Laatste nieuws
Nieuws

Proeven met zorg op populatieniveau leveren weinig op 

1 reactie

Samenwerking van verschillende partijen om betere zorg op populatieniveau te leveren, levert maar mondjesmaat wat op. Dat is de conclusie die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) trekt na negen experimenten met nieuwe samenwerkingsvormen.

Het lijkt zorgaanbieders, zorgverzekeraars en gemeenten nog te ontbreken aan gevoel voor urgentie en onderling vertrouwen. Volgens oud-hoogleraar public health en zorgeconoom Guus Schrijvers moet er eerst op drie vlakken meer duidelijkheid komen voordat regionale zorgnetwerken kunnen functioneren. 

Het ministerie van VWS heeft vanaf 2013 negen projecten gevolgd waar zorgaanbieders, zorgverzekeraars en partijen als gemeentes nieuwe zorgnetwerken uitprobeerden om te komen tot betere zorg voor een regionale, afgebakende populatie. De term die erbij hoorde, was die van Triple Aim, dat staat voor de drie doelen van een betere gezondheid voor een populatie op lange termijn, van betere preventie, zorg en welzijn én van een beperking van de groei van zorgkosten. Het ministerie wilde weten of zulke initiatieven bijdragen aan een nieuw gezondheidssysteem waar beter mee op de behoefte van mensen wordt aangesloten, tegen lagere kosten. 

Maar een onlangs verschenen, afsluitend rapport van het RIVM laat een weinig rooskleurig beeld zien van de opbrengst. De proeftuinen leidden maar beperkt tot echte veranderingen in het zorgsysteem, zoals het verschuiven van budgetten of alternatieve bekostigingsvormen. Ook kwam het mondjesmaat tot uitdelen van kennis en data. Wat betreft gezondheid en kwaliteit van de zorg lijkt er een ‘voorzichtig positief effect’ waarneembaar binnen sommige projecten, maar kosten bleken moeilijk meetbaar waardoor daar weinig inzicht in is gekomen, aldus het RIVM. 

Guus Schrijvers, die de Triple Aim-benadering voorstaat, ziet de projecten als een eerste, regionale opmaat van een gedachtegoed dat volgens hem op nationaal niveau gebracht kan worden. Hij denkt dat er de komende jaren op drie vlakken meer duidelijkheid moet komen om regionale netwerken voor populatiezorg van de grond te krijgen. ‘Er zal een discussie worden gevoerd over de integrale bekostiging van eerste en tweede lijn: hoe moet je dat regelen. Hoe hoog moeten tarieven zijn?’ 

Ook zal er volgens hem meer gesproken moeten worden over langetermijnbekostiging van zorg, zoals meerjarencontracten. ‘Er wordt al volop geëxperimenteerd met andere financiële contracten. Die vernieuwing is goed.’ Daarnaast is er volgens hem meer duidelijkheid nodig over ‘in welke mate je als ziekenhuis wel of niet mag samenwerken, of dat je een kartel bent’.  

Dat laatste is ook een van de knelpunten die het RIVM heeft vastgesteld. Een van de redenen dat de proeftuinen moeizaam van de grond kwamen, was angst onder deelnemers dat zij door samenwerking de mededingingsregels zouden schenden. Een richtlijn van mededingingstoezichthouder ACM nam die angst en onzekerheid niet weg, constateert het RIVM. Partijen bleven bang alsnog een boete van de ACM te krijgen, of dat een partij naar de media zou stappen en er dan negatieve publiciteit zou volgen. Gebrek aan onderling vertrouwen is iets wat terugkeert als probleem binnen de samenwerkingsplannen.  

Een andere belangrijke oorzaak volgens het RIVM is dat bij betrokken partijen het ‘gevoel van urgentie nog te laag is’ om te willen komen tot ‘fundamentele wijzigingen’ en te ‘bouwen aan een toekomstig bestendig gezondheidssysteem’. Ze voelen zelf nog onvoldoende nadelen van de huidige manier van werken, en staan niet genoeg onder druk om verandering te willen. Ook signaleert het RIVM dat zorgverleners vooralsnog nog niet bereid zijn het financiële risico van populatiebekostiging te dragen. 

De projecten bleken van een te beperktere schaalgrootte en het ontbrak de  samenwerkingsverbanden veelal aan tijd, geld, expertise en ICT om de voortgang te kunnen monitoren. Ook schortte het aan het onderling vertrouwen om informatie te delen, en waren er vraagtekens over de privacywetgeving. Daardoor zijn er te weinig data voorhanden om tot duidelijke conclusies over de opbrengst te komen. 

Het RIVM doet een aantal aanbevelingen. Zo zou de overheid de urgentie van kostenbeheersing beter voor het voetlicht moeten brengen en meedenken over hoe er beter data en kennis kunnen worden uitgewisseld. En toezichthoudende partijen als de ACM, NZa en IGJ zouden ook moeten deelnemen aan proeven. 

lees ook

Nieuws samenwerking RIVM
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen is journalist bij Medisch Contact, met een focus op opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.