Laatste nieuws
Achter het nieuws

Ruilhandel in coschappen werkt ongelijkheid in de hand

Vooral Rotterdam kampt met ongewenste neveneffecten van lange wachttijden

Plaats een reactie

Geneeskundestudenten in Rotterdam bieden soms vergoedingen voor een gunstiger startmoment van hun coschappen. Slimme zet of oneerlijk?

Onder geneeskundestudenten van de Erasmus Universiteit vindt rond de lotingsmomenten voor de coschappen in april en augustus een levendige ruilhandel plaats. Sommige studenten kunnen daardoor sneller dan verwacht beginnen met hun coschappen.

Tientallen studenten proberen in Facebookgroepen hun eigen startmoment te ruilen voor een gunstigere datum. Een deel van hen biedt daarvoor een vergoeding aan.

Hoe hoog zo’n vergoeding precies is, wordt er in de oproepjes niet expliciet bij verteld. Ook de studenten die een vergoeding aanbieden weten zelf vaak niet wat gangbaar is, zo blijkt uit gesprekken met geneeskundestudenten die een vergoeding aan­boden. Sommigen zien het als een ‘aardigheidje’, een bedankje voor de ruil en boden bijvoorbeeld 100 of 150 euro aan. Anderen berekenen een bedrag dat is gebaseerd op het collegegeld. Zoals student A*, die liever een kwartaal later begint met haar coschappen. ‘Voor de ruil dacht ik aan 250 euro. Het gaat om een kwartaal, dus een kwart van het collegegeld dat dit jaar vanwege corona is gehalveerd tot 1084 euro. Ik weet niet of dit het “gebruikelijke” tarief is, het was een tip van een studie­genoot.’

Student B plaatste een oproepje om een start­moment over te nemen – ze had er zelf op dat moment geen, doordat ze was uitgeloot. Zij kreeg een reactie van een student die een andere master wilde gaan doen. ‘Hij vroeg voor de ruil een jaar collegegeld – 2168 euro. In de wandelgangen had ik al gehoord dat vergoedingen flink kunnen oplopen.’

'Het is niet expliciet verboden’

Ongelijkheid

‘Eigenlijk maakt de hoogte van het ruilbedrag niet uit; élk bedrag is te hoog’, stelt Amir Abdelmoumen, voorzitter van de studentenraad van de Rotterdamse geneeskundefaculteit. Abdelmoumen: ‘Ruilen voor geld werkt ongelijkheid in de hand. Alleen rijkere studenten, of die met rijke ouders, kunnen het zich zo veroorloven de opleiding extra snel te doorlopen. We zien geregeld dat studenten hun startmoment ver­kopen; de precieze bedragen blijven onder de radar. Het is moeilijk te voorkomen en het is ook niet expliciet verboden. Ergens begrijpen we wel dat studenten het doen, maar het zou niet nódig moeten zijn. De universiteit moet nu eindelijk eens met structurele oplossingen komen om de wachttijden in te korten, want daar zit het probleem.’

Wanhopig

Ze hebben er gemengde gevoelens bij, vertellen de studenten. Zo zegt A: ‘Ik vind het best krom om geld aan te bieden. Maar ik werd een beetje wanhopig, dat verlegt je grenzen. Eigenlijk is het niets voor mij. Ik zou zelf ook geen geld willen ontvangen bij een ruil. Uiteindelijk heb ik mijn afspraken voor die periode maar afgezegd en begin ik gewoon met de coschappen.’

Student C moet nog een halfjaar wachten op haar coschappen maar wilde graag sneller beginnen. ‘Eigenlijk heb ik nog een luxepositie want anderen moeten veel langer wachten. Het zou niet nodig moeten zijn, maar ik vind het best logisch dat studenten geld over hebben voor een ruil. Je kunt wel vette dingen doen in de tussentijd, maar je wilt gewoon dokter worden. Het is niet tot een ruil gekomen; ik heb me erbij neergelegd dat ik moet wachten.’

‘Onderling ruilen is geen probleem’, stellen Fop van Kooten, opleidingscoördinator van de master, en Walter van den Broek, opleidings­directeur geneeskunde van het Erasmus MC. ‘Plannen kunnen veranderen en ruilen heeft het voordeel dat er dan geen open plekken ontstaan die onbenut blijven. Maar ruilen voor een vergoeding, vinden we moreel verwerpelijk. Wij weten niet wie dit doen en hebben daar geen invloed op, evenmin op de bedragen die ermee gemoeid zouden zijn. We kunnen het als faculteit niet voor­komen, tenzij we de mogelijkheid tot ruilen afschaffen, maar dat gaat ten koste van welwillende studenten. Studenten hebben een eigen verantwoordelijkheid.’ 

*De namen van de geneeskundestudenten zijn bekend bij de redactie.

Het wringt in Rotterdam

In april 2021 bij een ‘voorloting’ zagen ongeveer negentig studenten in Rotterdam hun hoop op een redelijk snel instroommoment in rook opgaan. Door een onverwacht hoog aantal aanmeldingen werden deze studenten uitgeloot voor startmomenten in het studiejaar ’21-’22. ‘Hierdoor is ons de kans ontnomen een gewildere plek te ruilen met andere studenten. We hebben immers zelf geen startmoment om mee te kunnen ruilen’, schrijven verontruste studenten vervolgens in een omvangrijke brief aan coördinator Van Kooten en directeur Van de Broek. Ze wijzen daarin ook op de handel in startmomenten die plaatsvindt.

Als gevolg van de onrust en onzekerheid na die ‘voorloting’ in april doen meerdere studenten op Facebook een oproep om een start­moment over te nemen – zonder dus zelf iets te kunnen ruilen. Een van hen was B. ‘Ik was echt geschokt en heel verdrietig. Ik heb serieus overwogen een andere master te doen en geneeskunde op te geven. Het was zo demotiverend. Eigenlijk plaatste ik mijn oproepje meer uit nieuwsgierigheid, omdat ik wist dat je zonder eigen startmoment niet kunt ruilen. Ik wilde niet écht voor geld ruilen, omdat ik vind dat het niet hoort te gebeuren in een goedwerkend systeem.’

‘Ieder jaar ontstaan wachttijden, doordat het niet mogelijk is iedereen een plek te geven in zijn instroommoment van voorkeur’, stellen Van Kooten en Van de Broek. ‘Dit jaar waren er echter 490 inschrijvingen voor de 360 plaatsen die te verdelen zijn. Het lijkt erop dat meer studenten dan anders wilden beginnen met hun master, vermoedelijk doordat ze door de pandemie beperktere mogelijkheden hebben om iets anders te gaan doen. Ook kwamen meer studenten terug die na afronding van hun bachelor iets anders zijn gaan doen. Bij de loting in augustus hebben we alsnog iedereen een start­moment in het studiejaar ’21-’22 of ’22-’23 kunnen geven. Voor volgend jaar hebben we zestig extra plaatsen gecreëerd, waardoor we de wachttijd voor de meeste studenten hebben kunnen beperken.’

De Geneeskunde­student over ruilen

Belangenbehartiger De Geneeskundestudent heeft begin 2021 met een enquête onder 4125 geneeskundestudenten van alle faculteiten geïnventariseerd wat voor hen de gevolgen zijn van de coronacrisis. Eén van de onderwerpen van het kakelverse rapport is de wachttijd voor de coschappen. Die is opgelopen van gemiddeld vijf maanden naar gemiddeld tien maanden voor studenten die al een startdatum hadden. In Amsterdam (UvA) en Leiden zijn de wachttijden het langst, gevolgd door Nijmegen, Groningen en Rotterdam. Bij elke faculteit verloopt de verdeling van instroommomenten anders, waardoor vergelijken lastig is. Bij alle faculteiten ruilen studenten onder elkaar de startmomenten.

‘Rotterdam is de enige faculteit waarover wij signalen krijgen over het “verkopen” van startmomenten’, vertelt Femke van de Zuidwind, voorzitter van De Geneeskundestudent. We vinden het zorgelijk en principieel niet juist. Al is het ergens wel te begrijpen als je nog anderhalf jaar moet wachten op je coschappen. In andere steden wordt onderling ook geruild, maar zeker niet voor geld.’

Lees ook
Achter het nieuws studeren coschappen
  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.