Schippers keurt goodwill bij huisartsen af

Minister Schippers is tegen het vragen van goodwill bij de overname van een huisartspraktijk. Maar volgens haar komt het ook niet op grote schaal voor.

Dat schrijft zij in antwoord op vragen van Kamerlid Henk van Gerven (SP). Volgens de minister is de goodwillproblematiek in het verleden al opgelost met de komst van de verplichte pensioenregeling voor huisartsen en het zogeheten Goodwillfonds: huisartsen die een beroep deden op een uitkering uit dat fonds, mochten bij de overname van de praktijk geen goodwill meer vragen.

Volgens de minister is er geen enkele reden waarom de goodwill zijn rentree zou maken in de huisartsenzorg: ‘Daarbij ben ik van mening dat er geen hoge financiële drempel zou moeten zijn voor jonge huisartsen om een praktijk over te nemen anders dan dat een met pensioen gaande huisarts een reëel bedrag vraagt voor overname van inventaris en dergelijke.’ De minister citeert VvAA die gezegd zou hebben weinig signalen te krijgen over het vragen van goodwill en nog nooit te hebben gehoord van bedragen van 100.000 tot 200.000 euro. ‘Wel is het gebruikelijk’, schrijft de minister op gezag van VvAA, ‘om een reële vergoeding te vragen voor inventaris en andere investeringen die een huisarts recentelijk heeft gedaan en welke nog niet zijn afgeschreven.’

In regio’s als de grote steden, Gooi en Vechtstreek en Noord-Brabant wordt naar schatting al bij de helft van de overnames goodwill betaald, meldde Medisch Contact onlangs op basis van gesprekken met aankomend huisartsen en adviseurs van VvAA en Sibbing & Wateler. Bedragen variëren van 20.000 euro tot het tienvoudige, afhankelijk van vraag en aanbod. ‘Een huisarts die wil stoppen, hoort wel welke bedragen gangbaar zijn’, zei VvAA-adviseur Richard Brugman in Medisch Contact. ‘Hij zal zeggen: “Dit bedrag wil ik. Punt”. Dat is zijn uitgangspunt.’ De LHV doet een moreel appel op de leden om geen goodwill te vragen of te betalen.

Joost Visser

Lees ook:

De ontastbare waarde van een praktijk