Laatste nieuws
Wetenschap

Slapeloosheid mogelijk oorzaak psychotische symptomen

Plaats een reactie

Behandeling van insomnia met cognitieve gedragstherapie via e-health verbetert niet alleen de slaap, maar vermindert ook klachten van paranoïde aard en hallucinaties. Dat blijkt uit de tot dusver grootste gerandomiseerde trial die op dit terrein is gedaan, en waarvan de resultaten door Daniel Freeman e.a. zijn gepubliceerd in The Lancet Psychiatry. De onderzoekers vermoeden daarom een causaal verband tussen slapeloosheid en psychotische symptomen.

De onderzoekers includeerden 3755 individuen met insomnia (allen studenten): 1891 van hen kregen cognitieve gedragstherapie, 1864 kregen de gebruikelijke behandeling – wat volgens de onderzoekers neerkomt op: ‘Weinig of geen behandeling’. Het interactieve programma bestond uit zes therapiesessies van elk 20 minuten met gedragsmatige, cognitieve en educatieve componenten, die allemaal via de computer werden aangeboden door een ‘geanimeerde therapeut’.

Volgens Jaap Lancee, slaaponderzoeker aan de UvA (vakgroep Klinische psychologie), niet betrokken bij het onderzoek, is ‘slaaprestrictie’ een belangrijk element van de behandeling: ‘Mensen die last hebben van slapeloosheid liggen vaak lang wakker in bed. Bij slaaprestrictie beperk je de bedtijden tot het aantal uren dat iemand daadwerkelijk slaapt. Omdat patiënten in eerste instantie alsnog een gedeelte van de bedtijd wakker liggen, wordt de slaapdruk hoger. Dit zorgt ervoor dat ze beter inslapen en doorslapen. Dat herstelt de koppeling tussen in bed liggen en slapen; precies wat je wilt bereiken. Een ander belangrijk element is de cognitieve therapie die zich richt op misvattingen over slaap: bijvoorbeeld op het foutieve idee dat je altijd acht uur moet slapen om overdag goed te kunnen functioneren.’

De deelnemers aan het onderzoek vulden een reeks online vragenlijsten in die betrekking hadden op de mate van slapeloosheid en het optreden van paranoïde verschijnselen en hallucinaties. Dat deden ze bij de start van het onderzoek (baseline), na drie weken, aan het eind van de behandeling (in de tiende week) en na drie maanden (de 22ste week). Behandeling van insomnia resulteerde erin dat deelnemers veel beter gingen slapen en dat symptomen van paranoia en hallucinaties verminderden. Preciezer: verbetering van de slaap kon 60 procent van de vermindering van paranoïde klachten en hallucinaties verklaren. Verder constateerden Freeman e.a. matige verbeteringen van andere psychiatrische klachten zoals angst en depressie, wat overigens goed overeenkomt met wat in eerder onderzoek al was gevonden.

Zoals vaker het geval is bij de toepassing van internettherapieën was de uitval hoog (50%) en nam niet iedereen deel aan alle sessies – slechts 18 procent meldde zich voor de complete set. Maar Freeman e.a. laten zien dat hun bevindingen ook overeind blijven nadat ze hebben gecorrigeerd voor de drop-outs.

Jaap Lancee noemt het onderzoek ‘goed van opzet’. Hij prijst het feit dat de onderzoekers tevoren inschatten dat er kleine effecten zouden zijn, en dat ze daarom veel mensen moesten includeren om die te kunnen aantonen. ‘Ik denk dat er goede aanwijzingen zijn om bij elk psychiatrisch ziektebeeld – ook bij angst en depressie – te kijken naar slapeloosheid. Dit onderzoek wijst zelfs op een mogelijk causaal verband, juist omdat psychotische symptomen verminderen als de slapeloosheid afneemt.’

In een commentaar in The Lancet Psychiatry stellen twee slaaponderzoekers, Tea Lallukka en Børge Sivertsen, dat het onduidelijk is of deze resultaten van toepassing zijn op patiënten met een klinische diagnose of met ernstige psychotische symptomen. ‘Psychiatrische stoornissen, zoals psychose, worden veroorzaakt door een veelheid aan genetische en omgevingsfactoren. De resultaten van dit onderzoek impliceren niet dat slaapdeprivatie de grootste veroorzaker is van psychotische ervaringen, het is eerder een factor die bijdraagt aan de ontwikkeling van sommige geestelijke gezondheidsproblemen.’

Maar, stellen zowel beide commentatoren als Lancee, de wetenschap dat ze die rol spelen, maakt het des te belangrijker insomnia te voorkomen of in ieder geval tijdig en effectief te behandelen.

www.thelancet.com/psychiatry Doi: 10.1016/S2215-0366(17)30360-7

Lees ook:

Wetenschap depressie
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.