorggerelateerde Schade 2011/2012. Dossieronderzoek in Nederlandse ziekenhuizen. NIVEL en EMGO Instituut. 2013.
2.  Smit M. VUmc onder verscherpt toezicht inspectie. Medisch Contact 2012.
3.  Ostergaard D, Dieckmann P, Lippert A. Simulation and CRM. Best Pract Res Clin Anaesthesiol 2011;25:239-49.
4.  Salas E, DiazGranados D, Klein C, Burke CS, Stagl KC, Goodwin GF, Halpin SM. Does team training improve team performance? A meta-analysis. Hum Factors 2008; 1. 50:903-33 
5.  Kolb D. Experiential learning: experience as the source of learning and development. Eaglewood Cliffs (NJ): Prentice-Hall Inc.; 1984.
6.  Helmreich RL, Merritt AC, Wilhelm JA. The evolution of Crew Resource Management training in commercial aviation. Int J Aviat Psychol. 1999;9(1):19–32.
7.  Bruijne MC de, Bleeker F. Medisch teamwork, CRM in de gezondheidszorg. Houten, 2013
8.  Krage R, Erwteman M. Simulatietrainingen. In: Bruijne MC de, Bleeker F. Medisch teamwork, CRM in de gezondheidszorg. Houten, 2013
9.  Østergaard D, Dieckmann P. Simulation-based medical education. In: Dent JA, Harden RM. A practical Guide for Medical Teachers, Londen, 20139.
10.  Wayne DB, Didwania A, Feinglass J, Fudala MJ, Barsuk JH, McGaghie WC. Simulation-based education improves quality of care during cardiac arrest team responses at an academic teaching hospital: a case-control study. Chest. 2008 Jan;133(1):56-61.
11.  Kirkpatrick DL. Evaluating Training Programs - The four levels. San Francisco: Berrett-Koehler, 1998.

functioneren samenwerking communicatie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.