Laatste nieuws
Lieke de Kwant
2 minuten leestijd
Nieuws

Spong: ‘Smokkel strafrecht niet ziekenhuis in’

4 reacties

Het gaat niet aan om een arts die ‘volkomen te goeder trouw minder optimaal heeft gehandeld dan achteraf bezien mogelijk was geweest’ een strafrechtelijk verwijt te maken. Dat zei Gerard Spong, advocaat van de vervolgde Hoornse gynaecoloog, donderdagmiddag in zijn uren durende slotpleidooi bij het Gerechtshof in Amsterdam.

Volgens Spong is het strafrecht primair bedoeld om ‘evident crimineel gedrag’ aan te pakken. Hoewel die taak niet ophoudt bij de voordeur van het ziekenhuis, moet het strafrecht niet ‘via de achterdeur dat ziekenhuis worden binnengesmokkeld om de artsen in hun dagelijkse strijd om het leven, te bemeten.’ Dat zou hun werk op den duur onmogelijk maken, aldus de strafpleiter.

De zaak tegen de gynaecoloog, destijds werkzaam bij het Westfriesgasthuis, gaat over een bevalling die eindigde met een uterusruptuur en een spoedsectio. De baby overleed twee dagen later. De arts is door de rechtbank Alkmaar veroordeeld wegens dood door schuld en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Vanmorgen hoorde hij in hoger beroep een maand voorwaardelijke celstraf en een jaar voorwaardelijke ontzegging uit het beroep tegen zich eisen, overeenkomstig de eerder door de rechtbank opgelegde straf.

Spong trok fel van leer tegen dat vonnis; de strafrechter zou daarmee ‘ver op drift’ zijn geraakt. Ook deelde hij plaagstoten uit aan de leden van het hof zelf. Zo memoreerde hij dat er nog nooit een strafrechter is vervolgd wegens – achteraf bezien – wederrechtelijke vrijheidsberoving. Hij begrijpt niet waarom artsen die inschattingsfouten maken harder moeten worden aangepakt dan rechters.

De advocaat besteedde verder veel aandacht aan de samenwerking met de klinisch verloskundige die de bevalling begeleidde. Volgens de rechtbank in Alkmaar kon de gynaecoloog wel taken aan haar overdragen maar geen verantwoordelijkheden. Hem werd daarom verweten dat hij de verloskundige geen duidelijke instructies had gegeven toen hij naar huis ging om te eten. Dat zou ertoe hebben geleid dat zij de arts te laat alarmeerde. Volgens Spong houdt die visie geen rekening met artikel 38 van de Wet BIG over voorbehouden handelingen. Daaruit volgt dat de verloskundige zelfstandig bevoegd was tot het uitoefenen van alle taken die van haar werden verwacht, ook het tijdig alarmeren van de arts. Daarover hoefde zij dus niet extra geïnstrueerd te worden.

Spong concludeert dat er te weinig grond is voor strafrechtelijke toekenning van schuld aan zijn cliënt. Hij suggereert dat het OM zich te zeer laat leiden door de ‘ernst van de tragische gebeurtenissen’ en te gemakkelijk oordeelt met de kennis van achteraf.

Het pleidooi van Spong nam zoveel tijd in beslag dat het OM niet meer toekwam aan haar repliek. Dat betekent dat er in april nog een zitting volgt en dat de uitspraak waarschijnlijk tot mei op zich laat wachten.

Lieke de Kwant @LiekedeKwant


Lees ook:

Dossier Hoornse gynaecoloog



Gerard Spong, advocaat (foto ANP)
Gerard Spong, advocaat (foto ANP)
Nieuws recht Tuchtrecht strafrecht
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • ,

    Geheel eens met de advocaat: er was zeker geen opzet in het handelen van de arts. Dan kan er geen strafvervolging zijn in dat opzicht. De uitspraak dat de arts zich niet met de patient had verstaan over de wijze van bevallen is een omissie, maar het ...was een bevalling die overgedragen was door de verloskundige, daar is in de communicatie zeker wat fout gegaan. Misschien toch sprake van oververmoeidheid. Daar zijn artsen gezamenlijk voor aansprakelijk met de lange werktijden.

    Mw. A. Verdam- de Witte, huisarts n.p., HILVERSUM

  • P.E. Briët

    neurologisch consulent, LEIDEN

    Dank en complimenten aan Mr Spong dat hij zo hartgrondig heeft uitgepakt. Ook de zaak Tuitjenhorn ligt nog vers in het geheugen.
    De opmerkingen van apotheker Van der Pol over de historie adstrueren een en ander nog.

  • W. van der Pol

    ziekenhuisapotheker, Sint Maarten

    Het is een goed gebruik om je niet uit te laten wanneer een zaak "onder de rechter" is. Dat wil ik dan ook per se niet doen over deze casus. In haar algemeenheid maakt Spong een bijzondere opmerking. Vooral historisch van aard. De wetgever beschikte ...rond 1920 over dezelfde argumenten die Spong nu gebruikt en voerde het Medisch Tuchtrecht in, later overgaand in de Wet BIG, waarvan de tuchtrechtspraak een onderdeel werd. Opzet en zware overtredingen vielen daar buiten. Maar de BIG geregistreerden van nu (dus niet alleen geldend voor het ziekenhuis, Mr Spong) leven in een andere tijd, waarbij de "bescherming" van de tuchtrechtspraak niet meer zo vanzelfsprekend is als in 1920.

  • J.M.C. van Dam

    Psychiater, AMSTERDAM

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.