Laatste nieuws
A.L. den Ouden c.s.
3 minuten leestijd
chirurgie

Sterftecijfer niet afserveren

Plaats een reactie

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) erkent dat het sterftecijfer (HSMR) nog niet rijp is voor een vergelijking tussen zorgprestaties van ziekenhuizen. Maar dat betekent niet dat de HSMR onbruikbaar is voor interne analyse en sterfte.



De eerste reactie van Geelkerken c.s. (MC 9/2008: 370) dat ziekenhuizen met een hoge Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR) hun zorgprocessen zorgvuldig tegen het licht moeten houden, is juist. In het ‘eigen’ Medisch Spectrum Twente (MST) bleek de ‘oversterfte’ hoger dan verwacht. En nadat was gebleken dat registratiefouten dat niet (afdoende) verklaarden, onderzochten zij de sterfte onder patiënten uit vier voor de heelkunde belangrijke diagnosegroepen.



In een retrospectief onderzoek stelden zij de indicatie voor chirurgische interventie en de oorzaak van het overlijden vast van alle overleden patiënten die door een chirurg waren behandeld. Omdat de HSMR corrigeert voor leeftijd en urgentie van de opname, is het aantal acute interventies of het aantal patiënten met een hoge leeftijd niet van belang.



Chirurgie geen optie


Onder de overledenen was wel een groot aantal patiënten voor wie chirurgische interventie geen optie meer was of voor wie uitsluitend een palliatieve behandeling mogelijk was. Of het gevoel van de chirurgen klopt dat de hoge sterfte hierdoor wordt veroorzaakt, wordt in dit onderzoek niet onderbouwd. Omdat de indicatiestelling voor de gehele patiëntenpopulatie en daarmee de samenstelling van de totale patiëntenpopulatie niet bekend is, is vergelijking met de sterfte in de internationale literatuur niet mogelijk. Gebruik van de door de auteurs genoemde uitgebreidere registraties met patiëntengegevens, zoals de chirurgische complicatieregistratie had hierbij zeker uitkomst kunnen bieden. De vergelijking gaat evenmin op als ongelijke uitkomstmaten, zoals ziekenhuissterfte en 90-dagensterfte, worden gebruikt. Ook de uitspraak van de auteurs dat bij een betere postoperatieve opvang van ouderen na een heupfractuur de uitkomst gunstiger zou zijn geweest, wordt niet onderbouwd.



Niet volledig benut


De chirurgen uit het MST hebben de kansen die de HSMR biedt echter niet volledig benut. Zo hebben zij geen onderzoek naar adverse events en mogelijk vermijdbare factoren verricht (althans niet gerapporteerd), ook niet bij patiënten bij wie een chirurgische complicatie de directe oorzaak van het overlijden was. Het is juist dit onderzoek dat in een veiligheidsmanagementsysteem aanknopingspunten voor verbetering kan bieden.



Daarnaast is de HSMR geen maat voor het falen van de chirurg, maar een indicator voor de gehele behandeling. Doordat het onderzoek focust op de chirurgische interventie, mist het de mogelijkheid om ook de pre- en postoperatieve behandeling en de samenwerking tussen verschillende disciplines te betrekken bij de zoektocht naar adverse events en mogelijk vermijdbare factoren.



Overigens neemt de inspectie de ongerustheid over een afdoende correctie van patiëntenkenmerken bij de HSMR serieus. Het is waarschijnlijk dat voor sommige ziekenhuizen - zeker die met topklinische functies - de correctie (nog) onvoldoende is. Met de chirurgen in het MST beschouwt de inspectie de huidige HSMR dan ook nog niet rijp voor een (openbare) vergelijking tussen ziekenhuizen. Als de conclusie van het artikel was geweest dat de HSMR voor Nederland nog verder moet worden ontwikkeld, dan deelt de inspectie die. Maar dat de HSMR niet bruikbaar zou zijn voor de interne analyse van sterfte, onderschrijft de inspectie geheel niet. Een goed gebruik van de HSMR vergt immers vooral een goed onderzoek naar de adverse events bij een onverwacht hoge sterfte.



Verantwoorde prikkel


Door de defensief georiënteerde benadering blijven de enkele verbetermogelijkheden die Geelkerken c.s. in hun artikel aangeven, onderbelicht. Doel is immers dat de HSMR een verantwoorde prikkel geeft tot verbetering van de kwaliteit (inclusief veiligheid) van de patiëntenzorg in ziekenhuizen. Het advies van de inspectie is dan ook: uw conclusies zijn er voor een deel al, dus aan de slag ermee. En gebruik verdere analyse als een mooie start voor verdere kwaliteitsverbetering. 



dr. A.L. den Ouden, kinderarts n.p., inspecteur, hoofd afdeling analyse indicatoren


drs. W.A.H. Nugteren, chirurg, inspecteur


drs J. Haeck, internist, inspecteur


drs. J.M.J. van den Berg, arts, inspecteur



Correspondentieadres:

wm.vd.horst@igz.nl


c.c.:

redactie@medischcontact.nl

 



Geen belangenverstrengeling gemeld.



PDF van dit artikel



De in het blad beloofde MC-artikelen over het sterftecijfer als maat voor kwaliteit kunnen wij op dit moment helaas niet bij het artikel plaatsen. U kunt via de KNMG Catalogus onder het trefwoord "sterftecijfer een overzicht van MC-artikelen die (zijdelings) met dit onderwerp te maken hebben vinden.

chirurgie ouderen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.