Roep om nieuwe regels bij levensbeëindiging
Plaats een reactieDe richtlijnen voor actieve levensbeëindiging bij pasgeborenen moeten worden aangepast. De huidige richtlijnen sluiten niet aan bij de praktijk.
Dit concludeert Hilde Buiting in haar proefschrift Euthanasia and other medical decisions at the end of life – Societal control and cultural aspects. Zij promoveerde eind vorige week bij het Erasmus MC in Rotterdam. Om te controleren of artsen op de juiste manier omgaan met actieve levensbeëindiging is twee jaar geleden een landelijke multidisciplinaire toetsingcommissie ingesteld. Er werd rekening gehouden met vijftien tot twintig meldingen, maar tot september dit jaar was er slechts één melding.
Buiting denkt dat er wel meer actieve levensbeëindigingen bij baby’s hebben plaatsgevonden. Vermoedelijk zullen artsen meer bereid zijn om melding te maken van gevallen van actieve levensbeëindiging bij pasgeborenen als de richtlijnen beter zijn afgestemd op de praktijk. ‘Wanneer we het in Nederland belangrijk vinden om maatschappelijke controle te hebben op actieve levensbeëindiging van pasgeborenen, zullen de richtlijnen moeten worden aangepast.’
In haar conclusies staat Buiting niet alleen. Ook de ethici Gert van Dijk en Suzanne van de Vathorst en neonatoloog Bert Smit pleiten in MC numer 50 van deze week voor werkbare regels bij levensbeëindigend handelen bij pasgeborenen (zie Actieve levensbeëindiging bij pasgeborenen). ILS
Naar nummer 50
Meer nieuws
- Er zijn nog geen reacties
