Stop ook eens met maagbeschermers

Protonpompremmers (PPI’s) worden in Nederland vaker ten onrechte wel dan niet preventief voorgeschreven, zegt reumatoloog Daniël Moolenburgh. Van alle nieuwe patiënten op zijn poli die NSAID’s gebruikten en een PPI slikten, was die laatste bij meer dan de helft volgens de richtlijnen niet nodig. Volgens Moolenburgh herkennen veel van zijn collega’s dit beeld.

De reumatoloog van de Noordwest Ziekenhuisgroep (voorheen Medisch Centrum Alkmaar) hield bijna twee jaar lang systematisch bij met welke medicatie zijn nieuwe patiënten binnenkwamen. Hij richtte zich daarbij onder meer op NSAID’s en protonpompremmers. Ongeveer één op de vijf nieuwe patiënten (166 van de 747) gebruikten een NSAID. Van hen kreeg de helft ook een PPI, van wie 70 procent preventief in verband met het NSAID-gebruik. Bij een kwart was die aanbevolen, bij één op de vijf te overwegen, en bij meer dan de helft volgens de richtlijnen niet nodig. Verder was de PPI bij meer dan de helft te hoog gedoseerd. Van degenen die bij hun NSAID géén PPI kregen, had dat bij 14 procent wel moeten gebeuren, of viel het in ieder geval te overwegen.

De aanleiding voor zijn onderzoek was de aandacht die er de afgelopen jaren is geweest voor die laatste categorie patiënten: degenen die onterecht géén maagbeschermers krijgen. Zeker toen de PPI’s uit het basispakket verdwenen, is hier veel over bericht. De inventarisatie van Moolenburgh laat zien dat PPI’s nog vaker onnodig worden gebruikt. Strikter naleven van de richtlijnen zou dit kunnen tegengaan. Dat zou geld schelen en bijwerkingen van PPI’s kunnen voorkomen.

Meer resultaten kunt u lezen in het bijgevoegde verslag: