Snelle start antiretrovirale therapie loont

Patiënten met hiv die binnen twaalf maanden na seroconversie starten met antiretrovirale therapie (ART) hebben meer kans om een goede afweer terug te krijgen dan patiënten die later starten. Maar zelfs bij zo’n vroege start lukt dit bij meer dan de helft van de patiënten niet. Dit schrijven Jason Okulicz e.a. in JAMA Internal Medicine.

Zij keken naar 1119 Amerikaanse patiënten bij wie een geschatte datum van seroconversie was vastgelegd. Zij gebruikten gegevens die waren vastgelegd in de periode 1986-2010. De onderzoekers richtten zich op de relatie tussen ART-start en normalisering van het aantal CD4+-cellen. Hiervoor werd een gehalte van 900 cellen/microliter aangehouden, de mediaan in de ongeïnfecteerde bevolking.

Bij patiënten die binnen een jaar na seroconversie met ART waren gestart, lukte dit bij 38 procent, tegenover 28 procent van de mensen die later startten. In de eerste groep ontwikkelde 8 procent aids, tegenover 15 procent in de late groep. De reactie op hepatitis-B-vaccinatie was in de eerste groep ook fors hoger. Het verschil hing niet alleen af van een hoger aantal CD4-cellen bij aanvang, hoewel de kans op normale afweer daar wel door verbeterde. Maar bij patiënten bij wie het aantal cellen hoger dan 500/microliter was bij start van ART, was de kans op immuunherstel veel beter als ze binnen een jaar na seroconversie waren gestart.

In een bijbehorend commentaar wijst Timothy Schacker erop dat dus zelfs in vrijwel ideale omstandigheden de kans op afweerherstel maar net meer dan 1 op 3 is. Die ideale omstandigheden bestaan niet in de landen waar hiv en aids het meeste voorkomen. Er is dus nog steeds behoefte aan betere medicijnen.

Sophie Broersen

JAMA Intern Med. Doi: 10.1001/jamainternmed.2014.4010 en .4004

Lees ook:

• Kwart hiv-geïnfecteerden kent eigen status niet
• 'Genezen' meisje heeft toch weer hiv
• WHO: risicomannen moeten preventief hiv-remmers slikken