Plek breinstimulatie bij parkinson irrelevant
Plaats een reactieVoor het effect op motorische stoornissen maakt het geen verschil of de globus pallidus of de subthalamische kern van parkinsonpatiënten met diepebreinstimulatie (DBS) wordt behandeld. Dat blijkt uit een Amerikaanse studie gepubliceerd in NEJM van 3 juni.
Kenneth Follet en collega’s van de Veterans Affairs Cooperative Study Group volgden voor het onderzoek 299 patiënten bij wie de globus pallidus of de subthalamische kern werd gestimuleerd. Hoewel er geen hard bewijs is dat stimulatie van één van beide gebieden effectiever is, wordt wel gedacht dat subthalamische stimulatie gepaard gaat met een beter effect op motorische stoornissen, en een verergering van bepaalde niet-motorische symptomen.
Na twee jaar follow-up bleek echter dat stimulatie van beide locaties een vergelijkbare verbetering geeft van de motorische symptomen van de ziekte van Parkinson. Ook grotendeels vergelijkbaar was het effect op het cognitief functioneren. Slechts één aspect, gerelateerd aan de verwerkingssnelheid van informatie, verslechterde meer bij subthalamische stimulatie. Daarnaast vergrootte subthalamische stimulatie de mate van depressie, terwijl stimulatie van de globus pallidus gepaard ging met een vermindering van depressieve klachten.
Follet c.s. concluderen dat beide hersengebieden een goed doelwit voor DBS zijn en dat bij de keuze voor een gebied ook effecten op niet-motorische symptomen een rol mogen spelen. Twan van Venrooij
NEJM 2010; 362: 2077-91: Pallidal versus Subthalamic Deep-Brain Stimulation for Parkinson's Disease
Lees ook:
- Er zijn nog geen reacties