Preventief sulindac zinloos bij polyposis coli

In tegenstelling tot de verwachting biedt de NSAID sulindac geen bescherming tegen het ontstaan van nieuwe poliepen bij jongeren die drager zijn van het gen voor adenomateuze polyposis coli (APC). Dat blijkt uit een vier jaar durende studie van Johns Hopkins University School of Medicine. De resultaten zijn gepubliceerd in The New England Journal of Medicine van 4 april.

Van sulindac is bekend dat het de regressie van poliepen kan bewerkstellingen. Op basis van deze wetenschap is een onderzoek gestart om te zien of het middel ook preventief nuttig is. Aan de gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie werkten 41 dragers van het APC-gen mee. Bij deze jonge patiënten (8 tot 25 jaar) waren bij aanvang van de studie nog geen poliepen aanwezig. De proefpersonen kregen tweemaal daags 75 mg of 150 mg sulindac of tweemaal daags een placebo. Na vier jaar is zowel het aantal als de grootte van de poliepen bepaald.

Bij 9 van de 21 proefpersonen in de beide sulindac-groepen ontwikkelden zich poliepen. In de placebogroep (n=20) was dat aantal 11. Zowel wat het aantal poliepen als de grootte van de poliepen betreft verschillen de groepen niet significant. De auteurs komen dan ook tot de conclusie dat ter voorkoming van darmkanker profylactische verwijdering van het colon nog steeds de behandeling van eerste keuze is. << EJP