Laatste nieuws
Sophie Broersen
5 minuten leestijd
Achter het nieuws

Sociaal geneeskundigen verenigen zich

1 reactie
Het bestuur van de nieuwe Vereniging Artsen Volksgezondheid (VAV): v.l.n.r. Lode Wigersma, Jetske Köhne, Saskia van de Merwe, Wim van Geffen, Jeannette De Boer, Frans Philipszoon. (Op de foto ontbreekt Marc Heus.)
Het bestuur van de nieuwe Vereniging Artsen Volksgezondheid (VAV): v.l.n.r. Lode Wigersma, Jetske Köhne, Saskia van de Merwe, Wim van Geffen, Jeannette De Boer, Frans Philipszoon. (Op de foto ontbreekt Marc Heus.)

Drie beroepsverenigingen van sociaal geneeskundigen hebben zichzelf opgeheven om op te gaan in de nieuwe Vereniging Artsen Volksgezondheid (VAV). Wat de voortrekkers van de VAV betreft, is het slechts het begin van een nieuwe samenwerking tussen alle sociaal geneeskundigen.

Drie verenigingen zijn opgegaan in de Vereniging Artsen Volksgezondheid (VAV). Drie verenigingen die veel artsen misschien niet kennen. Het gaat om de Vereniging van Indicerende en Adviserende artsen (VIA), de Vereniging voor Artsen, tandartsen en apothekers werkzaam bij (zorg)verzekeraars (VAGZ) en de Nederlandse Vereniging Artsen Beleid Management Onderzoek (NVAG). Oud-bestuursleden van deze inmiddels ontbonden clubs aan het woord over waarom samengaan nodig was.

VIA

Saskia van de Merwe is arts maatschappij en gezondheid bij de GGD Rotterdam en tot voor kort voorzitter van de VIA: ‘Wij zijn de artsen die indicaties stellen en adviseren over zaken in het sociale domein. Experts als het gaat om bijvoorbeeld Wmo-voorzieningen, de Wet langdurige zorg en de Participatiewet. Wij kunnen oordelen over beperkingen en functioneren, en wat iemand nodig heeft om dat laatste te optimaliseren. Ons werkgebied is de afgelopen jaren enorm veranderd door de veranderingen in het zorgstelsel, zoals de grotere rol die gemeentes krijgen bij allerlei vormen van zorg. Dat gaat niet altijd goed. Om een voorbeeld te noemen: bij een gezin met een gehandicapt kind zijn allerlei aanpassingen aan het huis gedaan, zonder dat er ooit een arts naar de indicatie heeft gekeken. Wij komen soms pas in beeld als er bezwaar is aangetekend, en dan zeggen wij: “Ja maar dat huis is helemaal niet geschikt voor dit gezin.”

Ik snap dat er dingen niet goed gaan, want de wetten zijn complex. Wij willen dus op hoger niveau meepraten, bijvoorbeeld door met een wethouder te overleggen over hoe het beter kan. Zo komen we elkaar, de andere sociaal geneeskundigen, ook steeds vaker tegen. Een voorbeeld: gemeentes onderhandelen met zorgverzekeraars over goede en goedkope verzekeringen voor mensen in de bijstand en of daar ook nog wat ruimte voor preventie in is. Die zorgverzekeraars hebben ook artsen in dienst, VAGZ-leden, en zo werken we dus gezamenlijk aan hetzelfde dossier. We werkten al samen bij het opstellen van een gezamenlijk opleidingsplan en een programma voor bij- en nascholing. We hebben allemaal dezelfde vaardigheden nodig voor bijvoorbeeld het schrijven van een medisch advies. We hebben wel verschillende kennisgebieden, maar die grijpen op elkaar in. Die specialisatie verdwijnt niet, we blijven gewoon onze eigen dossiers bijhouden. Sterker nog: doordat we nu niet meer alle drie een bestuur hoeven te leiden en een vereniging hoeven te runnen, blijft er meer tijd over voor de inhoud. De combinatie van mensen die met hun voeten in de klei staan, de VIA en de VAGZ, met de beleidsmakers van de NVAG, is volgens mij een prima combinatie waarmee we op hoger niveau kunnen meepraten.’

NVAG

Lode Wigersma is zelfstandig adviseur zorgbeleid en tot voor kort voorzitter van de NVAG: ‘Van de elf verenigingen die onder de Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG) vallen, zijn wij eigenlijk de breedste beroepsgroep. Onze leden houden zich bezig met beleid, management en onderzoek. Denk bijvoorbeeld aan bestuurders van zorginstellingen, onderzoekers bij universiteiten en GGD, maar ook zelfstandig adviseurs. Eigenlijk is het de oude kern van de sociale geneeskunde, daar verwijst onze naam ook nog naar: NVAG stond ooit voor Nederlandse Vereniging voor Algemene Gezondheidszorg. Historisch gezien hebben wij altijd de grootste neiging tot samenwerking tussen de sociaal geneeskundigen gehad, en mijn missie als voorzitter was om dat voor elkaar te krijgen. Nu zijn we als sociaal geneeskundigen geen krachtige beroepsgroep naast bijvoorbeeld de huisartsen en de medisch specialisten. Binnen de KAMG ligt wat mij betreft te veel de nadruk op de eigenheid van de verenigingen, en was er weinig animo voor het samentrekken van de verenigingen. Daarom zijn de drie clubs die al dicht bij elkaar lagen en al flink samenwerkten samengegaan. Dat is ook doelmatig: hoe kleiner je vereniging, hoe moeilijker om de boel draaiende te houden en je bestuur te vullen. De samenwerking bij het vernieuwen van de opleiding tot arts M&G is succesvol verlopen (zie kader, red.), net als de afstemming van onze nascholing. Nu lobbyen we samen voor meer aandacht voor sociale geneeskunde in de basisopleiding, wat in het nieuwe Raamplan 2019 moet komen te staan. We hebben met alle hoogleraren sociale geneeskunde om tafel gezeten, om ook in de academie beter te coördineren wat de onderzoeksthema’s moeten zijn. Afgestemd op de grootste uitdagingen die er op het gebied van de volksgezondheid spelen. Het gaat erom dat alle artsen die in de sociale geneeskunde werken, betrokken moeten zijn bij het grotere verhaal. Wij moeten ons dat allemaal aantrekken. Wat ons betreft sluiten alle verenigingen van de KAMG zich bij ons aan.’

VAGZ

Van de VAGZ zijn er maar liefst drie voormalige bestuursleden aan de telefoon: ‘We zijn nu eenmaal een erg enthousiaste club’, zegt Frans Philipszoon. Net als Gerrit Salemink en Ton Mulder heeft hij veel ervaring als medisch adviseur bij verschillende instellingen. Alle drie werken ze momenteel als zelfstandig adviseur, de laatste twee na hun pensioen. Salemink: ‘De VAGZ heeft altijd veel energie gestoken in professionele standaarden voor werk binnen het kader van zorgverzekeringen. We verzorgden een goed nascholingsprogramma dat iedereen voldoende punten voor herregistratie gaf. Daar waren we trots op. De keerzijde is dat we erg naar binnen gericht waren. Er is echter genoeg reden om naar buiten te treden. Binnen de zorgverzekeringssector floreert het medisch inhoudelijk werk niet.’ Philipszoon: ‘In veel instituten zitten de medische brains niet op de eerste rij.’ Mulder: ‘Er ligt grote nadruk op cijfers en geld, minder op de inhoudelijke kant van de zaak. Dus moeten we ons laten horen, om duidelijk te maken dat het niet alleen om geld moet gaan. Daarvoor moet ons werk niet worden verengd tot de vraag of een behandeling wel of niet wordt vergoed. Tegelijk zagen we heel veel dwarsverbanden met de collega’s van de VIA en de NVAG.’ Salemink: ‘Binnen de VAV kunnen we op veel dossiers goed samenwerken.’ Mulder: ‘Neem de langdurige zorg, waar wij een werkgroep voor hadden. De VIA hield zich apart bezig met indicaties binnen de Wmo en de NVAG dacht er ook weer apart over na. Daar moeten we gewoon één brede commissie voor vormen.’ Philipszoon: ‘En dat geldt voor allerlei onderwerpen die te maken hebben met verzekerde zorg, samen kunnen we dat beter agenderen. Of neem preventie: als je alleen al kijkt naar welke wetgeving daarvoor is, daarvoor moet je samenwerken.’ Willen de voorheen-VAGZ’ers ook dat andere partijen bij de VAV aansluiten? Salemink: ‘Graag, maar laten we eerst dit maar eens goed op de rails krijgen.’

Deel van de KAMG

De VIA, NVAG en VAGZ waren net als acht andere verenigingen onderdeel van de Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG). De VAV blijft onderdeel van deze KNMG-federatiepartner. KAMG-voorzitter Elise Buiting is blij met de oprichting van de VAV: ‘Er is een enorme versnippering binnen de publieke gezondheidszorg, deze fusie is een mooie stap op weg naar meer eenheid. Het past ook bij het nieuwe opleidingsplan dat we samen met alle lidverenigingen hebben opgesteld, en dat nu is ingediend bij het College Geneeskundige Specialismen. We brachten het aantal deskundigheidsgebieden terug van acht naar vijf, en we keren de volgorde om: eerst een algemeen deel, en daarna de specialisatie binnen een deskundigheidsgebied.’ Wordt de KAMG binnenkort overbodig? ‘Ik verwacht niet dat elke partij bij de VAV gaat aansluiten, maar meer samenwerking tussen andere verenigingen zou goed zijn.’

lees ook

download dit artikel (pdf)
Achter het nieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.