Syndroom van Horner na spondylodese
9 reactiesEen meisje van bijna 18 jaar met een verder blanco voorgeschiedenis wordt geopereerd aan een scoliose zonder onderliggend lijden. De operatie (een spondylodese Th2-L2) verloopt ongecompliceerd. Vijf dagen na de operatie valt een ptosis en miosis van haar linkeroog op (foto), passend bij het syndroom van Horner.
Bij onderzoek heeft ze niet de anhidrosis die bij dit syndroom past. Het neurologisch onderzoek toont, behoudens een geringe spierkrachtvermindering van de linkerhand (graad 5-), geen afwijkingen. Een echodoppleronderzoek van de halsvaten toont geen afwijkingen. Op de MRI van de cervicothoracale overgang worden aanwijzingen gevonden voor traumatisch letsel van de wortels Th1, Th2 en Th3 links.
Het syndroom van Horner ontstaat door uitval van de sympathische innervatie, welke het hoofd, de ogen en de nek voorziet. Laesies worden geclassificeerd als preganglionair of postganglionair. Preganglionaire vezels verlopen van hoger gelegen hersencentra naar het ganglion cervicale superior, waar de overgang naar postganglionair is gelokaliseerd. De classificatie is gebaseerd op hydroxyamfetaminetesten.
Normale pupildilatatie duidt op een preganglionaire laesie, terwijl minimale of geen pupildilatatie bij een postganglionaire laesie past. Een laesie geeft ipsilaterale symptomen. Klinische bevindingen zijn ptosis, miosis en, bij preganglionaire laesies, ook anhidrosis. Oorzaken bij kinderen zijn geboortetrauma, neuroblastoom, vasculaire anomalieën van de grote arteriën, thoraxchirurgie en epidurale anesthesie.
Bij epidurale anesthesie is het syndroom van Horner veelal voorbijgaand. Na spondylodese kan het ook persisterend voorkomen.1 Het syndroom van Horner is een zeer zeldzame complicatie van een spondylodese.2 Over de herstelkans van hornersyndroom na spondylodese bestaan geen gegevens.
Negen dagen na de operatie werd het meisje ontslagen uit het ziekenhuis. Twee weken na ontslag bleek ze geen klachten meer te hebben – het syndroom van Horner was van voorbijgaande aard.
M.J. Willemink,
coassistent,
prof. dr. P.L.P. Brand, kinderarts, W.J.J.F. Hoppenbrouwers, kinderneuroloog,
allen werkzaam in de Isala klinieken in Zwolle
Correspondentieadres: m.j.willemink@isala.nl
c.c.: redactie@medischcontact.nl
beeld: auteurs
Referenties
1. Mueller KL,Loder RT, Eggenberger ER, Farley FA. Horner’s Syndrome After Posterior Spinal Fusion in a Child – A Case Report. SPINE 2000; 25 (21): 2836–7.
2. Yasumoto Y, Abe Y, Tsutsumi S, Kondo A, Nonaka S, Ito M. Rare complication of anterior spinal surgery: Horner syndrome. No Shinkei Geka. 2008; 36 (10): 911-4.
Naar de rubriek Gezien
B. Bruijn
Oedeem van onderste en bovenste ooglid links zonder rood oogwit. Allergische conjunctivitis Links?
W. Reitsma
, GRONINGEN
Miosis en ptosis li; Horner syndroom.
E.Y.R. Roeleveld-Kuijper
, 'S-GRAVENHAGE
syndroom v. Horner li.
Harald Moolhuijzen
, Purmerend
Ptosis van het linker oog. Waarschijnlijk veroorzaakt door schade aan de nervus occulomotoris.
T. den Heijer
, ROTTERDAM
horner links
G.J. van der Struys
, Rouveen
Syndroom van Horner
M.L. Bos
, AMSTERDAM
unilaterale ptosis links
H.A.M. Heikens
, ASSEN
Quinckes oedeem
C.A. de Kock
, DEURNE
cellulitis orbica?