Schizofrene patiënt veroordeeld voor bedreiging arts

Een schizofrene patiënt die personeel van een forensisch psychiatrische kliniek met de dood bedreigde, is hiervoor veroordeeld. De man dreigde een psychiater onder andere ‘in mootjes te zullen hakken’. De rechtbank Rotterdam vindt dat er grenzen zijn aan het geweld dat patiënten in die context mogen uiten.

De patiënt bedreigde vorig jaar zomer vanuit een isoleercel een psychiater, groepsleider en verpleegkundige van kliniek Inforsa. Hij riep dat hij ‘iedereen vermoordt die hem medicatie geeft’ en ‘dat hij hen aan stukjes zal scheuren’. Tegen de psychiater riep hij ‘ik hak je kop eraf’, ‘je gaat eraan’, ‘ik maak je af’ en ‘ik hak je aan mootjes als je dichterbij komt’. Begin dit jaar, toen de patiënt inmiddels in een andere kliniek (De Kijvelanden) verbleef, riep hij tegen twee medewerkers hen dood te maken als ze dichterbij zouden komen en dreigde hij met een koelkast te gooien. Ook stichtte hij brand in zijn kamer.

De man, die een lang psychiatrisch verleden heeft en gediagnosticeerd is met schizofrenie, verzette zich veelal tegen zijn medicatie. Hij meent dat hij niet ziek maar hoogbegaafd is, valt op te maken uit de vorige week gepubliceerde uitspraak. Zijn medicatieverzet leidde al eerder tot een geweldsdelict waarna opname in een psychiatrisch ziekenhuis volgde. De advocaat van de patiënt had in zijn verweer erop gewezen dat personeel van een forensisch-psychiatrische kliniek bekend is met dit type patiënten in het algemeen, met deze patiënt in het bijzonder, en dat de man zich ten tijde van de incidenten bovendien in een isoleercel bevond, al dan niet dicht of met deur op een kier.

Volgens psychiatrisch onderzoek verkeerde de patiënt ten tijde van de incidenten in een floride psychotische episode, en had hij niet of nauwelijks controle over zijn gedrag. Uit een psychologisch onderzoek kwam naar voren dat de man wel psychisch instabiel was, maar  bewust de strijd aanging met personeel en zijn gedrag hem in verminderde mate toe te rekenen zou zijn. Uit een reclasseringsonderzoek kwam dat de patiënt geen inzicht in zijn ziekte heeft, niet gemotiveerd is voor behandeling en zijn frustraties over zijn behandeling steeds vaker uit via geweld.

De rechter van rechtbank Rotterdam vindt dat dergelijk gedrag niet straffeloos kan blijven, ook niet tegen mensen die binnen een gesloten afdeling professioneel te maken hebben ‘met agressie in woord en gedrag van patiënt’. Die context doet volgens de rechtbank geen afbreuk aan de ernst van de bedreigingen en aan de vrees die hierdoor ontstaat bij personeel.

De rechter neemt daarbij de voorgeschiedenis van de patiënt ook in overweging. Hij is eerder veroordeeld voor bedreiging en poging tot doodslag. Hij had destijds politieagenten aangevallen met een mes, op een moment dat hij plannen had om zijn vroegere psychiater om het leven te brengen. Hij zou zich ook eerder fysiek hebben laten gelden door brand te stichten, tegen deuren te trappen, te spugen en een koelkast op te tillen, als hij het niet eens was met medicatietoediening.

Volgens de rechter was de man tijdens de twee incidenten niet volledig ontoerekeningsvatbaar en ging hij berekenend te werk. Vanwege zijn houding ten opzichte van zijn ziektebeeld, weinig behandelingsbereidheid, de kans op herhaling en de veiligheid van anderen acht de rechter oplegging van tbs met dwangverpleging op zijn plaats, opdat de man langdurig kan worden behandeld.