Te lang doorbehandelen
Plaats een reactieColumn
Dankzij de moderne geneeskunde gaan er ontzettend veel mensen minder snel dood. We zijn met zijn allen gezonder en leven langer. De keerzijde is dat patiënten meer ziekten tegelijk hebben en als gevolg daarvan meer medicatie gebruiken en behandelingen ondergaan.
Geneeskunde is goed in het wegschuiven van de dood, vaak met agressieve interventies. Er komt onvermijdelijk het moment waarop zelfs moderne geneeskunde niets meer kan betekenen. Is dat erg? Als het een vader van een jong gezin betreft meestal wel. Maar bij een negentigjarige met verschillende medische klachten die zorgen voor een toenemende aftakeling, niet altijd. Als patiënten niet meer te genezen zijn, betekent dat niet dat u niets meer kunt doen. Integendeel, u kunt juist heel veel voor uw patiënt doen en betekenen.
Vechten
Atul Gawande beschrijft in The New Yorker in het levendig
geschreven artikel Letting Go op indringende wijze hoe patiënten aan het
leven hechten en ervoor willen vechten, ook al weten ze dat het
overlijden nadert. De rol van de arts is daarbij cruciaal. Een open en
goed contact met de patiënt is nodig om beslissingen zorgvuldig te
nemen. De meeste mensen praten er niet over hoe zij hun eigen laatste
levensfase zien. Maar als dat overlijden in zicht komt, is het wel
belangrijk dat mensen daar tijdig over nadenken. Het geeft patiënten de
kans de regie zoveel mogelijk te behouden. Zo vindt 75 procent van alle
Nederlanders thuis de ideale plaats om te sterven. In werkelijkheid
sterft slecht 25 procent thuis. Het ziekenhuis wordt door 2 procent van
de bevolking gezien als ideale plaats om te sterven, terwijl ruim 35
procent daar in werkelijkheid komt te overlijden. Er is dus een kloof
tussen wens en werkelijkheid.
Handreiking
‘Dokters zouden moeten leren om tijdig tegen een patiënt te
zeggen dat ze misschien met de behandeling zouden moeten stoppen. Maar
in het geven van die boodschap zijn dokters niet altijd even goed’,
betoogde Robert Levi recentelijk in Vrij Nederland.
De KNMG komt binnenkort met een handreiking voor artsen om tijdig het gesprek aan te gaan over wensen en verwachtingen over het overlijden. Veel patiënten én artsen neigen in de laatste levensfase er naar om iets te blijven doen. Er is nog altijd wel een behandeling die misschien kan aanslaan. Vaak vertaalt zich dat in een stapeling van zware behandelingen. ‘Baat het niet, dan schaadt het niet’, lijkt het adagium.
Dat laatste is maar de vraag. Als de kans op verbetering gering is, kan afzien van of stoppen met behandelen een goede keuze zijn. Wat vindt de patiënt nog werkelijk van belang in zijn laatste levensfase? Gawande laat zien dat wanneer artsen dit diepgaand bespreken en patiënten echt kunnen kiezen, dit leidt tot minder angst en onzekerheid, meer regie en daarmee een betere kwaliteit van leven en sterven.
Langer doorleven
Opmerkelijk is dat er aanwijzingen lijken te zijn dat patiënten
die kiezen om niet te worden doorbehandeld en (thuis of in een hospice)
goede palliatieve zorg krijgen niet korter, maar soms zelfs wat langer
leven. Artsen behoren die keuze te bespreken als genezing niet meer
mogelijk is. Dat dit niet gemakkelijk is, begrijp ik heel goed. Met de
KNMG-handreiking willen we artsen concreet ondersteunen.
Eric van Wijlick, beleidsadviseur KNMG
Correspondentieadres: e.van.wijlick@fed.knmg.nl
- Er zijn nog geen reacties