‘Pas op met perioperatief gebruik van bètablokkers’
Plaats een reactieDe behandeling van hypertensie met bètablokkers is geassocieerd met een verhoogd risico op perioperatieve cardiale events. Dit concluderen Mads Jᴓrgensen e.a. in een onderzoek dat is gepubliceerd in JAMA Internal Medicine.
In 2014 zijn de Europese richtlijnen gewijzigd, nadat bleek dat de onderzoeken van Don Poldermans e.a. gebaseerd waren op vermoedelijk frauduleuze data. Gevolg is dat bètablokkers niet meer standaard werden gegeven bij niet-cardiologische chirurgie. Maar in de richtlijnen staat wel dat bij patiënten die al bètablokkers gebruiken, perioperatief doorgebruiken van deze medicatie geïndiceerd is.
Jᴓrgensen e.a. keken in hun onderzoek naar ruim 55.000 patiënten die behandeld werden voor hypertensie. Al deze patiënten gebruikten minstens twee van de volgende bloeddrukverlagers: RAS-inhibitors, calciumantagonisten, bètablokkers en thiazides. Bij 15.000 patiënten was één van de middelen een bètablokker, de overige 40.000 gebruikten een combinatie van de overige drie medicijnen: de alternatieve medicatie.
De primaire uitkomstmaat was het optreden van een ‘major adverse cardiovasculair event’ (MACE), daaronder vallen: niet fataal acuut myocardinfarct, niet fataal ischemisch infarct en plotselinge hartdood in de 30 dagen na de operatie. Een MACE trad op bij 0,8 procent van de patiënten die alternatieve medicatie ontvingen en bij 1,3 procent van de patiënten bij wie bètablokkers onderdeel uitmaakten van de behandeling. De auteurs stellen op basis van hun gegevens dat het doorgebruiken van bètablokkers rondom een operatie meer aandacht verdient.
Ella Walstock
JAMA internal medicine, doi:10.1001/jamainternmed.2015.5346
- Er zijn nog geen reacties
