Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
2 minuten leestijd
Nieuws

Richtsnoer voor afbouw antidepressiva

Plaats een reactie

Voor het geleidelijk afbouwen van antidepressiva (SSRI’s en SNRI’s) bestaat geen richtlijn, omdat er geen concreet wetenschappelijk bewijs is voor de beste manier waarop dat moet gebeuren. Desondanks hebben de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie, MIND Landelijk Platform Psychische Gezondheid, het Nederlands Huisartsen Genootschap en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie nu een document gepubliceerd dat kan dienen als een soort officieuze richtlijn. De meeste onderbouwing voor het meer geleidelijk afbouwen (qua tempo en/of doseringsstappen) komt uit case-reports, een observationeel cohortonderzoek, expert-opinion en patiënten- en praktijkervaringen.

Zoals bekend kan abrupt stoppen met antidepressiva tot onttrekkingsverschijnselen leiden: het antidepressivumdiscontinueringssyndroom (ADS). Het Engelse acroniem Finish kan behulpzaam zijn om de belangrijkste te onthouden: ‘Flu-like symptoms, Insomnia, Nausea, Imbalance, Sensory disturbances, Hyperarousal’.

Symptomen van ADS ontstaan meestal binnen enkele dagen na het stoppen met een antidepressivum of – soms – na het verlagen van de dosis. Ze verdwijnen meestal binnen 24 uur als het oorspronkelijke antidepressivum, of een farmacologisch vergelijkbaar middel, wordt hervat. Als opnieuw ontstane stemmings- of angstklachten langer duren dan één week na de afbouw is er mogelijk sprake van een terugval in of recidief van de depressie of angststoornis. Het is belangrijk dat onderscheid te maken, aldus het document.

De opstellers formuleren een reeks aanbevelingen. Zoals: bouw in een periode van minimaal twee tot vier weken af tot de minimaal effectieve dosis met de beschikbare doseringseenheden. En bouw af van de minimaal effectieve dosis door halvering van deze dosis en staak vervolgens na twee tot vier weken volledig. Treden er echter ernstige onttrekkingsverschijnselen op dan luidt het advies terug te keren naar de laagste dosis zonder ADS, en te kiezen voor een meer geleidelijke afbouw (vanaf deze dosis) met een afbouwschema. 

Als er bij aanvang van de behandeling al hogere doseringen dan de minimaal effectieve dosis SSRI’s/SNRI’s nodig waren voor een therapeutisch effect, als zich onttrekkingsverschijnselen voordeden bij een gemiste dosis of therapie-ontrouw, of als eerdere stoppogingen mislukten, dan is er sprake van één of meer risicofactoren bij de patiënt. In dat geval is het advies in overleg met de patiënt van meet af aan te kiezen voor een meer geleidelijke afbouw vanaf de minimaal effectieve dosis tot nul met behulp van een afbouwschema.

Voor het toepassen van zogeheten taperingstrips, waarbij de patiënt een rol met zakjes krijgt met daarin de dagelijkse dosis en aan het eind waarvan het middel dus is afgebouwd, bestaat geen wetenschappelijk bewijs, aldus de opstellers van de richtsnoer.

Ze benadrukken ten slotte: ‘Bagatelliseer onttrekkingsverschijnselen niet en aarzel niet bij ernstige onttrekkingsverschijnselen de dosering weer te verhogen. Dit maakt het onderscheid tussen onttrekkingsverschijnselen en terugval of recidief helder. Leg dit goed uit aan de patiënt.’

Document: Multidisciplinair document ‘Afbouwen SSRI’s & SNRI’s’

Lees ook
Nieuws Wetenschap psychiatrie antidepressiva
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.