Rechter neemt patiënt maken van geluidsopname kwalijk

Een rechter heeft niet willen luisteren naar geluidsopnames die een werknemer had gemaakt van spreekuren bij artsen. De rechter neemt het de man kwalijk dat hij de opnames onaangekondigd en zonder medeweten van betrokken artsen had gemaakt. Dat blijkt uit een afgelopen week gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Gelderland.

Een voormalige autopoetser was na een bedrijfsongeval in 2013 gedeeltelijk arbeidsongeschikt geraakt, maar het UWV constateerde dat de man met zijn beperkingen wel in staat was om aan de slag te gaan in de tuinbouw. De man meldde zich begin 2016 ziek vanwege klachten aan nek- en rechterhand, en na een val in de zomer van 2016 meldde hij ook klachten aan linkerarm, -schouder en -elleboog.

Afgelopen najaar oordeelde het UWV na een medisch onderzoek dat de man weer aan de slag kon in de tuinbouw en zette zijn ziektegeld stop. Die beslissing vocht de man aan voor de rechtbank Gelderland – hij vond dat de artsen die hem hadden gekeurd niet voldoende rekening hadden gehouden met de klacht aan zijn rechterhand.

Hij was door twee artsen gezien voor medisch onderzoek, in eerste instantie een UWV-arts die hem onderzocht in verband met zijn ziektemelding en later, in zijn bezwaar- en beroepsgang, ook door een verzekeringsarts. Volgens eigen zeggen had hij tijdens de spreekuren bij deze artsen zijn klachten aan de rechterhand wel genoemd, iets wat zou blijken uit gespreksopnames die hij tijdens de consulten had gemaakt.

De rechter is echter van mening dat het medisch onderzoek zorgvuldig was verricht en alle klachten wel degelijk bij het medische oordeel waren betrokken. De werknemer had volgens de rechtbank bovendien onvoldoende onderbouwd, bijvoorbeeld met brieven van medisch specialisten, dat hij beperkingen aan die hand zou hebben.

Daarom was het niet relevant of hij die klachten op de spreekuren bij de artsen had genoemd, aldus de rechter, die er om die reden geen heil in zag om de opnames te beluisteren. In die overweging om de opnames niet af te luisteren weegt de rechter bovendien mee dat haar ‘niet was gebleken’ dat de man ‘voor het maken van deze opnames vooraf toestemming heeft gevraagd of melding heeft gemaakt dat hij van de gesprekken opnames zou gaan maken’.