Laatste nieuws
Wim Graafland
6 minuten leestijd
euthanasie

Stop euthanasie en maak ruim baan voor hulp bij zelfdoding

Rol van de arts bij levensbeëindiging niet nodig

18 reacties
Getty Images
Getty Images

Wim Graafland was ruim dertig jaar huisarts en blikt nu terug op zijn ervaringen met euthanasie. Hij concludeert dat de centrale positie van dokters bij levensbeëindiging onnodig is en plaats moet maken voor hulp bij zelfdoding, zonder actieve artsenrol.

Al sinds de jaren tachtig heb ik als huisarts ruime ­ervaring opgedaan met euthanasie en hulp bij zelf­doding. Ik ben ervan overtuigd dat ernstig lijdende en ongeneeslijk zieke patiënten hierdoor een goede dood hebben gekregen. Terugkijkend zet ik nu toch vraagtekens bij de euthanasiepraktijk in Nederland en de betrokkenheid van de arts hierbij.

Die euthanasiepraktijk – die sinds de jaren negen­tig bestaat en in 2002 met de euthanasiewet zijn plek heeft gekregen in de Nederlandse samenleving – heeft mijns inziens zijn langste tijd gehad. Om meerdere redenen. Allereerst vanwege het feit dat er destijds voor is gekozen om de (huis)arts vier rollen te geven: die als counselor (als het gaat om de vraag: wel of geen euthanasie), als beslisser over het al dan niet doorgaan van een euthanasie­verzoek, als voorschrijver van de medicatie en tot slot als ­uitvoerder van de euthanasie. Terugkijkend is deze combinatie van rollen, die complex en vervlochten kan zijn – een persoon­lijke, negatieve attitude van de arts tegenover euthanasie kan ­bijvoorbeeld van invloed zijn op zijn rol als counselor – een ­historische fout geweest.

Een tweede reden betreft de juridische plaats van de wilsverklaring die het mogelijk maakt dat wilsonbekwamen euthanasie kunnen krijgen. Dit stuit veel artsen tegen de borst. Tot slot is er de uitbreiding van patiëntengroepen, die overigens in beginsel altijd al binnen de scope van de euthanasiewet vielen. Bij deze mensen gaat het minder om het lijden aan het uitzicht op een nare dood, maar meer om een naar leven. Meer en meer artsen zullen zich afvragen of euthanasie voor deze patiëntengroepen nog binnen hun takenpakket valt.

In Nederland wordt orale toediening van euthanatica nauwelijks toegepast

Centrale rol

Het aantal euthanasieën, circa 7000 per jaar, stijgt. Euthanasie lijkt voor velen de nieuwe norm van humaan sterven te worden. Het aantal mensen dat binnen ‘afzienbare tijd’ een euthanasiewens heeft, bedraagt ruim 33.900 (2016) en voor ‘te zijner tijd’ zijn dat er 13.400.1 Uiteindelijk blijven er ‘maar’ zo’n 7000 per jaar over, hetgeen ook toe te schrijven is aan het morele kompas van (huis)artsen om terughoudend te zijn met euthanasie en deze zo lang mogelijk uit te stellen. Hier functioneert de arts als trechter en filter van de maatschappelijke wens tot de mogelijkheid van – en het liefst het recht op – euthanasie.

In Nederland is de centrale rol van de (huis)artsen bij euthanasie altijd vanzelfsprekend geweest en komt ook tot uiting in de euthanasiewet. Dat komt mede omdat in Nederland de uitvoering plaatsvindt door intraveneuze toediening van euthanatica. Het alternatief, een orale vorm, wordt nauwelijks toegepast.2 Hierbij speelt de behoefte van de arts om controle te houden over het stervensproces een rol. Dit staat in scherp contrast met andere landen, zoals Zwitserland en een aantal staten in Amerika. Artsen zijn daar afwezig: de patiënt zelf is degene die zijn levensbeëindiging uitvoert. Meestal door een oraal euthanaticum in te nemen, en soms middels een infuus dat hij of zij zelf aanzet.

Verkeerde afslag

Hoe komt het dat in Nederland destijds voor de mogelijkheid van euthanasie is gekozen, en in andere westerse landen voor hulp bij zelfdoding? Ik noem enkele oorzaken: 1) De euthanasiediscussie neemt een aanvang in 1969, vanwege de publicatie van het boek Medische macht en medische ethiek, van psychiater J.H. van den Berg.Hierin legt hij een verband tussen te ver doorgeschoten behandelingen door de arts en het nemen van de verantwoordelijkheid om dan ook het niet-leefbare leven te beëindigen. De bal wordt bij de arts neergelegd. 2) Het maatschappelijke klimaat in Nederland in de jaren zeventig en tachtig, dat door casuïstiek (de zaak-Postma in 1973), jurisprudentie en de oprichting van de NVVE sympathiek gaat staan tegenover de mogelijkheid van euthanasie. 3) De rol van de KNMG. Daar waar in andere landen, zoals Duitsland, de artsenvereniging een remmende invloed had op de euthanasiediscussie, functioneerde de KNMG eerder als een stimulator hiervan. Ook hierdoor kwam de arts centraal te staan. 4) De grote voorkeur voor het gebruik van intraveneus ­werkende euthanatica, dat onder andere werd gepropageerd door de anesthesioloog Piet Admiraal. 5) De relatief late ontwikkeling van de palliatieve zorg in Nederland, waardoor euthanasie, met de rug tegen de muur, eigenlijk de enige optie was.

Terugkijken is gemakkelijker dan vooruitkijken. Toch ben ik van oordeel dat Nederland in de jaren zeventig en tachtig een ­verkeerde afslag heeft genomen. Hierin hebben artsen, hun ­vereniging, tezamen met de toen gevoelde urgentie om een ­verantwoorde praktijk van euthanasie te organiseren, een rol gespeeld. Ook de gepropageerde methode van intraveneuze ­toediening van euthanatica en de daarmee samenhangende voorkeur voor euthanasie boven hulp bij zelfdoding is mijns inziens een historische vergissing, waardoor actieve levensbeëindiging onnodig is gemedicaliseerd.

Niet de taak van de arts

Mijn stelling is dat het mogelijk en wenselijk is om euthanasie geheel door hulp bij zelfdoding te vervangen. De arts kan zich dan uit dit domein terugtrekken en zich volledig richten op zijn taken rondom palliatieve en terminale zorg. Het beëindigen van iemands leven is niet meer de taak van de arts. Uit internationale data blijkt dat hulp bij zelfdoding goed door niet-artsen uitvoerbaar is. Met de opheffing van euthanasie ontstaat er ruim baan voor hulp bij zelfdoding, waarbij het strikt medische kader komt te vervallen.

In twijfelgevallen kunnen artsen nog als deskundige geconsulteerd worden

Verschillende discussiepunten komen hiermee te vervallen. ­Allereerst de wilsverklaring. Die is niet meer nodig. In mijn optiek is wilsbekwaamheid cruciaal. Hulp bij zelfdoding bij ­wilsonbekwame mensen, zoals patiënten met een diepe dementie, is dan niet mogelijk. Zij moeten bijtijds om hulp bij zelf­doding vragen. Toetsingscommissies en de SCEN-arts kunnen worden afgeschaft. Daarvoor in de plaats komt een aan regels gebonden documentatie van de counselor en schriftelijke ­verklaringen van zowel de hulpbieder als degene die de hulp bij zelfdoding ondergaat dat dit proces een vrijwillige keuze is. Tot slot komt de GGD-arts op de proppen die de schouw en de beoordeling of de uitvoering en procedure goed zijn gegaan voor zijn rekening neemt. Eventuele problemen kunnen direct door hem bij de inspectie en het OM worden gemeld.

Nieuwe wet

Deze nieuwe context van hulp bij zelfdoding vereist een vorm van controle die in een wet vastgelegd dient te worden. Oftewel: de euthanasiewet moet plaatsmaken voor een nieuwe wet ‘Hulp bij zelfdoding’. De vraag is welke ruimte zo’n nieuwe wet gaat bieden. Het is niet te verwachten dat onze maatschappij met minder mogelijkheden genoegen neemt dan de huidige euthanasiewet biedt. Integendeel, burgers willen steeds meer de vrijheid hebben om zelf te kunnen beslissen over het al of niet voortzetten van hun leven. Dit vereist een nieuwe maatschappelijke bezinning, die deels al door de voltooid­levendiscussie is gevoerd, maar door de terugtrekking van artsen uit dit domein een nieuw hoofdstuk krijgt. Nieuwe vragen moeten beantwoord worden.

Betreft het eenieder die dood wil en daarvoor hulp wil hebben? Ziek of niet ziek, oud, terminaal of jong? Moeten er alleen eisen gesteld worden aan de aanhoudendheid en het goed overwogen hebben van zo’n wens? Dat zo iemand alleen wilsbekwaam is en voldoende overdacht heeft welke alternatieven er zijn om door te leven? Of moet een dergelijke wet stringenter zijn en toch medische criteria te bevatten?

Als die vragen zijn beantwoord, is een loket nodig dat in staat is om deze beoordeling te doen. Hierin spelen artsen geen leidende rol meer. In twijfelgevallen, bijvoorbeeld bij vaststelling van ­wilsbekwaamheid, zouden zij als deskundige nog geconsulteerd kunnen worden.

Vervolgvragen

Artsen verdwijnen echter niet helemaal uit beeld. Want ook op het medische vlak blijven er legio knelpunten en vervolgvragen, waardoor zij op de achtergrond toch aanwezig blijven. Allereerst als voorschrijver van de medicatie. Ook zullen zij worden geraadpleegd wanneer de hulp bij zelfdoding mislukt. Vervolgens bij de procedures en positionering van het zelfdodingsloket (overheid, privaat, meerdere Expertisecentra Euthanasie?), de status van de counselor en degene die de hulp bij zelfdoding vervult. Zijn dit vrijwilligers zoals de Freitodshelfer in Zwitserland of bijvoorbeeld de stervensbegeleider van D66? Is dit een BIG-geregistreerd beroep en valt het onder de inspectie?

Er valt dus nog genoeg te doen, ook voor artsen. Maar hun ­centrale actieve rol bij levensbeëindiging gaat wat mij betreft tot het verleden behoren. 

auteur

Wim Graafland, huisarts niet-praktiserend

contact

w1.graafland@gmail.com

cc: redactie@medischcontact

Voetnoten

1. KNMG (2018), Euthanasie in cijfers. Utrecht

2. Chabot, B. (2015), Dignified dying- A Guide/death at your bidding. Amsterdam

3. Berg, J.H. van den (1969), Medische macht en medische ethiek. Nijkerk: Callenbach

Lees meer
euthanasie levenseinde zelfdoding
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • P.J.E. van Rijn

    huisarts n.p., Rheden

    Geachte redactie ,
    In de gedrukte versie van mijn reactie op dit artikel is een hinderlijke fout geslopen .U geeft weer : `..iemand die geen patiënt is en die uitzichtloos lijdt..` , terwijl ik heb geschreven: `...iemand die geen patiënt is die ui...tzichtloos lijdt ..`. Het verschil is zeer essentieel, want als iemand uitzichtloos lijdt zou deze hierdoor mogelijk als patiënt kunnen worden beschouwd en daardoor in aanmerking kunnen komen voor euthanasie. Daartegenover is `iemand die geen patiënt is die uitzichtloos lijdt` per definitie geen patiënt en kan daardoor dus geen aanspraak maken op euthanasie. Een klein verschil , maar oh zo belangrijk in deze discussie..

  • P.J.E. van Rijn

    huisarts n.p., Rheden

    De bedenkers van de WtL de ministers Borst en Korthals Altes hebben het recht op leven destijds gesteld boven het recht gevrijwaard te blijven van onmenselijke en vernederende handelingen. Tenzij het een uitdrukkelijk ,ernstig ,bestendig en actueel v...erlangen betreft om te mogen sterven .Al heeft een persoon dit in wilsbekwame toestand uit vrije wil bevestigd, als deze eenmaal wilsonbekwaam is geworden ten gevolge van ernstige dementie dan mag deze wilsverklaring niet meer van toepassing worden verklaard. Omdat het actueel niet is aan te tonen dat deze veranderde persoon nu nog achter deze ooit geuite wens staat .Ook omdat uitzichtloos en ondragelijk lijden actueel nauwelijks aantoonbaar is. Als deze op per definitie niet te begrijpen manier zal worden gedood, kan dit angst en agitatie oproepen omdat dit proces heimelijk onder dwang en geweld zal moeten plaats vinden ,waardoor de lijdensdruk juist wordt vergroot ..[ Als patiënt wél duidelijk lijdt bestaat hiervoor palliatie. ] Ook een wilsonbekwame demente patiënt heeft er recht op zó te mogen vertrouwen op diens dokter dat deze hem of haar niet onverhoeds zal doden, eigenlijk zoals een wilsonbekwaam kind diens ouders moet kunnen vertrouwen .Hierin wordt deze gesteund door het Internationale Verdrag ter bescherming van Mensen met een Handicap. Het oordeel van de Hoge Raad kan leiden tot een mer à boire aan euthanasie bij wilsonbekwame demente patiënten .

    • P.H. van Putten

      Aerts expertisecentrum euthanasie, Sellingen

      De discussie verschuift naar ja of nee euthanasie bij wilsonbekwamen. Het oorspronkelijk artikel gaat er over dat de maatschappij meer autonomie voor de patient/ persoon met voltooid leven wil. Daar past bij dat men een wilsverklaring opstelt voor... het geval dat men bij vergevorderde dementie zijn wil niet meer kan uiten. Het risico dat men dan van gedachte is veranderd is daarbij ingecalculeerd. Ik ben van mening dat artsen deze ontwikkeling moeten respecteren. Uiteraard hoeft een individuele arts daar niet aan mee te werken als hij daar principiele problemen mee heeft. Echter dat artsen meewerken aan een zachte dood is van alle tijden. Vroeger gebeurde dat ook bij wilsonbekwamen of zonder expliciete toestemming van de patient. Nu zijn er goede waarborgen voor een zorgvuldige procedure.

  • W.M. Maschhaupt

    ex-huisrts, SCEN-arts, Almere

    Graafland slaat de plank mis, als hij stelt dat de wilsverklaring bij wilsonbekwamen voldoende is;
    de arts-patient relatie met een gedegen afweging is leidend, de wilsverklaring kan alleen ondersteunend zijn
    Het "morele kompas" zorgt juist voor de ...gedegen afweging en dat kan dus tijd kosten
    Reden voor vaker i.v. methode dan de orale : patient moet wel "geschikt"zijn om het drankje te kunnen drinken; voor omstanders is het stervensproces bij het drankje niet altijd prettig.
    Wat zijn de competenties van de "counselor"? arts?;
    In mijn visie is de rol van de (huis) arts onmisbaar

  • A.S.M. Nuijten

    SCEN-arts, Oostvoorne

    Niemand zal ontkennen dat dementie lijden met zich meebrengt.
    In toenemende mate lijkt het erop, dat er in geval van een euthanasieverzoek sprake is van een dubbel conflict van plichten: enerzijds het conflict dat ten grondslag ligt aan de Wtl: de ...keuze tussen zorgplicht en beschermwaardigheid van het leven en anderzijds de zelfbeschikking van de patiënt versus die van de arts.
    Met respect voor de collega’s die moeite hiermee hebben wil ik ervoor pleiten als beroepsgroep voor deze conflicten niet weg te lopen. Te beginnen met het laatste conflict: de arts heeft de vrijheid zelf te beschikken hoe met de euthanasievraag in een gegeven casus om te gaan. Verwijs als de druk om een bepaalde keuze te maken te hoog is.
    Patiënten met dementie kunnen een wisselend klinisch beeld vertonen. Voorschrijven dat iemand in een vroege fase hulp bij zelfdoding verleend krijgt ontneemt patiënten met dementie resterende jaren met een redelijke kwaliteit van leven.
    Ook de mogelijkheid de wil te uiten kan wisselen. Een schriftelijke wilsverklaring kan een tanende mogelijkheid de wil te uiten ondersteunen en in geval van wilsonbekwaamheid in de plaats komen van een mondelinge wilsverklaring.
    Het is denkbaar en te rechtvaardigen, dat euthanasie verleend wordt aan een patiënt, die in een steeds bijgestelde euthanasieverklaring bijvoorbeeld beschreven heeft, dat hij, lege artis wilsonbekwaam verklaard, door euthanasie zou willen overlijden als hij door zijn dementie in een toestand komt te verkeren, waarin hij vervreemd is van de persoon, die hij is geweest, waarbij zijn bestaan wordt beheerst door angst, agitatie en waarbij die toestand gepaard gaat met een grote lijdensdruk.
    Dat de Hoge Raad in haar arrest (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2020:712) heeft geoordeeld dat aan betreffende zorgvuldigheidseis kan worden voldaan doet overigens niets af aan de emotionele belasting van de arts.

  • J. van Andel

    arts np eerder huisarts en scenarts, Zeist

    Met veel interesse en nieuwsgierigheid heb ik het artikel van collega Wim Graafland gelezen (MC 34-35, blz. 21 ev).
    Ook ik heb jarenlang als huisarts gewerkt en verschillende malen euthanasie verleend, vooral in de periode voordat de Euthanasiewet ...er was en vaak ook met orale middelen. Tevens ben ik jarenlang Scenarts geweest. Na bijna 15 jaar ben ik daarmee gestopt omdat ik de druk op de huisarts en de Scenarts steeds groter zag worden, de wens van patiënt en familie soms dwingend en de autonomie van de patiënt belangrijker dan die van de arts.
    Ook ik heb als huisarts ervaren dat de verschillende rollen die collega Graafland beschrijft konden gaan knellen.
    Omdat er steeds meer aanvragen voor Scen-consultaties kwamen van mensen die vonden dat hun leven voltooid was en die zich niet in een terminale fase van een ziekte bevonden, en meer aanvragen van mensen die in een beginfase van dementie het proces niet verder wilden afwachten vond ik het steeds lastiger worden zulke situaties goed te beoordelen. Vaak heb ik gedacht: waarom moet een dokter dit doen? Je moet de wens uitvoeren maar je mag er eigenlijk niets van vinden. Dat kan strijdig zijn met je eigen normen en waarden en je eigen geweten. Ik kon me vaak wel inleven in het feit dat men niet verder wilde maar dacht dan: ik zou zelf dat leven niet kunnen beëindigen. Het is veel meer een maatschappelijk dan een medisch probleem.
    Hoe de rol van de arts bij het beëindigen van leven kan stoppen en hoe de Euthanasiewet geheel vervangen kan worden door een wet hulp bij zelfdoding staat mij nog niet helder voor ogen. Ik vind het een gedurfd voorstel. Ik denk dat je de rol van de arts nooit helemaal kunt uitvlakken en als er een rol is is er ook medeverantwoordelijkheid en wat mij betreft dan ook medebeoordeling. Maar het lijkt mij zeer de moeite waard de discussie hierover binnen de beroepsgroep op gang te brengen en ook de mening van nu-praktiserende artsen te horen. Ik zou graag aan zo’n discussie willen meedoen.

  • D.F.R. Boswijk

    kaderhuiisarts ouderengeneeskunde en scen-arts, Stegeren

    Ik vind dat we serieus naar het Zwitserse model moeten kijken om te zien hoe we de autonomie van onze patiënten nog meer centraal kunnen stellen. Dat kan grote voordelen hebben, o.a. in het debat over het zelfgekozen levenseinde. En in het debat ove...r euthanasie bij wilsonbekwamen, want dat lijkt me dan niet meer aan de orde...
    Of we ook voor de Zwitserse logistiek moeten gaan, lijkt me minder voor de hand liggend. Het is niet alleen prijzig en vooral voor de happy few. Het zou een soort Dag van de Wederopstanding van de Levenseinde Kliniek inhouden. Het scenario dat straks ieder dorp en iedere stad in Nederland een Hospice en een Levenseinde Kliniek heeft, komt dystopisch over. En kostbaar.
    De belasting voor de (huis)arts in het Nederlandse model is onderdaad fors, maar het levert ook wel veel op: euthanasie en hulp bij zelfdoding worden bereikbaar/laagdrempelig/betrokken geleverd in de eigen vertrouwde leefomgeving van de patiënt. Dat is een enorme verworvenheid.
    En vergeet niet: euthanasie en hulp bij zelfdoding worden in Nederland gemiddeld driemaal vaker toegepast dan "Freitodbegleitung" in Zwitserland. " size does matter"!

  • A.S.M. Nuijten

    SCEN-arts, Oostvoorne

    Basis van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) is het conflict van plichten voor de arts bij een verzoek tot levensbeëindiging. De arts kan tot de overtuiging komen het goede te doen door te kiezen voor een goede ...dood.
    De (huis)arts kent patiënt en is bij uitstek de aangewezen deskundige voor de begeleiding van het levenseinde.
    In het maatschappelijk debat is er toenemende behoefte recht te doen aan de zelfbeschikking van de burger. In plaats van vervanging pleiten wij voor synthese van de Wtl met het D66-wetsontwerp. Hiermee zou hulp bij zelfdoding mogelijk gemaakt kunnen worden ook als er geen medische grondslag is. De arts moet verantwoordelijk blijven voor het voorschrijven van de dodelijke middelen, maar als er geen medische grondslag is, vindt voorafgaand aan toepassing daarvan consultatie plaats van deskundigen buiten het domein van de arts.

    Mede namens Piet Schelling, emerituspredikant

  • van den Bogart

    Forensisch arts

    Allereerst begrijp ik de titel van dit betoog niet. "Stop euthanasie en maak ruim baan voor hulp bij zelfdoding."

    Euthanasie en hulp bij zelfdoding komen wettelijk namelijk op hetzelfde neer, met de volgende verschillen: Bij euthanasie geeft een ...arts de patiënt het dodelijke medicijn. En bij hulp bij zelfdoding geeft de arts het dodelijke medicijn aan de patiënt, waarna de patiënt het medicijn zelf inneemt.

    Een huisarts of andere uitvoerend arts kan zelf met de patiënt bespreken welke vorm wenselijk is. Als de arts niet direct verantwoordelijk wil zijn voor het overlijden, dan is hulp bij zelfdoding, de indirecte manier in de meeste gevallen gewoon een oplossing.

    Ik heb het idee dat de schrijver eerder bedoelt: stop met de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) en laat iedereen zelf bepalen of ze wel of geen dodelijk middel willen innemen. En daarbij dan het liefst buiten het zicht en zelfs zonder weten van de arts.
    Dat lijkt mij vanuit de arts wel de gemakkelijkste optie, maar of het zo verstandig is dat iedereen zomaar buiten een arts om een dodelijk middel op de kop kan tikken, en zomaar in een opwelling voor zichzelf of iemand anders kan gebruiken, daar heb ik mijn twijfels over. Ik denk dat een arts in alle gevallen nog steeds de counseler en toetser zal moeten zijn om de burgers te beschermen.

  • R.L. van der Horst

    voormalig huisarts en verpleeghuisarts, EMMEN

    Ik ben het met collega Graafland eens dat er een zelfdoding met medische middelen mogelijk zou moeten zijn. Ik ben een 82 jarige arts die in de praktijk euthanasie heeft uitgevoerd en die daar nog steeds regelmatig aan terug denkt als het onderwerp w...eer ter sprake komt, post traumatisch?
    Nu zit ik zelf met dat probleem. Ik heb een onbehandelbaar invasief blaascarcinoom naast diverse andere gebreken. Ook voor mij zal binnenkort het moment aanbreken dat de klachten ondragelijk zullen worden en ik zou dan zelf ook een "solutio non therapeutica" willen nemen. Kom daar maar eens aan! Ik ben niet meer BIG geregistreerd, dus ik kan zelf het recept niet meer schrijven. Mijn huisarts zal een palliatief traject kiezen, maar ik zou dat korter willen hebben.

    • A.E. van Westreenen

      Arts, Tilburg

      Beste collega,

      Mocht uw huisarts euthanasie uitsluiten, bent u van harte welkom zich te refereren naar het Expertisecentrum Euthanasie. Dan kunnen wij kijken of dit niet toch kan (en prima facie lijkt dit zeker wel te kunnen).

  • A. Brinks

    huisarts, SCEN-arts, docent SCEN opleiding, Amsterdam

    Het blijkt opnieuw dat euthanasie uitvoeren een lastige klus kan zijn. De oplossing is m.i. niet om dan maar de vraag van patiënten om hulp bij het sterven over de schutting te gooien naar een levenseinde begeleider. Collega van Putten schrijft al da...t er niet gekozen is voor de rol van de arts bij euthanasie, maar de wet een vastlegging is van de bestaande praktijk (“wet is gestolde moraal”). Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn ook nog twee aparte juridische categorieën. Als hulp bij zelfdoding niet meer voorbehouden is aan alleen artsen, wat doen we dan met de patiënten die geen drankje meer kunnen drinken? Kortom: de praktische invulling van de opleiding tot levenseinde begeleider zal niet makkelijk zijn. De wet zoals die nu is geeft voldoende ruimte aan patiënten met een doodswens en geeft ook dokters de gelegenheid om geen hulp te hoeven te verlenen bij de praktische uitvoering. Laten we ons nu vooral bezig houden met ondersteunen (en opleiden) van artsen die vroeg of laat te maken krijgen met levenseinde vraagstukken.

  • E.M. Huisman

    Arts, Den Haag

    De discussie blijft lopen, prima. In een krantenartikel lees ik (https://www.parool.nl/nederland/cu-over-d66-voorstel-voltooid-leven-buitengewoon-pijnlijk~bc77febf/) “ Eerder adviseerde een commissie onder leiding van D66-senator Paul Schnabel om men...sen met een doodswens betere zorg aan te bieden. Een voltooid leven-wet zag hij niet zitten. Ook de commissie Van Wijngaarden, die onderzocht hoeveel senioren ‘lijden aan het leven’, was kritisch. Van de hoogstens 10.000 55-plussers die een langdurige doodswens kennen, kan dat verlangen ook weer verminderen of weggaan. Een vaststaand gegeven is het niet, bleek uit dat onderzoek.”

    Overigens is het in Nederland inderdaad gebruikelijk om de rocuronium en thiopental i.v. toe te dienen maar het drinken van een oraal euthanaticum is al jarenlang mogelijk. We zien het in de praktijk nauwelijks.

  • P.J.E. van Rijn

    huisarts n.p., Rheden

    Een terecht pleidooi voor hulp bij zelfdoding. Zo houd je immers het initiatief bij de patiënt en zo werkte dat ook in de pre-euthanasieperiode met behulp van getuigen die tevens medeplichtig waren. Tot zover het positieve deel van dit verhaal, dat ...verder slechts een herhaling is van het z.g.n. `voltooid leven`-wetsvoorstel, dat ook om de hete brij heen draait: Want niemand praat erover wie , nadat de dokter opzij is gezet ,de beslissing tot de dood neemt ,wie de medicijnen levert ,wie helpt bij het toedienen. Een dergelijke verantwoordelijkheid kan per definitie alleen maar door een arts worden genomen. Maar omdat artsen door hun eed altijd het `goede` moeten doen is het doden van iemand, die geen patiënt is die uitzichtloos lijdt, geen zaak voor een arts .Nu bestaan er ook dokters die niet aan zo`n eed zijn gebonden .Zo kunnen artsen in de V.S. onbelemmerd meehelpen aan het uitvoeren van de doodsstraf omdat ze gevrijwaard zij van deze eed door de z.g.n. `Georgian Laws` . En zijn er artsen die bij het toepassen van de Sharia erop toezien dat een patiënt niet overlijdt na het toepassen van een in principe niet dodelijke lijfstraf. Werden nazi - artsen zelfs ontheven van hun eed .Uit praktische overwegingen zullen z.g.n. `levenseindebegeleiders` niet met een dergelijke eed worden belast .Dit moeten dan wel als dokter opgeleidenen zijn ,maar dan zonder eed. Laten we dokters die zich aan hun eed houden nu eens [hoewel met een germanisme] aanduiden als bovenartsen. Dan zouden we deze niet-ethische beroepsdoders wel onderartsen kunnen noemen..

  • J.R. Sikkema

    Specialist ouderengeneeskunde, IJmuiden

    Helemaal eens met het betoog. Als "jonge" arts heb ik zelf geen euthanasie verricht. Ik merk dat ik moeilijk mijn rol als arts kan combineren met de rol van toetser en uitvoerder van de euthanasiewet, vooral als het een opeenstapeling van chronische ...klachten betreft. Wellicht dat de toegenomen druk op het expertisecentrum euthanasie hier al een uiting van is en dat we langzaam streven naar het uit elkaar halen van euthanasie/hulp bij zelfdoding en de behandelend arts.

  • P.H. van Putten

    Arts expertisecentrum euthanasie, SCENarts, Sellingen

    Er valt zeker wat te zeggen voor het model van Wim Graafland. Echter er moeten wel kanttekeningen bij geplaatst worden.
    Er is destijds niet “ gekozen ” voor de rollen van de huisarts. Het was de wettelijke vastlegging van de al bestaande praktij...k. Door de regels te veranderen verander je de praktijk niet. Artsen zullen het een deel van hun taak blijven vinden om als er geen behandeling meer mogelijk is mee te werken aan een zachte dood.
    Er wordt makkelijk over euthanasie bij patienten bij vergevorderde dementie heengestapt. De behoefte van uit de maatschappij hieraan zal echter alleen maar toenemen. Het hulp bij zelfdoding in een stadium dat de patient nog wilsbekwaam is is geen oplossing. Dan dwing je patiente om “ te vroeg” uit het leven te stappen.
    Ook voor de groep met psychiatrische ziektebeelden biedt het model geen oplossing.
    Tenslotte de verwijzing naar andere landen zoals Zwitserland en de Verenigde Staten. Je kan de “euthanasiecultuur” niet zo van het ene land naar het andere verplaatsen. Theoretisch mooie oplossingen maar of de toegankelijkheid daar beter is dan in Nederland is de vraag. In Zwitserland moeten patiente een forse som geld meenemen. In de VS zal dat niet anders zijn.

  • W.I.E. Wolfe

    Huisarts en Kaderarts palliatieve zorg, Venhuizen

    Ook ik ben voorstander van het model door Wim Graafland beschreven. Door medestudenten van de palliative zorg cursus in Cardiff hoorde in Canada en Australië gebruikt men het drankje als hulp bij zelfdoding. De procedure in Zwitserland, door niet ...artsen laten uitvoeren, lijkt me inderdaad beter voor dokters. Alleen lijkt het me moeilijk de medisch euthanasie cultuur die dertig jaar bestaat te veranderen.

  • S. Zwart

    waarnemend huisarts en docent, Hattem

    Collega en generatiegenoot Wim Graafland slaat de spijker op de kop. Het wordt tijd om artsen te ontlasten van hun complexe taak op het gebied van (zelf-)doding, waaronder euthanasie. Hij geeft een historisch overzicht van het ontstaan van de euthana...sie wetgeving en de rol die artsen op zich hebben genomen en de argumentatie van toen. Ook ik heb euthanasie uitgevoerd en heb er geen spijt van. Eerder dit jaar stopte ik mijn praktijk na 31 jaar. Ikzelf en ook collega’s om mij heen kregen toenemend moeite met de dubbelrol van de voor de patiënt vertrouwde behandelaar en tegelijk mede-beoordelaar en uitvoerder van de dodelijke interventie. Ook in mijn rol als docent en opleider zag ik steeds meer jonge dokters, niet alleen orthodoxe christenen en moslims, die euthanasie buiten hun takenpakket wilden houden. Euthanasie wordt elk jaar vaker uitgevoerd en in de jurisprudentie gaan de kwesties dementie en therapieresistente depressie toenemend aandacht opeisen. Onderzoek van de groep van Els van Wijngaarden toonde recent aan dat de de actuele doodswens-zonder-ernstig-ziekzijn van 75-plussers ambivalent is. De huidige twee grootste politieke partijen overwegen toch een wet op Voltooid Leven in te voeren. Het morele kompas, dat wij als behandelaars inzetten, is bij (zelf-)doding niet meer te verantwoorden, mede door de maatschappelijke druk. Een passend moment om onze verantwoordelijkheid voor (zelf-)doding over te dragen. Aan wie, dat is aan de politiek.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.