Laatste nieuws
kosten

Preventie levert veel meer op dan gedacht

Voorkomen van ziekte is veel lucratiever dan berekeningen laten zien

4 reacties
Sabine Joosten/ANP
Sabine Joosten/ANP

De baten van preventie worden doorgaans te laag ingeschat. Door niet te kijken naar de zorgkosten, maar naar de kosteneffectiviteit van preventiemaatregelen – de gewonnen quality adjusted lifeyears per euro – blijkt het rendement van maatregelen veel hoger.

Onlangs was er slecht nieuws voor leefstijlexperts en beweegadepten: ‘Zorgkosten stijgen in 2040 als Nederlanders meer sporten.’ Als een kwart van de Nederlanders meer gaat bewegen, dan stijgen de zorgkosten in 2040 met 8 miljoen euro, volgens het RIVM.1 

Het RIVM gaat hierbij uit van de zorgkosten tijdens de gehele levensloop. Door meer te bewegen zullen meer mensen langer leven, en tijdens dat langere leven verbruiken zij uiteindelijk meer zorg.
Deze conclusie past in een traditie. Al in 2008 becijferde hetzelfde RIVM dat het tegengaan van roken en over­gewicht nauwelijks invloed heeft op de zorgkosten, vanwege het levensverlengend effect van de maatregelen.2

Door zulke studies ontstaat het beeld dat in financieel opzicht ziekte voorkómen niet beter is dan ziekte genezen. Dat is niet terecht. Door te focussen op zorgkosten rekent Nederland zich arm met preventie. De maatschappelijke baten van preventie blijven namelijk buiten beeld, evenals de reële winst op korte en middellange termijn. Daardoor zetten we preventie onnodig op achterstand ten opzichte van de curatieve zorg.

De baten van preventie

Modelleringsstudies over de effecten van preventie zijn zelden volledig. In de recente studie over de effecten van meer bewegen op de zorgkosten hebben de onderzoekers alleen de afname van de kans op hart- en vaatziekten en diabetes type 2 meegenomen. Maar zouden ze tot dezelfde conclusie zijn gekomen als ze ook de verlaagde kans op ziekten met hoge zorgkosten, zoals kanker en dementie, hadden meegerekend?

Het is ook jammer dat zij niet buiten de zorg hebben gekeken, want de baten van preventie liggen vooral daar. Een goede gezondheid gaat gepaard met meer kans op werk, minder (ziekte)verzuim en een hogere productiviteit. En wie na zijn of haar pensioen nog gezond is, kan zich inzetten voor maatschappelijk relevante zaken zoals vrijwilligerswerk en mantelzorg.

Deze bredere baten worden meestal niet meegenomen. Dat komt deels doordat de relatie tussen gezondheid en bredere maatschappelijke uitkomsten complex is. Zo kan een goede gezondheid op jonge leeftijd bijdragen aan betere onderwijsprestaties, wat later in het leven resulteert in een hoger inkomen. Het hoge inkomen hangt dan zelf ook weer samen met een betere gezondheid. Deze complexiteit is lastig in modellen te vangen. Maar juist door dit soort elkaar versterkende effecten kunnen interventies een grote impact hebben op iemands gezondheid en welzijn over het hele leven.

De baten van preventie liggen vooral buiten de zorg

Kosteneffectiviteit

Bij de introductie van een nieuw medicijn of medische technologie wordt een andere afweging gemaakt. De vraag is dan niet of deze middelen zichzelf terugverdienen door lagere zorgkosten gedurende de gehele levensloop, zoals bij preventie. De vraag is of de extra kosten opwegen tegen de gezondheidswinst door dit medicijn. Oftewel, vallen de kosten per gewonnen gezond levensjaar (quality adjusted life year, QALY) onder een redelijke grens? We noemen dit de kosteneffectiviteit van het middel (zie kader). Kosteneffectiviteit is – zowel in Nederland als daarbuiten – een geaccepteerde manier om de waarde van medicijnen of technologie te bepalen. Als maatschappij hanteren we vaak als redelijke grens dat elk gewonnen gezond levensjaar 80.000 euro mag kosten.

Ook van individuele preventiemaatregelen wordt de kosteneffectiviteit wel onderzocht. Maar bij het doorrekenen van de financiële effecten van grote leefstijlveranderingen wordt vaak alleen naar de zorgkosten gekeken. Door te focussen op zorgkosten in plaats van op de kosteneffectiviteit staat preventie al bij voorbaat met 1-0 achter.

Door ook bij preventie naar kosteneffectiviteit te kijken ontstaat een eerlijke vergelijking: waar levert een euro de meeste gezondheidswinst op, in de zorg of bij preventie? In veel gevallen zal het antwoord preventie zijn. Op deze manier moeten we ook de bijdrage van preventie aan de betaalbaarheid van de zorg zien. Meer inzetten op preventie zal niet in één klap een einde maken aan de voortdurende groei van de zorguitgaven. Maar het kan wel helpen onze gezondheidseuro’s zo rendabel mogelijk te besteden.

Kosteneffectiviteit en zorgkosten

Uitgangspunt is een denkbeeldig voorbeeld van een stoppen-met-rokeninterventie.

• Honderd mensen met tabaksverslaving – gemiddelde leeftijd 50 jaar – doen mee aan een stoppen-met-roken­programma.

• Kans op een succesvolle behandeling is 20 procent: twintig mensen stoppen succesvol.

• Geslaagde stoppers van 50 jaar leven gemiddeld vijf jaar langer in goede gezondheid. Twintig succesvolle stoppers leveren dan dus honderd gewonnen gezonde levensjaren op.

• Het stoppen-met-rokenprogramma kost 1000 euro per persoon.

• De besparing aan aan roken gerelateerde zorgkosten is 1500 euro per gestopte roker.

• De extra zorgkosten door langer leven zijn 3500 euro per gestopte roker.

Effect op de zorguitgaven

Als we ons richten op de zorgkosten tijdens de resterende levensloop, concluderen we dat behandelingen om te stoppen met roken een negatief financieel effect hebben. Het programma kost in totaal 100.000 euro. Daar staat een besparing aan aan roken gerelateerde kosten van 30.000 euro tegenover. De extra kosten door langer leven zijn 70.000 euro. In totaal stijgen de zorguitgaven met 140.000 euro.

Kosteneffectiviteit

Als we ons richten op de kosteneffectiviteit, dan vergelijken we de door het programma gewonnen gezondheid met de kosten. Door het programma worden in totaal honderd gezonde levensjaren gewonnen, de kosten per gewonnen levensjaar zijn dan 140.000/100 = 1400 euro, dus ruim beneden de grens van 80.000 euro.

Bredere maatschappelijke baten

In dit voorbeeld zijn de bredere maatschappelijke baten niet meegenomen. Een maatschappelijke benadering van stoppen-met-roken kan zich bijvoorbeeld richten op de kosten van productiviteits­verlies door roken. Mensen met een tabaks­verslaving zijn gemiddeld vaker arbeidsongeschikt, verzuimen vaker en hebben vaker mantelzorg nodig, waardoor anderen werk verzuimen. Volgens het SEO-rapport Kosten van roken (2015) bedragen de kosten van dit productieverlies jaarlijks 9,6 miljard euro. In een maatschappelijke benadering met een levensloopperspectief staan daar overigens ook weer andere besparingen vanwege het vroegtijdig overlijden van rokers tegenover, bijvoorbeeld op de AOW en de pensioenuitkeringen. Deze besparingen bedragen volgens SEO jaarlijks 6 miljard euro.

Verder genereert roken door de tabaksaccijnzen inkomsten voor de overheid: het SEO-rapport rekent met 3,4 miljard euro per jaar.

Preventieplicht

Waarom kijken we voor zorg naar kosteneffectiviteit en voor preventie vaak alleen naar de kosten? De Zorgverzekeringswet voorziet in een zorgplicht en dus is het aan de zorgverzekeraars om die plicht zo kosteneffectief mogelijk na te komen. De wet voorziet echter niet in een preventieplicht. Met de huidige focus op de zorgplicht wordt preventie alleen als rendabel gezien als het tot minder zorg­kosten leidt. Om die scheefgroei tegen te gaan, moeten we een preventieplicht opnemen in de wet. Dat kan in de vorm van wettelijk verankerde gezondheidsdoelen waar nationale en regionale bewindspersonen verantwoording over afleggen.Voor hen verschuift dan de blik op preventie van een kosten­neutrale of, liefst, kostenbesparende maatregel, naar een die kosten­effectief uitgevoerd dient te worden.

Inbedding van preventie in de wet kost tijd. Een oriëntatie op de brede maatschappelijke baten van preventie is nu noodzakelijk om dat proces te ondersteunen. Onderzoek geeft daarbij richting. Dat onderzoek zal enerzijds op een geloofwaardige manier de bredere baten van gezondheid moeten kwantificeren. Zo creëren we de mogelijk­heid om de maatschappelijke baten van preventiebeleid, zoals de afspraken uit het preventieakkoord, door te rekenen. Anderzijds is een modelmatig raamwerk nodig om de kosteneffectiviteit van preventiebeleid binnen een voor beleidsmakers relevante tijds­horizon op een structurele manier te evalueren. Juist zo’n aanpak is nodig om te voorkomen dat we ons met preventie arm blijven rekenen. 

auteurs

Karine van ’t Land, universitair docent (RUG/FEB), adviseur Leefkracht (Menzis)

Jochen Mierau, hoogleraar economie van de volksgezondheid (RUG/FEB), wetenschappelijk directeur van Aletta Jacobs School of Public Health

Bram Wouterse, universitair docent (EUR/ESHPM)

contact

wouterse@eshpm.eur.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Voetnoten

1. www.skipr.nl/nieuws/zorgkosten-stijgen-in-2040-door-sportdoelstelling-preventieakkoord

2. Bijvoorbeeld: Baal PHM, van, Brouwer WBF, Wit GAD, Hoogenveen RT, Polder JJ. De invloed van roken en overgewicht op zorguitgaven. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 2008; 86(3): 150-5.

3. Mierau JO, Toebes BC. Streefwaarden voor de volksgezondheid. Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, 2021; 99(2), 70-4.

Lees ook
qaly preventie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • P.J.M. van Loon

    Orthopeed / houdingsdeskundige, Oosterbeek

    Het gebrek aan basaal geneeskundig denken in de epidemiologie en het laten verdwijnen van de preventiekracht in ons volk door het volledig wegzakken van de Gezondheidsleer begint zich in dit stuk te wreken. De openingszin laat dit zien: "Onlangs was ...er slecht nieuws voor leefstijlexperts en beweegadepten: ‘Zorgkosten stijgen in 2040 als Nederlanders meer sporten.’ Als een kwart van de Nederlanders meer gaat bewegen, dan stijgen de zorgkosten in 2040 met 8 miljoen euro, volgens het RIVM.1" Er is iets mis met onze kennis waar bewegen precies voor staat. Ook de GR heeft het over "meer bewegen", maar kennis over "goed bewegen" en het belang van het goed inregelen en onderhouden van een goed opgebouwd (houding) en functionerend bewegingsstelsel wordt nergens benoemd. Met onlangs een pijnlijke misser met het "Beweegadvies voor 0-4 jarigen" als klapstuk. Binnen de geneeskunde is het gebied wat vanaf 1741 Orthopedie is gaan heten een revival van de grote kennis en kunde die de Grieken en de Romeinen, maar ook hun grote artsen Hippocrates en Galenus, al bezaten om hun kinderen welgebouwde en alzijdig geoefende lichamen mee te geven. Dat een biomechanisch gezond lichaam ook de biochemische gezondheid, de stofwisseling, verzorgde en ook het leervermogen en mentale weerbaarheid bepaalden was breed gedragen kennis, die pas met dat orthopedisch denken (start bij Da Vinci en Vesalius) en later de gymnastiek weer terugkwam. Vorm volgt functie. Ook de arts Maria Montessori wees op het belang, eerst de lichamelijke functies, en wel alle, eerst goed in te regelen (door vrij bewegen en vrij spel) om tot meer duurzame lichamelijke en mentale gezondheid te komen. Dus als we Anno Nu die preventieparadox dat meer bewegen meer zorgkosten oplevert willen omdraaien dan zal er weer orthopedisch gedacht en gewerkt moeten worden om onze kinderen weer in een weldoordacht, maar vooral breed gedragen lichamelijke opvoedingssystematiek te begeleiden naar een hoge inzetbaarheid in het maatschappelijk leven, maar vooral te munten in een duurzame gezondheid. Natuurlijk horen daarnaast gifstoffen niet in het (kinder)lijf thuis. Vooral het effect op de zenuwcel levert zelfs grote economische schade op. Maar het zeer vele zitten, meestal ingezakt of onderuitgezakt voorkomt al decennia dat het kinderlichaam zich biomechanisch, maar ook als stofwisselingsmachine en bron van mentale kracht zich goed kan ontwikkelen. Snel geld afromen in de curatieve zorg en in breed onderwijs aan ouders en opvoeders in het onderwijssysteem stoppen en de gevaren van te vroeg, te veel en vooral verkeerd zitten aanpakken door goede houdingszorg, kan de paradox (op termijn) opheffen. Miljoenen meisjes in Nederland leerden deze preventiesystematiek door hoogstaand onderwijs in de Gezondheidsleer op de Huishoudscholen.

  • A. Nooitgedagt

    sportarts

    Wat een fijn artikel. En eens met de opmerking van collega Blum.

    In de troonrede van 1992 sprak Beatrix al het volgende: "gegeven de druk die voortvloeit uit de toenemende vergrijzing en uit ontwikkelingen in de medische technologie zelf..... Zo... wil de regering bevorderen dat er bewust keuzen worden gemaakt in de gezondheidszorg. De groei in de vraag noopt ertoe meer nadruk te leggen op preventie... "

    Nu, 30 jaar later, blijkt uit kostenvanziekten.nl dat er nog slechts 2% van het zorgbudget wordt uitgegeven aan preventie. De zorg gelooft -zo lijkt het- zelf niet in preventie. Waarom zouden onderzoekers, ambtenaren en patiënten er dan wel in geloven? Dit artikel is een mooie aanzet om de wetenschap te verbeteren.

    In de modellen zullen mogelijk ook de extra zorgkosten en maatschappelijke kosten van immigranten (het nieuwe zorgpersoneel met familie) worden meegenomen. Immers hoe zieker de bevolking hoe meer zorgpersoneel nodig is om de chronisch zieken te behandelen en te verzorgen. Met preventie zou 80% van de chronisch niet overdraagbare aandoeningen kunnen worden voorkomen, waardoor minder zorgpersoneel nodig is.

    En wat doet de zorg tot nu toe met die 100 miljard per jaar? We registreerden inmiddels 10 miljoen mensen met een chronisch aandoening ofwel 60% van de bevolking! De helft daarvan heeft 2, 3 of meer chronische aandoeningen. Is het dan gek dat er zorgdrukte ontstaat? En personeelstekort? En dokters die naar Den Haag trekken? Dus, ja: zeker beter onderzoek, hand ook in eigen boezem en ook preventieplicht graag.

  • V. Blum

    sportarts n.p., Haarlem

    Je kunt, als je consequent redeneert, stellen dat uit oogpunt van zorgkosten abortus de ereplaats verdient. Het weglaten van de overweging dat gewonnen gezonde levensjaren het doel zijn van medische zorg leidt tot absurde conclusies. Wel triest als d...it soort redeneringen van invloed zijn op overheidsbeleid.

  • F.G.A.M. van Haren

    Anesthesioloog - pijnspecialist, Nijmegen

    'zorgkosten' vormen natuurlijk een zeer nauwe definitie van winst door preventie, en behandeling, dus persoonlijk verrast me dit niet! Beetje 'geldpotjes-denken'... En dat probleem mag nog breder gedefinieerd worden. Of het nu gaat om bovengenoemde p...reventie, mensen soms terugzien (hoewel niet strikt noodzakelijk), behandeling met ogenschijnlijk beperkt effect (NRS score even hoog maar actiever/ werken mogelijk), etc, dit te bezien vanuit alleen zorgkosten doet geen recht aan alle aspecten van 'winst'!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.