Psychiater geschrapt na 30 duizend seks-appjes

Een psychiater is doorgehaald in het BIG-register vanwege langdurig grensoverschrijdend, seksueel contact ‘in een extreme frequentie’ met een vrouwelijke patiënt. 

De patiënt was tussen januari 2006 en juli 2015 onder behandeling bij de psychiater, bij wie zij wekelijks een psychotherapeutische sessie had. Vanaf begin 2014 kwam het onderwerp seksualiteit aan de orde in de therapie, hetgeen tot seksuele spanning en verliefdheid leidde tussen de psychiater en de patiënt, zo blijkt uit de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege in Eindhoven. De twee bespraken hun seksuele fantasieën met elkaar. Er ontstond een affectieve, persoonlijke en virtuele seksuele relatie. Tussen januari 2015 en april 2016 verstuurden ze ongeveer 30 duizend whatsappberichten naar elkaar, die veelal seksueel van aard waren. Ook stuurde de psychiater zeer expliciete naaktfoto’s van zichzelf aan de patiënt. Over deze contacten werd tijdens de behandelsessies niet gesproken, ook werd er niets over vastgelegd in het patiëntendossier. Uiteindelijk werd de behandelrelatie in juli 2015 in onderling overleg beëindigd, maar het whatsappcontact bleef doorgaan.  

Na het beëindigen van de behandelrelatie had de patiënt zeven maanden lang geen hulp, aangezien pas in januari 2016 een doorverwijzing naar een andere psychotherapeut plaatsvond. Deze nieuwe, vrouwelijke psychotherapeute deed in april 2016 melding bij de inspectie. Ook de bestuurder van de psychotherapiepraktijk waar de psychiater werkte en de patiënt zelf deden melding. 

In december 2014 werd bij de psychiater de ziekte van Parkinson vastgesteld. Hij denkt zelf dat het door zijn ziekte en de medicatie komt dat hij zijn professionele grenzen niet meer goed kon bewaken. Hij vindt ook dat dit van invloed zou moeten zijn op de mate waarin zijn seksueel grensoverschrijdend gedrag tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Het tuchtcollege stelt echter dat een zorgverlener zich altijd moet houden aan de normen en grenzen van de professionele standaard en persoonlijk verantwoordelijk is voor de hulpverlening. Een zorgverlener moet zich onthouden van zorg als persoonlijke fysieke of mentale beperkingen daarop van invloed zijn. De psychiater had zich dus moeten afvragen of hij zijn werk wel goed kon blijven uitvoeren. 

Het tuchtcollege stelt daarnaast dat de psychiater ten tijde van zijn grensoverschrijdend gedrag geen enkel inzicht heeft gegeven in zijn handelen, bijvoorbeeld door de casus te bespreken met zijn (intervisie)collega’s of de instelling waar hij werkzaam was. Ook naderhand ziet de psychiater het volstrekt ontoelaatbare van zijn gedrag niet in, volgens het tuchtcollege. In augustus 2018 is de psychiater gestopt met zijn behandelactiviteiten, maar het tuchtcollege is er niet van overtuigd dat de psychiater nooit meer als psychiater werkzaam zal willen zijn.