Laatste nieuws
2 minuten leestijd
Wetenschap

Statines voor primaire preventie: ja of nee?

2 reacties

Een vernieuwde richtlijn over statines bij het voorkómen van hart- en vaatziekten, verdeelt Amerikaanse experts. Dat blijkt alleen al uit de verschillende redactionele commentaren van de US Preventive Services Task Force (USPSTF) in JAMA.

De USPSTF gaan af op gegevens van negentien trials, waarvan er slechts één niet door de industrie was gesponsord. Bij de meeste trials waren mensen met een erg hoog LDL (5 mmol/l of hoger) uitgesloten. Op basis van die trials adviseren ze voor 40- tot 75-jarigen (die nog niet bekend zijn met hart- en vaatziekten) om te beginnen met een lage of normale dosis statines als hun tienjaarsrisico op hart- en vaatziekten (HVZ) 10 procent of hoger is en als sprake is van een of meer van de volgende risicofactoren: dyslipidemie, hypertensie, diabetes of roken. Bij een risico tussen 7,5 en 10 procent, valt behandeling ook nog te overwegen, maar is het bewijs zwakker. Boven de 75 jaar is het voordeel van starten met behandeling niet zinvol meer. Over stoppen zegt deze richtlijn niets.

Maar liefst drie commentaren gaan in op die nieuwe richtlijn. Ann Marie Navar en Eric Peterson wijzen op de vele vragen die overblijven over wie wel of niet te behandelen. Neem de relatief jonge patiënt met een ongunstig lipidenprofiel: als je lang genoeg wacht, komt hij vanzelf boven die 10 procent risico uit. Is het logisch om daarop te wachten, of grijp je liever eerder in? Philip Greenland en Robert Bonow benadrukken dat ondanks verschillen tussen de richtlijnen nu in ieder geval vaststaat dat statines voor mensen met een verhoogd risico op HVZ belangrijk zijn. Lees je daarna het stuk van Rita Redberg en Mitchell Katz, dan weet je het als argeloze lezer helemaal niet meer. Zij wijzen op allerlei problemen met de trials waarop de USPSTF zich baseert (bij sommige patiënten was sprake van secundaire preventie, mogelijke bias door sponsoring door industrie, verschillende uitkomstmaten, geen toegang tot ruwe data, waarschijnlijk onderrapportage van bijwerkingen). Hoe dan ook is het voordeel van statines bij primaire preventie klein, zeker in absolute getallen: afname all cause mortaliteit gedurende een tot zes jaar (bij eerdergenoemde groep) is 0,40 procent. Voor cardiovasculaire sterfte is dat 0,43 procent. Waarbij natuurlijk geldt: hoe groter de kans bij aanvang, hoe groter de absolute risicoverlaging.

Als artsen aan (nog) gezonde mensen een dagelijks in te nemen pil voorschrijven, is het van belang dat er voldoende bewijs is dat dat meer voor- dan nadelen heeft. Redberg en Katz stellen dat dat bewijs er voor statines niet is.

JAMA, 2016.

Doi: 10.1001/jama.2016.15087, 10.1001/jama.2016 .15085, 10.1001/jama.2016.15094, en 10.1001/jama.2016.15450

Lees ook:

Wetenschap hart- en vaatziekten
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Herman Idzerda

    cardioloog, Delden

    Het wetenschappelijk bewijs is daar en op basis daarvan kunnen we ons beleid bepalen. Onnodig medicaliseren is niet goed maar er wordt ook veel leed veroorzaakt door onjuist nep-nieuws en bakerpraatjes over statines waardoor coronairlijden kan doorwo...ekeren.

    Feit is dat ze gewoon prima werken en daarom - indien geïndiceerd - gewoon kunnen worden genomen.

  • Wim van der Pol

    Oud ziekenhuisapotheker, Delft

    Bewijzen en richtlijnen doen statines veel te veel eer aan. Wat telt is gezond verstand en gezond leven. Hoe lang duurt het nog dat de cholesterol ballon wordt doorgeprikt? Voorbeeld. Na een stent voegt een statine 0,0000 % jaren toe aan de levensver...wachting. Alleen maar -10% vermindering aan de kwaliteit van leven. En deze uitspraak is niet gesponsord en zal weinigen willen horen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.