Laatste nieuws
Wetenschap

RVS: ‘Ontwikkeling geneesmiddelen kan beter en goedkoper’

3 reacties
Hollandse Hoogte
Hollandse Hoogte

Als farmaceutische bedrijven na onderhandeling niet bereid zijn maatschappelijk aanvaardbare prijzen voor hun product te vragen, moet de overheid gebruikmaken van de mogelijkheden die internationale regelgeving biedt. Bijvoorbeeld door misbruik van de machtspositie van fabrikanten aan te pakken, magistrale bereiding door apothekers te stimuleren, patiënten toe te staan op recept van een arts zelf geneesmiddelen via internet te bestellen, en dwanglicenties te verlenen.

Dat is de essentie van het advies ‘Ontwikkeling nieuwe geneesmiddelen – Beter, sneller, goedkoper’ dat de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) heeft uitgebracht.

Eén van de kernpunten is dat het afdwingen van maatschappelijk aanvaardbare prijzen het bedrijfsleven ook zal prikkelen om de ontwikkeling van geneesmiddelen te verbeteren, zo verwacht de RVS. Hoge prijzen zijn namelijk voor een belangrijk deel het gevolg van een inefficiënt ontwikkelproces. Gemiddeld halen negen van de tien potentiële nieuwe middelen de eindstreep niet. Bij middelen voor cardiovasculaire aandoeningen is de succeskans 20 procent, terwijl die bij neurodegeneratieve aandoeningen slechts 8 procent is. Psychiatrie en oncologie scoren het slechtst. Bovendien blijken die paar middelen die de markt wel bereiken vaak weinig effectief. Zo verlengen veel van de nieuwe, kostbare middelen tegen kanker het leven slechts met enkele maanden.

‘De markt’ werkt hier dus niet goed: farmaceutische bedrijven met een monopolie op basis van octrooien, kunnen de kosten van het grote aantal mislukkingen gewoon doorberekenen aan de samenleving, en daarbij, aldus de RVS, ‘nog steeds een riante winstmarge realiseren’. Daar komt nog bij dat zowel academische onderzoeksinstellingen als bedrijven onderzoek doen achter gesloten deuren – ze willen immers graag een patent. Gevolg: meerdere partijen storten zich op een bepaalde drugtarget die op dat moment ‘hot’ is, en dus wordt veel onderzoek dubbel gedaan. Aangezien de meeste falen, wordt zo veel geld verspild.

De helft van de kosten wordt gemaakt in de klinische fase. In totaal liggen de kosten rond de 100.000 euro per patiënt per trial. Dit betekent dat een fase III-onderzoek met 2000 patiënten circa 200 miljoen euro kost. En, let op: hoe kleiner het verwachte effect van een middel is, hoe groter het aantal patiënten in een studie moet zijn – en hoe duurder de studie – om dit effect aan te tonen. Ook in deze onderzoeksfase is veel dubbel werk te voorkomen. De raad vindt daarom dat informatie over klinisch onderzoek van meet af aan openbaar moet zijn. De RVS wil meer discussie over de validiteit van de resultaten uit het preklinisch onderzoek of de gebruikte (dier)modellen. Het meeste proefdieronderzoek is nu te ‘reductionistisch’. Om een biologisch mechanisme te ontrafelen, wordt in dit mechanisme ingegrepen, terwijl alle andere omstandigheden zo veel mogelijk constant worden gehouden. Dat schept kunstmatige, weinig realistische situaties. De overheid moet de moed hebben om doelloos geraakte initiatieven of onderzoek te stoppen, bijvoorbeeld  het onderzoek naar de ziekten van Alzheimer en Parkinson op basis van muismodellen.  

Nieuwe manieren van onderzoek waarbij humane cellijnen en organoïden worden gebruikt om biologische processen beter te begrijpen, juicht de RVS weliswaar toe, maar ook die zijn nog steeds te reductionistisch van aard. Mogelijke oplossing: ‘natuurlijke’ (dier)modellen. Dat wil zeggen: proefdieren die van nature aandoeningen ontwikkelen die sterk op die van de mens lijken. Bijvoorbeeld het Ossabaw-varken, dat zeer gevoelig blijkt voor obesitas, het metabole syndroom compleet en diabetes type 2.

Nog een manier om de validiteit van diermodellen te verbeteren is de weg terug te bewandelen. Waarom werkte het middel wel in het proefdier, maar niet in de klinische trial(s)? Reverse translation heet dat. Het is weinig populair; onderzoekers willen nu eenmaal liever dingen onderzoeken die positieve resultaten kunnen opleveren.

De RVS beseft dat nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen een mondiale zaak is en dat Nederland een kleine speler is zonder grote farmaceutische industrie. Maar Nederland kan gidsland zijn door te laten zien dat het anders kan, meent gynaecoloog en hoogleraar Jan Kremer, raadslid van de RVS. ‘Er moeten nieuwe onderzoeksmodellen worden ontwikkeld; daarbij moeten industrie, universiteiten en overheid samen optrekken om barrières te overwinnen.’ Hij verwacht dat de sterke scheiding tussen toegepast en wetenschappelijk onderzoek zal verdwijnen: ‘Dat zie je nu al bij de toelating van geneesmiddelen tegen ernstige ziekten. Veel evidentie voor nieuwe middelen zal komen uit de praktijk.’ De commissie verwacht daarom veel van de beschikbaarheid van een persoonlijk gezondheidsdossier: ‘Dat vergroot de inbreng van de patiënt en de doeltreffendheid en doelmatigheid van het klinisch onderzoek.’

Advies via: www.raadrvs.nl

Lees ook
Wetenschap dure medicijnen
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Hans van der Linde

    huisarts, Capelle aan den IJssel

    Het RVS-rapport bepleit efficiënter geneesmiddelenonderzoek. Het advies gaat uit van een aanname, die de farmamarketing heeft geïntroduceerd: hoge prijzen zijn nodig voor ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Klopt dat?
    Echte innovaties komen als rege...l voort uit basaal onderzoek. De farmaproducenten kopen die innovaties op.
    Wat kost die innovatie? Daarvoor moeten we gewoon annual financial reports lezen. De afgelopen 10 jaar ging gemiddeld 13 procent van de omzet naar Research & Development. Maar hoeveel gaat daarvan naar innovatie?
    Met seedingtrials zijn megabedragen gemoeid. Wereldwijd worden nutteloze onderzoeken uitgezet om middelen voorgeschreven te krijgen. Die marketing wordt echter geboekt als onderzoek. Geen innovatie.
    Veel geld wordt gestoken in onderzoeken die nieuwe geneesmiddelen gunstig positioneren. Wetenschappelijk onderzoek is een geducht marketinginstrument en in de marketingwereld geldt: ‘A study not marketed, is a study not done’. Manipulatie van deze onderzoeken is genoegzaam aangetoond. Geen innovatie.
    Verreweg het grootste gedeelte van die 13 procent gaat naar ontwikkeling van me-too-preparaten, die megawinsten opleveren. Oncolytica, insulines en inhalatoren bijvoorbeeld die keer op keer niet beter blijken te zijn dan bestaande middelen. Het overgrote deel van de 13 procent gaat daarin zitten en betreft geen innovatie. Welk gedeelte wel? Dat ligt vermoedelijk ergens tussen 3 en 5 procent.
    20 tot 30 procent wordt besteed aan marketing en winsten zijn met 15 tot 20 procent ongekend hoog. Deze cijfers maken één ding duidelijk. Hoge prijzen zijn niet nodig voor de bekostiging van innovatie en het dreigement ‘zonder hoge prijzen, geen nieuwe medicijnen’ is onzin. Die boodschap is van levensbelang voor de bedrijfstak. De bereidheid van de gemeenschap om veel voor geneesmiddelen te betalen, staat en valt ermee. De boodschap wordt daarom al decennialang uitgedragen en lijkt inmiddels geïncorporeerd in ons denken.

  • jan keppel hesselink

    arts-faremacoloog, boisch en duin

    Omdat geneesmiddelen ontwikkeling mijn vak is, wil ik een concreet thema aangeven, waarover RVS weinig tot niets lijkt te zeggen, en niet alleen kritiek spuien.
    Nederland kan gidsland zijn, zo wordt gesteld. Zeker, maar anders dan aangegeven. Niet ...met hole frasen van dat industrie, universiteiten en overheid samen moeten optrekken om barrières te overwinnen. Nu dat concreet maken.
    Laat Nederland eens de voortrekkersrol pakken op het gebied van de re-positionering van oude middelen. Die geregistreerd zijn voor indicatie A, maar hun grote waarde kunnen hebben bij indicatie B. Nu wordt dat nog als off-label voorschrijven vaak veroordeeld, maar het is een bron van vernieuwing. Binnen dat veld zijn er enorm veel barrières te slechten.
    Wij werken sinds enkele jaren met het oeroude fenytoine, een bijzonder molecuul. Ooit in 1938 in de kliniek als anti-epilepticum ontdekt en sindsdien blijkt deze natriumkanaal blokker zinvol bij wondgenezing, behandelen van bipolaire stoornissen en agressie. Wij hebben in 2015 ontdekt dat topicale toepassing van fenytoine in creme een duidelijke pijnstillende werking heeft bij moeilijk te behandelen neuropathische pijnen.
    Re-positionering van oude stoffen, daar kunnen we de patiënten blij mee maken, en dat is een stuk concreter dan het vage PR verhaaltje hierboven. Ook magistrale bereiding dient uit het stofvak gehaald te worden, met name als je over re-positionering van oude stoffen gaat denken. Leuk werk weer voor apothekers, eindelijk. Hier valt veel eer mee te behalen, laten we dit concreet doen, dan dragen we wat bij.

  • jan keppel hesselink

    arts-farmacoloog, bosch en duin

    Wat fijn dat RVS zo veel verstand van geneesmiddelen ontwikkeling heeft. Er zaten vast veel experts bij die vele jaren geneesmiddelen ontwikkeld hebben. Dat heb ik ook, alleen ik herken niets van mijn ervaring in hun kernstelling: "dat het afdwingen ...van maatschappelijk aanvaardbare prijzen het bedrijfsleven ook zal prikkelen om de ontwikkeling van geneesmiddelen te verbeteren". Dat alleen al geeft aan dat de hedendaagse ontwikkeling op het gebied van de geneesmiddelen geheel aan ze voorbijgegaan is. Het RVS zat vermoedelijk in de bibliotheek met een boek over drug development uit de jaren 80. Toen het vinden van nieuwe leads nog enigszins eenvoudig was (low hanging fruits).
    Inmiddels zijn er enorm veel hordes opgeworpen voor de farma industrie, vermoedelijk ook gevoed door het 'vijandbeeld'. Die boze, grote, rijke farma.
    Het ontwikkelen van een succesvol geneesmiddel is mede door de toenemende eisen die de maatschappij stelt, eisen die soms nergens over gaan, en door toenemende bureaucratie steeds duurder geworden. Ethische commissies bijvoorbeeld hebben er vaak enorm veel tijd voor nodig om een protocol te beoordelen, en zonder inhoudelijke experts aan boord, zien we vaak een lijst van onzin vragen ontstaan, die allemaal serieus beantwoord moeten worden.
    Het is onbegrijpelijk dat een orgaan als de RVS dit soort nonsense produceert. Het RVS meent ook inzichten te moeten afscheiden over preklinische diermodellen. 'De RVS wil meer discussie over de validiteit van de resultaten uit het preklinisch onderzoek': ook daar hebben ze niet opgelet want dit is in het veld al jaren een punt van discussie en grote aandacht. RVS wil nog 'meer' discussie, hoezo meer? Helpt dat dan? Lees eens de preklinische literatuur RVS, gewoon in PubMed kom je al heel ver. Dan zie je dat er al 'meer discussie' is sinds dit millennium. En dat daardoor de preklinische farmacologie behoorlijk aangepast is. Hun recept: 'samen optrekken om barrières te overwinnen' Hoe zo slogans? Zinloos!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.