Retrograad: zorg voor de allochtone patient
Plaats een reactieOnlangs verscheen een nieuwsbericht over een huisarts die een vrouw met boerka weigerde in zijn spreekkamer. De vrouw diende een klacht in bij de Commissie Gelijke Behandeling, maar volgens KNMG-directeur Paul Rijksen mag een huisarts vragen de boerka uit te doen, omwille van de communicatie.
De discussie over patiëntenzorg aan allochtone Nederlanders is al even aan de gang. In 1977 organiseerde de KNMG samen met het Koninklijk Instituut voor de Tropen een symposium met als thema Gastarbeider en Gezondheid.
‘Indien de arts en zijn Turkse of Marokkaanse patiënt niet een gemeenschappelijke taal spreken, is deze hindernis onoverkomelijk. (…) Tussen de arts en de patiënt is ruimte voor een intermediair, een tolk die de benodigde informatie helpt uitwisselen. Hoewel ook andere oplossingen zijn geprobeerd, heb ik uiteindelijk gekozen voor de tolkenhulp als landelijke voorziening.’
Een fragment uit de toespraak waarmee Jo Hendriks, toenmalig secretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, het symposium opende.
Andere onderwerpen die aan bod kwamen op het symposium en in de gelijknamige special van Medisch Contact waren onder andere ziekengedrag in Noord-Afrika, stress bij Marokkaanse arbeiders in Nederland, en een spreekuur voor Turkse vrouwen.
Over cultuur en taal werd in die tijd veel gesproken, geloof werd echter niet genoemd.
In de periode na 1977 werd duidelijk dat de gastarbeiders en hun gezinnen niet meer zouden terugkeren naar hun land van oorsprong. Medisch Contact deed in 1987 verslag van een onderzoek naar de ‘maatschappelijke en culturele factoren in de communicatie tussen arts en patiënt’. Na een analyse van de literatuur stelden de auteurs – Roger Naudin, Luuk Stegman en Han Bonarius – aanbevelingen op (vanaf pagina 1017).
‘De hulpverlener behoort daarbij te beseffen dat sommige gedragingen van migranten, bijvoorbeeld een theatrale presentatie van klachten, het gevolg zijn van communicatieproblemen door de grote verschillen in taal en cultuur.’
Vervolgens stelden de auteurs een communicatiemodel op en testten dit (vanaf pagina 1053).
‘Conclusie van de onderzoekers: aan categorale voorzieningen voor allochtone patiënten bestaat geen behoefte, aan persoonlijke vaardigheid en bereidwilligheid tot open communicatie bij behandelend artsen wel.’
De laatste jaren is de discussie wat verschoven: gaan wij in op de soms ongewone verzoeken van allochtone patiënten of moeten ze het doen met dezelfde mogelijkheden als alle anderen?
In 2007 weigerde een moslima in partu haar mannelijke arts.
Video van NOS-verslag:
<object width="380" height="308"><param name="movie" value="http://www.youtube.com/v/8e_w4ao-nAg&hl=nl_NL&fs=1&"></param><param name="allowFullScreen" value="true"></param><param name="allowscriptaccess" value="always"></param><embed src="http://www.youtube.com/v/8e_w4ao-nAg&hl=nl_NL&fs=1&" type="application/x-shockwave-flash" allowscriptaccess="always" allowfullscreen="true" width="380" height="308"></embed></object>
Hoofdredacteur Ben Crul schreef een kort betoog, Nederlandse artsen moesten ‘massaal wakker worden en vlug één lijn trekken voordat het te laat is. Stop met het toelaten van de discriminatie en seksuele insinuatie op uw professionele gedrag.’ .
De KNMG reageerde met een standpunt waarin ook het belang op vrije artsenkeuze benadrukt werd. Enkele maanden later verscheen de KNMG-richtlijn Vrije artsenkeuze.
Deze richtlijn is nog steeds geldend.
Lees ook:
- Special Gastarbeider en Gezondheid uit 1977
- Onderzoek naar communicatie tussen arts en allochtone patient uit 1987
- Deel 1: literatuur en aanbevelingen (vanaf pag. 1017)
- Deel 2: onderzoek naar communicatiemodel (vanaf pagina 1053)
- Hoofdredactioneel Ben Crul 'Stop discriminatie artsen.'
- KNMG richtlijn ‘Vrije Artsenkeuze
- Meer retrograad
- Er zijn nog geen reacties