Laatste nieuws
Joost Visser
2 minuten leestijd
Nieuws

Sterfte na hartoperatie lager dan verwacht

Plaats een reactie

De sterfte tijdens of na een hartoperatie is bij alle hartchirurgische centra dezelfde. Ze ligt gemiddeld onder de sterfte die kon worden verwacht op basis van kenmerken van de patiënt en de operatie.

Dat blijkt uit de sterftecijfers van de zestien hartchirurgische centra, die de Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (NVT) vandaag presenteert. Nederlandse hartchirurgen zijn in 1995 begonnen met een landelijke registratie van interventies; na de crisis bij de afdeling Hartchirurgie van het St Radboud in Nijmegen werd deze aangevuld met een registratie van risicogewogen ziekenhuissterfte, onder regie van de NVT. Het risico op overlijden wordt berekend met de zogeheten EuroSCORE, op basis van achttien kenmerken van de patiënt en de operatie.

Jaarlijks worden zo’n 16.500 hartoperaties gedaan. Het aandeel van de geïsoleerde coronaire bypassoperaties (CABG) daalt (in 2011: 51 procent), dat van de klepchirurgische ingrepen (waaronder de aortaklepvervanging, AVR) stijgt licht. Per centrum is er een grote variatie in het aantal uitgevoerde CABG’s , van circa 400 tot circa 1200.

In 2011 is de sterfte tijdens en na een hartoperatie ongeveer 3 procent: bij een geïsoleerde CABG of AVR 2 procent, bij een combinatie van beide ingrepen 4 procent. Over de jaren 2007-2011 zijn deze sterftecijfers nauwelijks veranderd. De werkelijke sterfte is in die jaren ook telkens lager geweest dan de sterfte die op basis van de EuroSCORE kon worden  verwacht.

Uit nadere analyse bleek dat de mortaliteit bij een geïsoleerde CABG in twee ziekenhuizen lager en in één ziekenhuis marginaal hoger is dan de landelijke norm; de andere ziekenhuizen wijken daar niet van af. Als het gaat om een geïsoleerde AVR is de mortaliteit in één ziekenhuis hoger dan de landelijke norm en in de overige ziekenhuizen daarmee vergelijkbaar. Bij een combinatie van beide ingrepen is de mortaliteit in één ziekenhuis lager dan de landelijke norm.

Onder de zestien hartcentra die bijdragen aan de registratie zijn ook die van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein en het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Beide ziekenhuizen presenteerden in oktober ook al cijfers over de uitkomsten van hun behandelingen, verzameld in het project Meetbaar Beter. Dennis van Veghel, projectleider van Meetbaar Beter, legt de verschillen uit: ‘Meetbaar Beter kijkt naar alle voor de patiënt relevante uitkomstmaten, dus ook naar de kwaliteit van leven en het langetermijnperspectief. Uitgangspunt is de medische aandoening. Een kransslagadervernauwing, bijvoorbeeld, kan cardiochirurgisch maar ook cardiologisch worden behandeld.’ Van Veghel noemt het ‘een goede ontwikkeling’ dat NVT haar cijfers nu openbaar maakt, al zijn ze nog anoniem: ‘In Meetbaar Beter maken we ook verschillen duidelijk tussen met naam genoemde ziekenhuizen.’

Joost Visser

Bron:

Lees ook:

beeld: iStockphoto
beeld: iStockphoto
Nieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.