Succesvolle fase-II-studie naar nieuw middel tegen gonorroe
Plaats een reactieOrale behandeling met één dosis zoliflodacine is effectief bij genitale en rectale gonorroe-infecties. Bij faryngeale infecties is de werkzaamheid minder groot. Dit zijn uitkomsten uit een fase-II-onderzoek naar dit nieuwe antibioticum waarover Stephanie Taylor e.a. in The New England Journal of Medicine schrijven.
Al jaren nemen de zorgen over resistente gonokokken toe. Vorig jaar nog liet Wereldgezondheidsorganisatie WHO weten dat in meer dan vijftig landen isolaten waren gevonden die zelfs resistent waren tegen breedspectrumcefalosporinen. In Nederland, waar het aantal diagnoses de laatste tien jaar gestaag groeide, was vorig jaar nog geen sprake van resistentie tegen ceftriaxon (eerstekeusbehandeling), maar in 1,5 procent van de gevallen wel tegen cefotaxim. Resistentie tegen azitromycine werd gevonden bij 15 procent van de isolaten.
Zoliflodacine remt de DNA-biosynthese van gonokokken en is in vitro werkzaam tegen isolaten die resistent zijn tegen ciprofloxazine en ceftriaxon. In de studie van Taylor e.a. zijn 141 mensen met aangetoonde, ongecompliceerde gonorroe-infectie geïncludeerd. Van hen kregen er 28 intramusculair ceftriaxon, de rest kreeg oraal zoliflodacine in twee doseringen (2 of 3 gram). Ceftriaxon was het meest effectief, zoliflodacine werkte bij urogenitale infecties bijna net zo goed. Bij faryngeale infecties was de werkzaamheid minder, vooral in de laagste dosering. Dit kan erop wijzen dat het middel wel effectief is tegen gonokokken, maar onvoldoende doordringt in het weefsel. Er traden geen ernstige bijwerkingen op, het ging vooral om gastro-intestinale klachten die vanzelf overgingen.
Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of er voldoende grond is om het nieuwe middel toe te laten en of het van nut zal zijn bij gecompliceerde infecties.
N Engl J Med, 2018. Doi: 10.1056/NEJMoa1706988
Lees ook:-
Sophie Broersen
Journalist en arts Sophie Broersen schrijft over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieert zij tuchtzaken. Sinds eind 2020 werkt zij daarnaast als arts bij het team seksuele gezondheid van de GGD Hollands Midden.
- Er zijn nog geen reacties