Laatste nieuws
Arjen Göbel
6 minuten leestijd
opinie

Praktijkhouders mogen niet alléén opdraaien voor ANW-zorg

Terwijl waarnemers een flexibel bestaan kunnen leiden:

80 reacties
Getty Images
Getty Images

Waarnemend huisartsen doen aan cherrypicking, terwijl praktijkeigenaren omkomen in werk en verantwoordelijkheden. Dat kan en moet eerlijker, vindt huisarts Arjen Göbel.

Er wordt nogal eens beweerd dat ANW-diensten bij het huisartsenvak horen. Maar dat is een veelgebruikte holle frase waar ik niks mee kan en die ik het liefst nooit meer wil horen of lezen, omdat ze op een ernstig misverstand berust. Dat op de Woudschotenconferentie spoedzorg tot een van de kerntaken van praktijkhouders werd benoemd, betekent niet dat deze er automatisch hoofdelijk aansprakelijk voor zijn, en we alle consequenties daarvan mogen veronachtzamen. Dat de dokter buiten openingstijden traditioneel beschikbaar is in geval van nood heeft namelijk nog maar weinig te maken met het massale werkproces op de huisartsenpost anno 2020.

Deze 24-uurszorgverlening kan alleen functioneren doordat praktijkhoudend huisartsen contractueel verplicht zijn voor bezetting te zorgen. In mijn geval is dat 250 uur (zeven fulltime werkweken) per jaar, naast de vijftigurige werkweek in mijn praktijk. Het komt regelmatig voor dat ik vijftien uur achter elkaar werk, ’s nachts thuiskom, de volgende ochtend om 8 uur weer doorga, en dat ik de zaterdag daarna ook dienst heb. Ik bedien dan patiënten die ik niet ken, op tijdstippen waar ik niets over te zeggen heb, op een locatie die niet van mij is, tegen een beloning die niet onderhandelbaar is. Dat kun je niet zomaar rechtvaardigen als ‘iets wat bij je vak hoort’. Huisartsen van nu hebben het zwaarder dan ooit. Het zorglandschap is dermate veranderd dat elke vergelijking met vroeger zinloos is, inclusief de opmerking dat we er dankzij de posten qua werkwijze op vooruit zijn gegaan. De ANW-zorg kun je niet langer uitsluitend op de schouders van de praktijkhouders neerleggen.

Krenten uit de pap

Het valt dus wel te begrijpen waarom waarnemers niet van plan zijn een praktijk te beginnen. Maar laten ze dan eens openlijk toegeven dat ze zich daarmee doelbewust onttrekken aan het gangbare systeem en dus – omdat zodoende de verplichtingen en de werkdruk bij praktijkhouders almaar toenemen – een steeds grotere markt voor zichzelf creëren.

Waarnemers pikken, met andere woorden, de krenten uit de pap. Zij mogen boze brieven over die term schrijven, maar dan zijn ze niet eerlijk tegenover zichzelf en tegenover anderen. Dat er, wat weleens beweerd wordt, gewoonweg ‘te veel pap’ zou zijn, is onjuist. Als alle afgestudeerde huisartsen een praktijk zouden hebben, wat nog steeds de bedoeling is van het Nederlandse zorgsysteem, zouden we de dagzorg goed aankunnen en gezamenlijk naar ontkoppeling van de verplichte ANW-diensten en het praktijkhouderschap kunnen streven. Daar zijn we nu te verdeeld voor.

Dat praktijkhouders waarnemers dankbaar zouden moeten zijn, is waar, maar ik zou dat als gedachte-experiment even willen omkeren: waarnemers mogen blij zijn dat ze dankzij overbelaste praktijkeigenaren een flexibel bestaan kunnen leiden door te werken op momenten dat het hen uitkomt, in een gespreid bedje dat praktijk of huisartsenpost heet. Het zijn praktijkhouders die praktijken en gezondheidscentra neerzetten, huisartsenposten oprichten, personeel en processen aansturen, de ANW-zorg garanderen en die zelfs uit eigen zak marktconform financieren. Immers, praktijkhouders betalen zelf het verschil tussen het vaste NZa-uurtarief van de huisartsenposten en het door waarnemers gevraagde, veel hogere uurtarief.

Als je vindt dat ANW bij het vak hoort doe het dan vooral zelf

Waarnemers doen dat allemaal niet, ook al werken ze hard, vervullen ze een belangrijke rol en wonen ze af en toe een vergadering bij. Daarmee is toch hopelijk het punt van cherrypicking aangetoond? Het is geen scheldwoord maar een nuchtere constatering. Er is noodgedwongen een markt ontstaan die er niet zou moeten zijn. Ik wil helemaal niet moeten leuren met diensten die ik tegen meerprijs verkoop. Ik wil niet dat mijn praktijk steeds groter wordt omdat patiënten anders zonder arts zitten en dat ik daarbij geholpen moet worden door een HIDHA of waarnemer die zelf geen praktijk wil. En ik wil al helemaal niet dat ik daar dankbaar voor zou moeten zijn.

Bromsnor

Dat huisartsen met een praktijk hun diensten verkopen aan collega’s zonder praktijk en dat beide groepen daar hun handen vol aan hebben, laat zien dat het praktijkhouderschap qua werklast niet langer met ANW-zorg te verenigen is. De overheid lacht in haar vuistje, omdat de 24-uurszorg voor een prikje is geregeld en de huisartsen gezamenlijk een uitzendbureaufunctie voor waarnemers vervullen en de meerkosten daarvan dragen. En dat allemaal dankzij het hardnekkige morele kompas van de LHV die de fundamentloze boodschap de wereld instuurt dat ‘de Nederlandse huisarts pal staat voor de ANW-diensten’. Wie is die Nederlandse huisarts dan? Ik zal eerlijk bekennen: ik sta daar niet pal voor. Ik vind natuurlijk wel dat er ANW-zorg moet zijn, maar niet door huisartsen die al een overvolle dagtaak hebben. Ik doe het onder protest, omdat het nodig is. Maar eigenlijk kan ik het niet aan. Ik ben er doodmoe van. Er zijn collega’s die zichzelf een hele pief vinden door te zeggen dat ANW bij het vak hoort, maar daarmee helaas maatregelen tegenhouden die de toekomst van ons vak veilig kunnen stellen. Ik werk met hart en ziel in mijn praktijk, inclusief palliatieve zorg in de avonduren. Maar de ANW-diensten zie ik daar los van. Als je vindt dat ANW bij het vak hoort, beste collega’s, doe het dan vooral zelf, maar verplicht anderen niet. Of verplicht alle huisartsen, dus ook alle waarnemers. Politieagenten vinden ook dat er 24 uur per dag politie moet zijn en Bromsnor kwam heel lang geleden ook weleens zijn bed uit. Maar er is anno 2020 geen enkele agent die overdag werkt en meteen daarna nóg een shift draait en de volgende ochtend weer verder gaat alsof er niets gebeurd is. De directeur van onze huisartsenpost – die ik overigens waardeer – zei daarover laatst: ‘Dan neem je de dag na je nachtdienst overdag toch gewoon vrij, en zet je een waarnemer in je praktijk.’ Omgekeerde wereld – het is bijna niet te geloven.

Rare symbiose

We moeten niet doen alsof huisartsenzorg zonder ANW geen huisartsenzorg meer is. De uitspraak ‘dan geven we ons vak weg’ is ongefundeerde bangmakerij. Ik zie veel huisartsen bijna omvallen onder de werklast, dus er moet iets veranderen. En daarmee bedoel ik niet de huidige tendens dat twee huisartsen samen één praktijk overnemen. Dan ben je een onderbetaalde parttimer die nog steeds 45 uur werkt en overal verantwoordelijk voor is. Is dat de nieuwe norm? Een praktijk van 2300 patiënten moet door één arts gedaan kunnen worden, niet noodgedwongen door twee.

Er is dus een rare symbiose ontstaan die we zouden moeten doorbreken. Het zou verhelderend zijn als waarnemers toegeven dat zij de zorg inrichten naar hun leven, terwijl praktijkhouders hun leven inrichten naar de zorg. Misschien kunnen wij nog wat van hen leren…

Ik erger me als waarnemers zich presenteren als de Florence Nightingales van huisartsenland.

De eerste stap die we moeten zetten is dat waarnemers dezelfde dienstplicht krijgen als praktijkhouders. Dan praten we verder. 

auteur

Arjen Göbel, huisarts, Amstelveen

contact

arjengobel@gmail.com

cc: redactie@medischcontact.nl

Reactie van de huisartsenorganisaties

Acute zorg: samen voor een sterke keten

Er is op dit moment veel beweging op het dossier acute zorg. De overheid heeft een houtskoolschets gemaakt voor een anders georganiseerde spoedzorg. Wij – LHV, InEen, VPH en NHG – zijn al langer aanjager van zo’n organisatorische verandering en werken samen in de ANW-projectgroep, die concreet werkt aan drie aspecten, die we als huisartsen zelf initiëren.

1. ‘Spoed = Spoed’. Met dit deelproject willen we bereiken dat we als huisartsen en posten samen de ANW-zorg weer 100 procent spoedzorg maken. We streven ernaar dat op alle posten alleen een U1-, U2- en indien noodzakelijk een U3- patiënt wordt gezien.

2. ‘Leren van de lessen tijdens covid-19’. Tijdens de coronacrisis werd echt enkel spoedzorg geleverd en dat lukte! We willen de opgedane ervaring analyseren en gebruiken.

3. ‘Van Kopen en Verkopen naar Delen en Verdelen’. In dit project zoeken we naar manieren om tot een ander model van het invullen van de ANW-diensten te komen. We onderzoeken en toetsen of de verantwoordelijkheid voor het verdelen en uitvoeren van de diensten bij alle huisartsen kan liggen en bespreken dit in focusgroepen met huisartsen. De resultaten worden in het najaar met de achterbannen gedeeld.

Er is al veel aan het schuiven in de spoedzorg, mede dankzij de inzet van individuele huisartsen en huisartsenposten. We roepen huisartsen en huisartsenorganisaties op om positieve ontwikkelingen rond de spoedzorg te behouden. Houd Spoed = Spoed vast en blijf strikt in de triage!

We kijken ook naar de hele acute zorgketen. We trekken hierin gezamenlijk op met bijvoorbeeld SEH, ggz, ambulancedienst en wijkzorg om de werklast te verdelen en de patiënt bij de juiste zorgverlener te krijgen. Dit vraagt om complexe veranderingen en die kosten tijd. Maar wij menen dat hier de toekomst ligt.

Carin Littooij, bestuurslid LHV en voorzitter van het BO ANW, namens LHV, VPH, InEen en NHG

lees ook
opinie huisartsen

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.