Snijden versus medicijnen bij longemfyseem

Voor patiënten met ernstig longemfyseem zijn er twee palliatieve behandelopties: medicatie met luchtwegverwijders of chirurgische longvolumereductie. Het chirurgisch verkleinen van de longen is een relatief nieuwe behandelwijze waarvan mortaliteit en morbiditeit op lange termijn niet vaststaan. Een eerste gerandomiseerd gecontroleerde studie in The New England Journal of Medicine van 22 mei laat slechts kleine verschillen tussen beide behandelingen zien.

In de National Emphysema Treatment Trial (NETT) kregen 608 patiënten een chirurgische behandeling en 610 patiënten medicatie. Na twee jaar bleken de mortaliteitscijfers in beide groepen ongeveer gelijk. Oefeningen op de ergometer lieten zien dat het inspanningsvermogen in de chirurgiegroep meer toenam dan in de medicatiegroep. Van degenen die werden geopereerd, verkreeg 15 procent meer dan 10 watt extra vermogen. In de medicatiegroep was dat maar 3 procent.

Uit een subgroepanalyse bleek dat degenen met ernstig emfyseem in de bovenste longkwabben en een gering inspanningsvermogen het meest te winnen hebben bij chirurgie. De kans op sterfte in deze specifieke groep nam met meer dan de helft af. Patiënten bij wie andere delen van de longen waren aangetast en die een hoog inspanningsvermogen hadden, liepen door chirurgie juist een verdubbeld risico op overlijden.

In een begeleidend commentaar wijst James Ware van de Harvard School of Public Health erop dat de bewijskracht van post hoc analyses betrekkelijk gering is. De gevonden resultaten hebben echter wel degelijk overtuigingskracht, al is verder onderzoek noodzakelijk. In afwachting van de uitkomsten van die vervolgstudies zullen artsen moeten varen op de resultaten van NETT, aldus Ware. << RC