Praktijkondersteuner-ggz rukt op

De praktijkondersteuner-ggz (POH-ggz) is bezig met een flinke opmars bij huisartsenpraktijken, maar over de effectiviteit ervan is nauwelijks iets bekend. Dat blijkt uit een Kamerbrief over de geestelijke gezondheidszorg (ggz) die minister Schipper afgelopen maandag naar de Tweede Kamer stuurde.

In april 2013 had al bijna de helft van de huisartsen een POH-ggz. Bij de invoering van de nieuwe indeling van de ggz per 1 januari 2014 kwam extra geld beschikbaar voor de inzet van POH’s-ggz. Het doel was dat meer zorg voor psychiatrische patiënten bij de huisarts terecht zou komen.

 Maar het blijkt nu dat er grote regionale en lokale verschillen zijn in de organisatie en de rol van de POH-ggz. Ook is er nauwelijks iets bekend over de effectiviteit van de inzet van POH’s-ggz. De verwachting was dat het verwijspercentage naar de ‘oude’ tweedelijns-ggz niet verder zou stijgen door de inzet van extra geld voor de POH-ggz en e-health-modules, maar dat is tot op heden niet gebeurd.

Wel zijn huisartsen, patiënten en POH’s-ggz over het algemeen tevreden over de functie. Een enquête in een gezondheidscentrum in Groningen toont aan dat 80 procent van de patiënten vond dat de POH-ggz een meerwaarde had bij de behandeling. Dat zijn enkele bevindingen uit de zes rapporten over onder meer versterking van de ggz in de huisartsenpraktijk die de minister in haar Kamerbrief aanbiedt. 

Mariëlle van Aalst

• Kamerbrief over zes rapporten GGZ
• Versterking van de GGZ in de huisartspraktijk

Lees ook:

• Nieuw ggz-beleid gevaar voor de toekomst
• CVZ voorstel: ggz aan banden
• Groot tekort aan POH’s-ggz
• Ggz per 2014 grondig herzien