Risico gezondheidsschade bij 13 procent patiënten zbc’s

13 procent van de patiënten die in zelfstandige klinieken zijn behandeld, hebben hierbij mogelijk risico gelopen op zorggerelateerde schade. Er hapert geregeld iets in de preoperatieve screening en door patiënten gemelde complicaties zijn niet altijd terug te vinden in het dossier.

Dat blijkt uit onderzoek door Nivel en VUmc van 265 patiëntendossiers van vijf oogheelkundige klinieken, twee orthopedische klinieken en drie klinieken voor plastische chirurgie. Daarbij kregen de patiënten ook een vragenlijst voorgelegd. Ruim 88 procent van de patiënten was twee maanden na de ingreep tevreden over het resultaat.

13 procent van de patiënten van de zelfstandige klinieken die meededen aan het onderzoek, liepen mogelijk risico op zorggerelateerde schade. Bijvoorbeeld doordat niet alle nodige preoperatieve screenings werden uitgevoerd. Er werd bijvoorbeeld bij bijna de helft van de patiënten niet gevraagd naar de BMI en bij 55 procent van de patiënten niet naar besmetting met MRSA. Ook werd bij 63 procent van de 70-plussers geen deliriumscreening uitgevoerd; vooral bij de oogheelkunde werd dit overgeslagen. Bijna 20 procent van de patiënten vond achteraf dat ze te weinig werden geïnformeerd over de ingreep en mogelijke gezondheidsklachten.

Ook de dossiervoering blijkt niet altijd te kloppen met het verhaal van de patiënt. Bijvoorbeeld 9 procent van de patiënten meldde dat er zich na de ingreep een complicatie voordeed. Hierover werd echter in 17 van de 23 dossiers niets teruggevonden. Het viel de onderzoekers bovendien op dat slechts 14 procent van de foto’s die voorafgaand aan een cosmetische ingreep werden genomen adequaat was; vaak zijn de foto’s niet scherp of te donker om postoperatief een goede vergelijking te kunnen maken.

In totaal werd zeventig zelfstandige klinieken gevraagd vrijwillig mee te doen aan het onderzoek. Doordat er echter maar tien meededen, heeft het onderzoek ‘maar beperkte zeggingskracht’, schrijft een teleurgestelde minister Bruins, minister voor Medische Zorg, in een brief aan de Tweede Kamer. De onderzoekers geven aan dat angst voor een slechte naam en extra toezicht meespeelt in het meedoen aan het onderzoek. Zowel de onderzoekers als Bruins vinden dat het onderzoek nog eens, uitgebreider, moet worden herhaald. Volgens Bruins is het geen optie om in de volgende ronde niet deel te nemen aan het dossieronderzoek als zelfstandige klinieken transparantie en kwaliteitsverbetering serieus nemen.