Praten verlaagt recidiefkans suïcidepoging
Plaats een reactieAls patiënten vlak na een suïcidepoging psychosociale gesprekstherapie krijgen, verlaagt dit de kans op een recidief. Dat concluderen Annette Erlangsen en haar collega’s in The Lancet Psychiatry.
In deze grote cohortstudie werden ruim 22.500 patiënten die een eerste suïcidepoging hadden verricht, jarenlang gevolgd. Van hen startten ruim 5500 patiënten binnen tien dagen met psychosociale gesprekstherapie, gericht op het voorkómen van een tweede poging. Deze therapie wisselde per behandelaar (in ieder geval kregen zij 8 tot 10 individuele gesprekken in een gespecialiseerde suïcidepreventiekliniek). De overige 17.000 controlepatiënten waren vanwege de suïcidepoging in het ziekenhuis en ontvingen deze therapie niet.
De behandelde patiënten deden in het eerste jaar significant minder vaak een nieuwe suïcidepoging (6,7 versus 9,2%). Na tien jaar bleek het sterftecijfer door suïcide significant lager bij diegenen die gesprekstherapie hadden gevolgd. De auteurs noemen daarbij het number needed to treat: zo moeten 44 patiënten gesprekstherapie krijgen om één recidief suïcidepoging in het eerste jaar te voorkomen. Wat het ‘werkzame’ onderdeel van de therapie is, kunnen de auteurs helaas niet specificeren. Het is tevens voorstelbaar dat juist beter gemotiveerde patiënten met gesprekstherapie startten.
Esmay Bresser
Artikel: DOI: 10.1016/S2215-0366(14)00083-2
Lees ook:
- Er zijn nog geen reacties
